Levensmiddelen pakketten aan kansarmen en ouderen

De Stichting Nrsingh (Nederland) en Stichting Jagran Mandal Suriname hebben met de kerstdagen 100 levensmiddelen pakketten gemaakt en verdeeld aan kansarmen en ouderen.

De voedselpakketten zijn mogelijk gemaakt door eigen bijdragen en donaties. In elk pakket stond er een briefje met de boodschap: 

“Wij hopen dat u met Gods Zegen en dit voedselpakket tijdens de feestdagen liefde en steun zal ervaren van uw medemensen en dat u zich even niet druk hoeft te maken over hoe u de feestdagen met uw dierbaren kunt doorbrengen. U staat er niet alleen voor! Wij wensen u, ook namens alle donateurs, mooie feestdagen en een gezegend 2019 met alle geluk, vrede, kracht en een goede gezondheid.”  

Het duurde 3 dagen om alle pakketten op de aangegeven adressen te bezorgen. Er was vooraf een lijst met namen en adressen samengesteld die door verschillende personen en organisaties waren opgegeven. 

Stichting Nrsingh (opgericht 1998) is in Nederland en in het buitenland (waaronder Suriname en India) actief bezig met het verzorgen van trainingen voor Yoga en gevechtskunsten en het verzorgen van voorlichtingsbijeenkomsten, lezingen, workshops, interviews op radio en TV, over o.a. Ayurveda en het op een natuurlijke manier voorkomen van ziekten en het bevorderen van een goede fysieke, mentale en spirituele gezondheid. Hieronder valt ook het vergroten van de weerbaarheid, zelfdiscipline en zelfvertrouwen. De activiteiten vinden plaats op eigen initiatief of op verzoek vanuit diverse maatschappelijke geledingen. Sinds 1998 hebben wij in Nederland en in Suriname veel successen geboekt door het bevorderen van de bewustwording over Yoga, Ayurveda, Vedische wijsheid en gevechtskunsten. 

De Stichting Jagran Mandal Suriname (SJMS) is opgericht op 11 juni 2007. SJMS is een vrijwillig, non-profit, niet-gouvernementele organisatie die tot doel heeft het behartigen en bevorderen van sociaal-cultureel en religieuze belangen en het welzijn van alle Surinamers in Suriname.

SJMS organiseert hoofdzakelijk sociale, culturele en godsdienstige activiteiten op diverse locaties in Suriname. SJMS verzorgt wekelijks Hindilessen, Yogalessen, Ramayana studie-, Bhagavad Gita studie-, Groeps bijeenkomsten en diverse workshops, lezingen en presentaties over gezondheid, religie en samenleving.

SJMS houdt wekelijks mandir diensten in de Shri Ganesh Mandir (SGM) aan de Govindstraat 1, Doekhieproject te Paramaribo en andere mandirs in Suriname.

 

Satjanand Pramsoekh

Voorzitter Stichting Jagran Mandal Suriname

Voorzitter Shri Ganesh Mandir

Secretaris Stichting Suriname Hindi Parishad 

Penningmeester Stichting Ramlila & Ramayan Foundation Suriname

 

 

Kamal ke phúl (Lotusbloem)

In het hindoeïsme symboliseert de lotusbloem zuiverheid. In veel oude culturen werd de lotus altijd als een goddelijke bloem beschouwd, waaronder in de oud-Egyptische beschaving. In het hindoeïsme en boeddhisme verzinnebeeldt de lotus de ware aard van de mens. Het is een prachtige bloem die uit vervuild of troebel water naar het licht groeit, onbezoedeld, waarbij op de bloemblaadjes modder (het symbool van onwetendheid) noch water kleeft. Veel goden in het hindoeïsme zijn om die reden gelieerd aan de lotusbloem. Ze houden er een in de hand of zijn ermee getooid. In de yoga wordt de sahasrara-chakra, in het topje van de kruin, de duizendbladige lotus genoemd. Het is de chakra van de samádhi, de verlossing, verzinnebeeld door de lotusbloem met duizend bladeren die alle nuances van alle kleuren bevat. Volgens de yogi’s gaat de bewustwording van de ‘duizendbladige lotus’ gepaard met een onbeschrijflijke kalmte van geest.

Geboorte
De Kamal wordt geboren in de modder onder een laag water. De zaadjes nemen uit de modder alleen de stoffen op die het nodig heeft, ze nemen de modder zelf niet op. Ondanks het vieze water en de modder, overal om de Kamal heen, blijft zij zelf schoon en zuiver. Dit is ook de reden waarom de Kamal het symbool is voor schoonheid, zuiverheid en reinheid. Dit heeft te maken met de hydrofobe eigenschap van de bloem. Hydrofoob betekent letterlijk ‘watervrezend’ en verwijst naar de waterafstotende eigenschap van de bloemblaadjes. De Kamal leert ons op deze manier om alleen het goede uit onze omgeving op te nemen en zo zuiver en rein te worden.

Groei
Wanneer de Kamal volgroeid is kunnen er slakken en insecten op komen die de bladeren willen eten. De kikkers en vissen beschermen haar hiertegen. In ruil daarvoor biedt zij hun bescherming tegen vogels. Zo helpen ze elkaar en werken ze samen. ‘Kam’ is het Sanskriet woord voor ‘water’ en ‘Alam’ is het Sanskriet woord voor ‘versiering’. Kamal is dus letterlijk waterversiering, zij verspreid blijdschap door haar mooie versiering. De Kamal leert ons zo samenwerken en daarnaast leert zij ons om blijdschap te verspreiden.

Dood
Van de laatste fase van het leven van de Kamal valt ook wat te leren. Tijdens het afsterven wordt de plant omgezet in voedingsstoffen, die weer gebruikt kunnen worden door andere planten en dieren.

Door haar lange bloeitijd staat de lotusbloem ook symbool voor leven. Als ze eenmaal haar bloem heeft geopend, bloeit ze het hele jaar.

Wanneer de zaden rijp zijn buigt de bloem voorover om deze in het water te laten vallen. De zaden nestelen zich op de bodem van het water, waarna een nieuwe bloem haar weg naar de oppervlakte zal vinden.

Die hele cyclus vanaf het nestelen van de zaden tot het ontpoppen van de bloem staat ook symbool voor innerlijke groei en de weg naar verlichting. Vanuit de duisternis ontpopt zich een pure bloem, onaangetast door de duisternis waaruit zij haar weg naar het licht heeft gevonden. Zij leeft in het licht met haar wortels in het duister. Dit staat symbool voor menselijke verlichting waarbij de duisternis staat voor het verleden.

De bladeren van de Kamal werden vroeger (sommige plaatsen nog steeds) gebruikt voor het maken van voedselpakketten. De bladeren en stengels kunnen ook gebruikt worden als geneeskrachtige kruiden (thee). De Kamal leert ons zo om ons leven nuttig te besteden, van begin tot einde en daarna.

Al met al kun je de volgende dingen van de Kamal leren: Neem alleen de goede elementen uit je omgeving in je op en laat de rest voor wat het is, alleen dan kun je zuiver worden. Leer om met anderen samen te werken en blijdschap te verspreiden. Besteed je leven op een nuttige manier, van begin tot eind. 
Er valt nog veel meer te leren van de Kamal. Zo gedraagt de Kamal zich op een bepaalde manier ten op zichte van de zon en is er een Yog-asan die vernoemd is naar de Lotus: Padma-asan, iedereen die goed wil mediteren zit in deze houding. Alleen moet je zelf op zoek gaan naar de betekenis daarvan, want ware kennis (levenslessen) vind je alleen door er zelf moeite voor te doen!

Dat de wortels altijd in het duister blijven, geeft aan dat je verleden er altijd zal zijn, maar het contrast met de puurheid van de bloem boven het water geeft aan dat je ondanks (of wellicht juist door) je verleden verlichting kunt vinden en je kunt verbinden met het universum.

Een mythische plant

In de rijke hindoemythologie over de schepping in al haar facetten dobbert de wereld of de aarde als een lotusbloem op het water. De vruchtknop in het midden van de bloem verzinnebeeldt de heilige berg Meru. De vier bloembladeren in de kroon van de lotus symboliseren de vier belangrijkste werelddelen. Onbezoedeld door het water, vervuiling en modder staat de lotus voor schoonheid, zuiverheid en in het verlengde daarvan heiligheid. Zodra de lotusbloem boven water komt verenigd zich het ook met de vier elementen. Waar het al verbonden was met de aarde en het water, staat het na het ontpoppen ook in verbinding met de lucht en het vuur (de zon). Zo ontstaat er een ultieme verbinding, eenheid en balans met de natuur.

Symbool van yoga
De lotusbloem symboliseert de yogi die onthecht is van alle zinsbegoochelingen, ofwel de uiterlijkheden en aanlokkelijkheden van het aardse bestaan. Uiterlijkheden die de mens afleiden van zijn ware aard. Zoals de lotusbloem onthecht lijkt van de omgeving waarin hij groeit, zo staat de verlichte mens in de wereld of maatschappij. Hij wordt er innerlijk niet door beroerd, niet door bezoedeld of meegezogen. De yogi is zich immers bewust van het feit dat voor- en tegenspoed deel uitmaken van het grote bestel dat inherent besloten ligt in de karmische vereffening, reïncarnatie en aldus uiteindelijk in rechtvaardigheid. De leer van de chakra’s, wordt in India gebaseerd op de acht bloemdelen van de Lotusbloem.

De lotusbloem en de 7 chakra’s

Chakra’s zijn energiecentra in het lichaam. De zeven hoofdchakra’s zitten tussen het bekken en de kruin. Ze worden gekoppeld aan een bepaalde levensfase en lichaamsdeel/proces. Elk chakra heeft specifieke eigenschappen en kenmerken. Een chakra wordt vaak voorgesteld als een lotusbloem. Het openen van een chakra kun je je dan voorstellen als het openen van de bladeren van een lotusbloem. Je ziet dit ook terug in de symbolen die horen bij de 7 chakra’s.

lotus and Seven chakras icon

Dankzij deze onverwoestbare symboliek in het oosterse denken zijn tal van hindoegoden afgebeeld met een lotusbloem. Zoals Brahma, de schepper, gezeten op een lotus. En Vishnu, de onderhouder van de schepping, liggend op een lotusbloem.

 

De lotusbloem en haar kleuren

De lotusbloem komt voor in verschillende kleuren. Elke kleur wordt geassocieerd met verschillende betekenissen.

Witte lotusbloem

De witte lotusbloem symboliseert vrede, puurheid en perfectheid. Ondanks dat ‘perfect’ niet bestaat, staat het vaak symbool voor het streven naar een bepaald, zelfgekozen doel.

Roze lotusbloem

De roze lotusbloem staat voor menselijke groei en het contact met de ziel. De roze bloem symboliseert specifiek de weg vanuit een onbewust leven (de donkere moerasgebieden) over een eigen levenspas (de stengel) naar verlichting (de bloeiende bloem).

Rode lotusbloem

De rode lotusbloem wordt geassocieerd met liefde en hartstocht, maar ook met groei, trouw en vriendschap.

Paarse lotusbloem

De paarse lotus staat symbool voor het Achtvoudige pad welke volgens Boeddha en het Boeddhisme zal leiden tot verlichting. Door deze link wordt de paarse lotus vaak afgebeeld met acht bloemblaadjes.

Blauwe lotusbloem

De blauwe lotusbloem wordt in verband gebracht met de geest. Kennis, wijsheid en leren zijn begrippen die met deze blauwe lotus verbonden zijn. De vrucht van de blauwe lotus is altijd geheel of gedeeltelijk verborgen onder de bloemblaadjes. Hiervan wordt gezegd dat het symbool staat voor de oneindigheid van spirituele groei.

 

De Lotus als amulet tegen ziekte in India
In India symboliseert de Lotus de godin van schoonheid en geluk, Lakshmi.

De Lotus brengt geluk en beschermt tegen ziekte en ongevallen, vandaar dat ze in India als amulet dient.
Meestal worden de Indische godinnen afgebeeld met een Lotusbloem in de hand.

 

Waarvoor kan men Lotus gebruiken:
Aromatherapie:
 lotus wordt met een aromalamp of verdund met een basisolie. Deze toepassing is goed voor bv.: stress, rimpels, huidirritaties en prikkelbaarheid.

Bij rimpels, roodheid en huidirritaties is het ook aanbevolen om enkele druppels Lotus toe te voegen bij je huidolie. Op deze manier wordt ook de vorming van nieuw weefsel gestimuleerd.

Op spiritueel vlak: de uiterst aangename geur van Lotus werkt vooral in op het kruin Chakra, maar zal ook de andere energiebronnen op elkaar afstemmen. Met de Lotusgeur is het heel makkelijk om in trance te geraken en is dus aanbevolen bij diepzinnige meditaties.

Op psychisch vlak: gebruik een paar druppeltjes in een verdamper of voeg ze toe aan je badwater. In dit geval gaat de Lotusgeur helpen bij geestelijke oververmoeidheid en mentale uitputting. Ook aanbevolen tegen nachtmerries en angsten.

 

Bron:

http://www.hinduwijzer.nl/

https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/

https://www.happywithyoga.com/overig/de-betekenis-van-de-lotusbloem/

Hard werkende mátá’s van Shri Ram Mandir bedankt middels een kerstpakket

Zoals elk jaar zijn afgelopen dinsdag de lieve en hard werkende mátá’s van Shri Ram Mandir te Doekhieproject in de bloemetjes gezet. Als blijk van waardering voor hun inzet het gehele jaar door werden zij bedankt middels een kerstpakket. Mede door familie Mahinder Hirasingh en familie Premdew Lachman heeft de mandir dit kunnen realiseren. Dank aan deze families!

In de foto van links naar rechts: mw. Tikai, mw. Laloe, mw. Ganesh, mw. Paltoe en mw. Balak.

Samen met mw. Soeroedjpal en mw. Ramai zijn er in totaal 7 vrouwen die elke dinsdag de mandir schoonmaken, parsád maken, en als er gekookt moet worden, dan zijn zij de eerste groep die ready is.

Van deze vrouwen is de jongste 54 en de oudste 76 jaar. Allen zijn ook weduwe.

OHM

VG Himmat doneert aan de Wirjanandschool

Vriendengroep Himmat uit Nederland heeft de afgelopen week schoolmeubilair geschonken aan de Swami Wirjanandschool te Munderbuiten. Dhr. Kenneth Kalpoe dankte Vriendengroep Himmat en Stg. OHM voor het meubilair en voor het goede sevá-werk dat deze organisaties in Suriname doen.

Het schoolmeubilair is nodig om een extra lokaal effectiever te gebruiken voor de school, waar er bijna 400 leerlingen staan ingeschreven. Bij de overhandiging waren aanwezig: de heren Soerin Malhoe, Stanley Ramkhelawan en Bhauw Moelchand van VG Himmat en dhr. Bhagwan Gangaram Panday van Stg. OHM. Deze goederen zijn met de 14e 40-feet container dit jaar aangekomen voor distributie naar scholen, kindertehuizen, bejaardentehuizen, kansarmen en behoeftigen.

 

OHM

CHRISTUS & KRISHNA: TWEE HERDERS

*Psalm 23: de Heer is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. *Krishna in Bhagwad Gítā: ’Ik zal voorzien in al wat mijn liefdevolle volgeling ontbreekt en zal Ik beschermen wat hij van Mij verkrijgt’.

  1. PROFETIE/ DE VERLOSSER. Overeenkomsten tussen Jezus en Krishna, vangen reeds aan met de aankondiging . Jezus als de verlosser van het Joodse volk en Krishna als wederkerende incarnatie ter vernietiging van het kwaad, bescherming van de gelovigen en herstel van de Dharma (wetten van rechtvaardigheid/de kosmische rechtsorde).
  2. GOD WORDT MENS: de Goddelijke incarnatie (autār). Jezus als deel van de Heilige Drie-Eenheid Vader, Zoon en Heilige Geest en Krishna als incarnatie van Vishnu, deel uitmakende van de Goddelijke Scheppende Drie-eenheid Brahmā (creatie), Vishnu (onderhouden/instand houden) en Shiva(vernietiging/herschepping). Deze drie zijn de hinduïstische personificaties, van de genoemde aspecten van de Onpersoonlijke, Ultieme Creatieve Scheppende Energie genaamd Brahma.
  3. NEEF/BROER ALS METGEZEL. Vóór de komst van Jezus wordt zijn neef Johannes (betekent God is genadig) geboren als zoon van Zacharias en Elizabeth (nicht van Maria). Dit door interventie van De Almachtige wegens de zeer hoge leeftijd en onvruchtbaarheid van de ouders. Krishna is vooraf gegaan door zijn (half)broer Balrām (betekent Gods kracht), deelmanifestatie van de Almachtige, geboren als zoon van Rohini, de eerste echtgenote van Zijn vader Vasudeva. Ook het doel van voorbereiden van de komst van De Redder is hierbij aanwezig.
  4. DE KINDERMOORD. Evenals Herodes, vreest ook de koning Kansa (oom van Krishna) voor zijn leven en troon en beide geven opdracht om de nieuw geborenen te doden. Dit voorval symboliseert het kwaad dat altijd zal trachten de ontsproten goedheid in u, direct bij het ontwaken ervan, bij de geboorte al, te vernietigen.
  5. MISINTERPRETATIE. In het handelen van zowel Jezus als van Krishna ziet men vaak tegenstellingen, omdat de diepzinnige spirituele- en filosofische boodschap verscholen in de metaforen en allegorieën, niet wordt begrepen door de beperkte inzichten veroorzaakt door onwetendheid. In beide manifestaties worden de menselijke kwaliteiten en de onbegrijpelijke Goddelijke macht geëtaleerd, richting gevende aan de mens hoe te handelen.
  6. DE BOODSCHAP. De verheven wijsheid onderrichtte Krishna in de vorm van de Bhagvad Gítā (Gítā) op het slagveld en ook Jezus deed dit in open lucht in o.a. Zijn Bergrede en Veldrede. Beide verkondigden de boodschap van hoge morele waarden als leidraad voor een vreedzaam leven.
  7. DE GULDEN REGEL EN KARMA. Eén van bekende, misschien wel de bekendste stellingen van Jezus is de Gulden Regel in Zijn Veldrede: behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden. Deze impliceert dus een causaal verband (wet van oorzaak en gevolg). Zoals ik doe, zo zal ik ook ontvangen. Mijn handeling heeft een soortgelijke handeling tot gevolg. Wat ik ontvang heb ik zelf gecreëerd. Bijvoorbeeld: wil ik dat men mij respecteert (het gevolg), dan moet ik eerst anderen respecteren (de oorzaak). En dit is dan overduidelijk de Karma-leer van Krishna in de Gítā. Namelijk, elke handeling heeft een terugslag. Alles wat je meemaakt, is de vrucht van een door jou geplant zaad. De dagelijkse realiteit is, dat wij allen zoveel fouten maken en deze regel van Krishna en Jezus bewust negeren. Pas na verstrijken van de jaren, als wij de situatie niet kunnen verklaren en existentiële vragen als “waarom moet dit mij overkomen”, “waarom juist ik” opdoemen, beseffen we, dat we de waarheid van deze regel ondergaan. De waarheid die we altijd negeerden. Daarom ook dat zelfs de grootste filosofen telkenmale de fout in gaan/gingen. Dit is nou eenmaal de beperking, de mens eigen. Moge dit een troost en tegelijk een baken voor allertheid zijn.
  8. DE TWEE HERDERS. Jezus en Krishna laten zich beschrijven als herder, ondanks hun koninklijke afstamming en het Goddelijke. Schapen worden in verband gebracht met Jezus en koeien met Krishna.

*De herders drijven de dieren niet, maar leiden deze. Krishna en Jezus symboliseren de verheven wijsheid en het innerlijke van de mens. De dieren zijn de zinnen/de zintuigen. In het Sanskriet is Go(w) het woord voor koe en tegelijk voor zintuig. Wij moeten onze zinnen volgzaam maken zoals de schapen en de koeien en hen leiden vanuit ons innerlijke, langs de meetlat van de hogere wijsheid. De volgzaamheid van deze dieren dient als voorbeeld voor de mens om de weg van de waarheid, het geweten zonder meer te volgen.

*De band tussen een schaap/koe en zijn herder is zo sterk, dat het dier de stem van deze herkent. Tevens kan de herder in zijn kudde al de dieren uit elkaar houden, gelijk de Schepper, door Zijn aanwezigheid in een ieder, aandacht heeft voor elk individu en elke wens aanhoort omdat Hij omnipotent (almachtig) is.

*Bij het hoeden is er geen afrastering en beschermt de herder de aan hem toevertrouwde kudde,  door zelf als hek te fungeren en er dwars voor te gaan liggen, insgelijks God de gelovige beschermt die zijn levensgang aan Hem heeft toevertrouwd.

NOTE: ook degene die niet in de Schepper gelooft, kan meegaan met het gestelde, door telkens God/Jezus/Krishna etc. te vervangen met “het innerlijke”. Deze kracht in u is de scheppende kracht, welke ook het geweten vormt. Laat u zich leiden door de herder in u, uw geweten, uw innerlijke en de universele wetten van rechtvaardigheid/waarheid zullen u beschermen.

  1. VOLG ENKEL MIJ. Johannes 8:12/ 9:5: Ik ben het licht van de wereld, volg enkel Mij. Ook Krishna zegt in de Gítā : Ik ben in- en om je heen in elk aspect. Laat ALLE vormen van religie varen en kom enkel in Mijn schrijn, Ik zal je bevrijden van al de reacties op je zonden. Krishna zegt niet het hinduïstische te verkiezen boven andere religieën. Hij zegt van allen afstand te nemen en zich enkel aan De Scheppende Kracht over te geven; zoals Jezus: volg Mij. Laat u zich niet verwarren door al de regels en onderwerpt u zich zonder omwegen, aan de kosmische wetten van rechtvaardigheid, het ultieme waarheidsprincipe. U heeft geen regels nodig om De Almachtige/ De Waarheid te eren.
  2. HET EINDE. Beide verlaten het aardse door een niet-natuurlijke oorzaak. Jezus door de kruisiging. Krishna door een pijlschot afkomstig van een jager, als karmaresultaat van Zijn handelingen tijdens de eerdere incarnatie als Shrí Rām. De religie heeft altijd de geëigende bovenzinnelijke argumentatie voor elk gebeuren.

RESUME. Zeer summier zijn slechts enkele overeenkomsten tussen Jezus/christendom en Krishna/hinduïsme besproken. Logisch dat er ook grote verschillen zijn, maar richt u zich enkel op de overeenkomsten, dan draagt u bij tot duurzame vrede. Mijn citaat: Zoals iedereen op zielsniveau gelijk is, is de ziel van de religies dezelfde. Het verschil ligt slechts in het uiterlijke en in de gebruiken.

Pandit drs. R.P.Sitaldin (hindupriester/bedrijfseconoom/filosoof)

 

De Sanskárs

De mens is een sociaal wezen. Hij heeft dus aandacht en verzorging nodig. De groei van een kind en diens functioneren moeten daarom begeleid worden. Hiertoe kent het Hindoeïsme 16 sacramenten ofwel sanskaars. Het ondergaan van deze sacramenten begeleidt het individu in diens mens wording. Dit wordt in de Veda’s bedoeld met de uitspraak: ‘manur bhava’: wordt mens. Het doel van de sanskaar is erop gericht het kind bewust te maken van zijn ontwikkeling, zodat deze zo harmonisch mogelijk kan verlopen. In onze tijd en onze cultuur worden de sanskaars bij lange na niet meer toegepast zoals in het verleden in India gebruikelijk was. Het overgrote deel van de sanskaars vindt (vond) plaats in de ontwikkelingsperiode van het kind. Na de twaalfde sanskaar acht men het individu redelijk in staat om zelf richting en inhoud aan zijn verdere leven te kunnen geven. In de oude Hindoegeschriften wordt een verschillend aantal sacramenten genoemd, maar algemeen geaccepteerd zijn de 16 volgende, waarvan 3 prenatale en 13 postnatale.De 16 sanskáras in volgorde van gebruik zijn in het kort:

De 3 prenatale sanskárs zijn:

  1. Garbhádhána: conceptie
  2. Pumsavana: hierbij worden moeder en foetus in de tweede of derde maand van de zwangerschap gezegend.
  3. Símantonnayana: verricht in de vierde, de zesde of de achtste maand van de zwangerschap. Deze sanskára beoogt innerlijke kracht en goede gezondheid voor moeder en foetus.

De 13 postnatale sanskárs zijn:

  1. Játakarmana (of geboorteceremonie): Deze ceremonie wordt door de vader uitgevoerd. Honing vermengd met ghí wordt door middel van een gouden stift of ring op de tong van de pasgeborene gebracht. Sommigen voeren dit ritueel reeds op de eerste dag uit, anderen op de zesde dag.
  2. Námkarana (of de naamsgevingceremonie): de naam van het kind wordt doorgegeven aan CBB en de ráshi ká nám (astrologische naam) wordt door de paṇdit bepaald.
  3. Nishkramana: het eerste ‘verlaten’ van het huis. Deze sanskára vindt in de 4de maand na de geboorte plaats. Het kind wordt hierbij aan de zon, als Schenker van licht en energie, getoond.
  4. Annapráshana: de sanskára van het eerste voeden met vast voedsel (rijst), als het kind zes maanden oud is.
  5. Chúrákarma of múran: de sanskára van het scheren van het eerste hoofdhaar, een reinigingsceremonie, vindt plaats in het eerste of derde jaar, naargelang de familietraditie.
  6. Karnavedha: bij deze sanskára worden zowel bij de jongens als de meisjes de oorlellen doorboord, uiteraard gepaard gaande met religieuze plichtplegingen.
  7. Upanayana (janew): de Upanayana sanskára oftewel de ‘tweede-geboorte’, waarbij de ingewijdene een volwaardig lid van zijn maatschappelijk groep wordt, is slechts voorbehouden aan jongens behorende tot de drie kasten: de Brahmanen, de Khatryas en de Vaishyas.
  8. Vedárambha: deze ligt in het verlengde van de vorige en markeert de feitelijke aanvang van de Veda-studie.
  9. Samávartana: hiermee sluit de student de fase van het studeren af. Hij zal nu zijn sociaal-maatschappelijke plichten gaan vervullen, onder andere: een gezin stichten, zorgen voor het nageslacht, zijn ouders onderhouden, enz.
  10. Viváha: hierbij nemen 2 jonge mensen afscheid van hun onbekommerd leven en gaan zij een fase in van de grihastáshrama, waarin zij een gezin behoren te stichten, de gemeenschap dienen, met alle bijkomende verantwoordelijkheden.
  11. Vánaprastha: deze sanskára vindt plaats, als men ervan overtuigd is, dat men geen verplichtingen meer heeft.
  12. Sannyása: met deze sanskára neemt mn voorgoed afscheid van deze materiele wereld.
  13. Antyesthi: de creamtie of verbranding van het ontzielde lichaam vindt plaats onder het reciteren van mantras en wordt volgens de Hindoe – traditie als de beste methode voor lijkbezorging beshouwd.

 

Van deze 16 sacramenten zijn verreweg de meeste opgegaan in de nevelen der tijd. De sacramenten die heden ten dage nog vrij regelmatig worden uitgevoerd en een ceremonieel karakter hebben, zijn: de naamgeving, kaalscheren, soms de initiatie, huwelijk en crematie.

 

Bron:

Vijf juwelen van het Hindoeïsme – deel 3 Sanskárs

http://www.hinduwijzer.nl/

 

OHM doet donaties namens een goedhartige familie uit Nederland

Een familie F2 uit Den Haag – Nederland doneert jaarlijks aan vele instellingen en behoeftige personen middels levensmiddelenpakketten, tuingereedschappen en voeding. De afgelopen dagen zijn goederen met korting bij Combé Markt aangekocht en is voor 7 tehuizen gekookt, waaronder Huize Emma, Huize Majella, Huize Ashiana, Ebenhaezer, Kinderhuis Arya Dewaker, Lotjeshuis, Huize Beatrix, Huize Ramoth.  Levensmiddelenpakketten zijn verdeeld te Geyersvlijt, Leidingen en omgeving, Indira Gandhiweg en Koewarasan.

Dit keer is niet gekozen voor de oude methode waarbij er een pré-selectie werd gemaakt, maar is een team onder leiding van mw. Hilegonda Leeflang en het OHM Nári Team met Sunita Ramlochan Tewarie, Amreeta Baidjoe, Shanti Mungra en Bhagwan Gangaram Panday op stap geweest op zoek naar arme gezinnen, waarbij de pakketten gelijk werden overhandigd. Duidelijke criteria zijn in acht genomen om echte armoede te herkennen.

Een ander doel van dit project was om ook een babbeltje te maken met de oudjes om na te gaan hoe hun zorg is geregeld, hoe hun medische toestand is, wat hun leeftijd en hun familieband is. Dit om in de toekomst de hulp af te stemmen op de ware behoeftes. Bij deze bezoekjes heeft het team van OHM veel geleerd.

OHM dankt dit echtpaar uit Nederland, dat anoniem wenst te blijven, voor zijn frequente donaties aan weeskinderen en bejaarden. Een andere methode die deze familie op advies van OHM toepast is het doneren van tuingereedschappen volgens de filosofie ‘geef geen vis maar een hengelstok’.

Dit gereedschappenpakket bestaat uit een houwer, tjap, hark, vijl, slijpsteen, handschoenen, kruiwagen, schop, schoffel, laarzen, groentezaden en plantjes.

OHM zal dit het komend jaar nog meer stimuleren bij donateurs om in plaats van fast-food en levensmiddelen liever gereedschappen te doneren, waarmee men zijn eigen groenten kan produceren. Hiervan kan een deel dienen voor consumptie en een deel voor de verkoop.

 

OHM

Jyotirlinga

 Een Jyotirlinga of Jyotirlingam, is een devotionele weergave van de Allerhoogste God Shiva. Jyoti betekent ‘straling’ en lingam het ‘beeld of teken’ van Shiva; Jyotir Lingam betekent dus het Stralende Teken van de Almachtige Shiva. Er zijn twaalf traditionele Jyotirlinga heiligdommen in India.

Volgens Śiva Mahāpurāṇa hadden Brahmá (de god van de schepping) en Vishnu (degedaante van God tijdens het bewaren) een argument over de suprematie van de schlepping. Om het debat te beslechten doorboorde Supreme God Shiva de drie werelden die verschenen als een enorme Oneindige Zuil van Licht, de Jyotirlinga die later koelde in de Heilige Berg Annamalai (waarop de Tempel van Arunachaleshvara zich bevindt). Vishnu en Brahmá splitsten hun wegen respectievelijk naar beneden en naar boven om het einde van het licht in beide richtingen te vinden. Brahmá loog dat hij het einde ontdekte, terwijl Vishnu zijn nederlaag toegaf. Deze leugen van Brahmá veroorzaakte woedde bij Shiva en vervloekte Brahmá dat Hij, hoewel Hij de schepper van het universum is, niet zou worden aanbeden. De jyotirlinga is de Allerhoogste Shiva, ontastbare werkelijkheid, waaruit Shiva verscheen in een andere vorm, Lingodbhava. De jyothirlinga heiligdommen zijn tempels waar Shiva verscheen als een vurige lichtkolom.

Oorspronkelijk werd aangenomen dat er 64 jyothirlingas waren terwijl 12 ervan als zeer veelbelovend en heilig werden beschouwd.  Elk van de twaalf jyothirlingasites nemen de naam aan van de presiderende godheid, elk van ze wordt beschouwd als een andere manifestatie van Shiva. Op al deze plaatsen is de lingam, de beginloze en eindeloze Stambha-pilaar, die de oneindige aard van Shiva symboliseert.

 De twaalf Jyotirlinga’s zijn:

Jyotirlinga plaats
1. Somnáth Prabhasapattan, in de buurt van Veraval, Sourashtra, Gujarát
2. Mallikárjun Shrishailya, Andhra Pradesh
3. Mahánkal Ujjain, Madhya Pradesh
4. Omkár / Amaleshwar Omkár, Mandhata, Madhya Pradesh
5. Kedárnáth Himalayas
6. Bhimashankar Dakini-regio, Taluka Khed, district Pune, Maháráshtra
7. Vishveshwar Varánási, Uttar Pradesh
8. Tryambakeshwar Dichtbij Náshik, Maháráshtra
9. Vaidyanáth (Vaijanáth) ( Opmerking 1 ) Párli, district Beed, Maháráshtra
10. Nagesh (Nágnáth) ( Opmerking 2 ) Darukavan, Oundh, District Hingoli, Maháráshtra
11. Rámeshwaram Setubandh, in de buurt van Kanyákumari, Tamilnádu
12. Ghrushneshwar (Ghrushnesh) Verul, district Aurangabad, Maháráshtra

Opmerking 1 – Variatie: Baidyanathdham, Jhárkhand

Opmerking 2 – Variatie: Almora, Uttar Pradesh

De twaalf Jyotirlingas zijn het lichaam en de Jyotirlinga in Pashupatináth in Kathamandu (Nepal) is het hoofd boven dit lichaam.

 

De betekenis van een Jyotirlinga

  1. Het allesdoordringende Brahmátmalinga of al-doordringend licht.
  2. In de Taittiriya Upanishad worden de twaalf beginselen van Brahmá, Máyá, de jiva, de geest, het intellect, het onderbewustzijn, het ego en de Panchamahábhutá’s aangeduid als de twaalf Jyotirlingas.
  3. De twaalf secties van de Shivalinga.
  4. In de Yadnyavedi (put waar het ritueel van offervuren wordt uitgevoerd), de shalunka vertegenwoordigt de put van het vuur en de linga de vlam van het vuur.
  5. Een weergave van de twaalf Adityá’s (soorten godheden die in groepen zijn ingedeeld).
  6. De locaties van uitbarsting van vuur van de slapende vulkanen. Omdat Yama , de meester van de zuidelijke richting een ondergeschikte is van Shankar , wordt het zuiden de richting van Shankar genoemd. De Jyotirlingas zijn op het zuiden gericht, wat betekent dat de opening van hun shalunkas ook naar het zuiden gericht is. De meeste tempels staan niet in de zuidelijke richting. Wanneer de opening van de shalunka naar het zuiden kijkt, bezit de pinnda meer spirituele energie; terwijl de pinda met de opening van de shalunka op het noorden minder energie bezit.

 

Geestelijke betekenis

 Er moet  een geschikte Jyotirlinga geselecteerd wordem  en dan de  Abhishek uitvoeren op die Jyotirlinga. Bijvoorbeeld, de Mahankal is belast met Tama’s overheersende energie, Náganátha is in Harihar-vorm en is Sattva – Tama- dominant en Tryambakeshwar is op drie componenten gericht (ook bekend als Avadhut).

Het belang van Jyotirlinga’s en de plaats van samádhi van heiligen

Na het nemen van samádhi is het werk van de heiligen meer op het subtiele niveau. Hun lichamen stoten grotere hoeveelheden golven uit van Chaitanya en sattviktá. Net zoals de samádhi van een heilige onder de oppervlakte van de aarde is, zo ook de Jyotirlingas en swayambhu Shivalingas. Omdat deze Shivalinga’s een grotere hoeveelheid nirguṇtattva hebben in vergelijking met de andere Shivalinga’s, zenden ze constant een grotere kwantum van nirguṇ Chaitanya en sattvikta uit. Dit helpt bij het continu zuiveren van de atmosfeer op aarde. Omdat deze golven constant naar het gebied van de hel worden uitgezonden, zijn ze daar voortdurend in gevecht met de negatieve energieën. Daarom wordt de aarde voortdurend beschermd tegen aanvallen van krachtige negatieve energieën uit de regio van de hel.

 

Bron: https://www.hindujagruti.org/hinduism/jyotirlingas

 

AlphaMax Academy 20 jaar

Donderdag jl. was er een feestactiviteit i.v.m. het 20-jarig bestaan van de Academy. Er waren o.a. een optreden, huldiging van jubilarissen, zowel leerkrachten als ander personeel, een video- en fototentoonstelling van 20 jaar AlphaMax Academy.

De Academy gaat vanaf de kleuterschool tot pre-universitair onderwijs. De instructietaal is Engels. Waarden spelen een belangrijke rol bij de school. Ook aan niet-Westerse cultuur en wijsheid, dus ook aan Hindú en Indiase, wordt aandacht geschonken. De ideeën van Rabíndranáth T.hákur – Rabindranath Tagore – spelen een belangrijke rol bij de school. Vandaar dat de Indiase overheid de school uitkoos als een van de 14 locaties in de wereld waar een borstbeeld van Rabíndranáth T.hákur geplaatst werd. De school participeert in Caraïbische, Amerikaanse, en andere internationale examens. De Caraïbische examens geven toegang tot Amerikaanse en andere universiteiten. De school is verbonden met Suriname. De Surinaamse vlag wappert er en het volkslied wordt gezongen.

De Academy ligt aan de Stanvastestraat 18-24, Zorg en Hoop (naast de Shrí Vishnuschool, vlak bij het Miranda Lyceum).

Optreden van een zang- en muziekgroep bestaande uit leerlingen en docenten van AlphaMax Academy, Swámí Vivekánanda Cultural Centre (voormalig ICC), en Sociaal-Culturele en Sportvereniging SEWÁ. Gebracht werd het gedicht “Where the mind is without fear and the head is held high”, vertaald “Waar de geest zonder vrees is en het hoofd hooggehouden wordt”, van Rabíndranáth T.hákur. Dit gedicht komt uit de dichtbundel Gitánjali. Door voornamelijk deze bundel won hij de Nobel Prijs voor Literatuur.
Het arrangement voor het gedicht is van oud-AlphaMax-muziekleraar Andy Cotino en oud-SVCC-zang-en muziekguru Mohammad Nizam. Het gedicht is gebracht in Engels, Hindí, Nederlands, Sranan, Mandarijn (officieel Chinees), Spaans en Arabisch.

Bron: drs. Atma Jagbandhan

BHAGVAD GÍTÁ: het licht van verheven wijsheid (1)

De toets van de waarheid voor het handelen

De Bhagvat Gítā (Het Goddelijk lied), de essentie van de essentie, is de prominente Schrift in de Vedāntafilosofie, de toonaangevende hinduïstische wijsbegeerte. De kerngedachte is de ultieme waarheid als leidraad voor het leven, voor elke handeling, zowel prive als zakelijk. De mr. dr. Wilhelm von Humboldt citerend: ‘Bhagvat Gítā is the most beautifull, perheps the only true philosophy existing in any known tongue’.

Het fundamentele onderwerp is de dharma (religie, plicht, wet, waarheid/ rechtvaardigheid), de ziel van het hinduïsme. In 700 verzen werd deze verheven levensfilosofie in zangvorm in het Sanskriet gegoten.

Het eerste woord is dan ook Dharma en het laatste is mamah (mijn). De dharma is mij geëigend, de dharma is mijn, ik ben en leef in dharma. Benadrukt wordt hiermee dat elke religie, godsdienst, geloofsovertuiging, wet, plicht, maatschappij, elk leven gestoeld moet zijn op de eeuwige wetten van waarlijke rechtvaardigheid. Tevens dat deze waarden  intrinsiek beleefd dienen te worden. Men moet ervan doordrongen zijn, er in leven, vanaf het wakker worden tot in slaap vallen, zeven dagen per week (daarom 700 verzen), door het denken (het gedachteproces) dusdanig te trainen, dat elke beslissing getoetst wordt aan de waarheid, de rechtvaardigheid.   

De toetsvraag is enkel: ben ik rechtvaardig in mijn handeling ? De keuze hierbij is ook voor goed ontwikkelden vaak heel moeilijk, zoals bij de Indiase prins  Arjun ook het geval was. Ondanks zijn hoge educatie, hoge graad van devotie en -transcendentale capaciteiten, was hij niet in staat de juiste keuze te maken. Dit ook ondanks het onrecht welk hem, zijn broers en echtgenote was aangedaan. Staand tussen beide legers bij de aanvang van de Mahabharat-strijd, werd hij overmand door emoties toen hij zijn geliefde familieleden en gurus in het tegenkamp zag.

Was het wel goed, was het wel waard om voor de aardse rijkdommen te strijden tegen de eigen familie en leermeesters en hen misschien te moeten doden?

Zo ontstond op het slagveld Kurukshetra ongeveer 5.500 jr. terug, als het antwoord van Shri Krishna op deze vraag, de Bhagvat Gítā. Deze wijsheid werd overgedragen om Arjun te overtuigen voorbeeld stellend te strijden tegen de a-dharma, de onrechtvaardigheid/de onwaarheid en deze te vernietigen zonder aanzien des persoon. 

De tweestrijd van Arjun op het slagveld is een metafoor voor het dagelijks leven, voor de tweestrijd welke de mens zo vaak, vrijwel elke dag, op vele vlakken moet voeren.

Enerzijds de morele maatstaven, de waarheid, de plicht en anderzijds de emoties, de verlokkingen en vaak machteloosheid en de hieruit voortvloeiende besluiteloosheid.

De plicht om naar eer en geweten je functie uit te oefenen en je taken uit te voeren staat continue onder pressie van de telkens hogere prestatienormen en toenemende concurrentie, of van bijvoorbeeld torenhoge schulden en/of zucht naar bevrediging van ongebreidelde behoeften. 

Hoe verleidelijk is het dan niet om te zwichten voor de aangeboden grote sommen geld, bijvoorbeeld i.g.v. een opsporingsambtenaar, inkoopmanger en financial officer, om respectievelijk het onderzoek van een drugscase/witwasaffaire te verdoezelen, te knoeien met de offerteprocedure om de toekenning van een aankoopopdracht te beïnvloeden of de ogen dicht te doen voor geldstromen waarbij  gegronde vermoedens van criminele bronnen aanwezig zijn.

Aansprekend voor de doorsnee persoon is de dagelijkse werkelijkheid inzake bijvoorbeeld  de relaties tussen geliefden en tussen vrienden. *De dagelijkse verleiding is groot om een buitenechtelijke relatie aan te gaan met de knappe collega, met wie je elke dag meer uren doorbrengt aan het werk dan dat je de eigen partner ziet. De innerlijke strijd ontbrandt tussen het schuldgevoel wegens de zorgzame, liefhebbende vrouw/man thuis en de sexuele drang naar het samenzijn met de aantrekkelijke colega. *Vrienden die de relatie in stand houden enkel voor materieel profijt en niet durven de ander de waarheid te zeggen uit vrees voor verlies van de voordelen. Boeddha: ’zeg de waarheid en de laaghartigen zullen u haten’. Een tip mijnerzijds: ‘zeg het toch en u valt tevreden in slaap; de ware vriend blijft’.

Het slagveld is dus de dagelijkse werkelijkheid van alle relaties, waar het lichaam met het gedachtenproces in gevangen zit, in de strijd tussen de verlokkingen en de waarheid. Om dit proces te verduidelijken is er de metafoor van een koets met paarden, wagenmenner en de passagier/eigenaar. De koets is het lichaam, de passagier/de eigenaar van de koets is de ziel (het innerlijke), de wagenmenner/de bestuurder is het bewustzijn/de geest, de paarden zijn de waarnemingszintuigen (oog, oor, huid, neus, tong) en vormen samen met de teugels (de wil) de zinnnen.

De praktijk. Op de televisie ziet u een prachtige auto met financieringsmogelijkheden geadverteerd of je loopt langs de bakker en je ruikt de heerlijke geuren van gebak. De zintuigen ogen, oren en neus nemen enkel waar. Er ontwikkelt een sterke aantrekkingskracht (de paardenkracht) in de zinnen, die dan naar de autohandelaar, kredietverstrekker en bakker willen worden gevoerd om bevredigd te worden.

Een kundige wagenmenner/bestuurder, d.i. een bewustzijn welk voorzien is van goed intellect en voldoende wijsheid, zal de teugels echter strak houden; m.a.w.  de wil goed in handen hebben en de zinnen dus in bedwang houden. Dit door bijvoorbeeld aan te voeren dat het huishoudbudget niet toelatend is voor de aflossing en dat de zoetigheid niet past door een nù al te grote buikomvang. En indien toch nog het bewustzijn besluit om de auto te kopen, dan grijpt de ziel/de eigenaar in. Deze corrigeert het bewustzijn opdat alsnog de koets niet afwijkt van het pad van dharma. De ziel, het innerlijke als volkomen partikel van de Oer-Scheppende Energie, is  het geweten en kent altijd de juiste weg. Zijn whispering wordt echter vaak overklast door het luide geroffel, het getrappel en het gehinnek van de paarden, de doordrammende schreeuwende hartstocht van het irrationele verlangen, veroorzaakt door de omhulling van het bewustzijn met de wolk van onwetendheid. Wegens deze verduistering kozen zelfs de wijze leermeesters van Arjun de verkeerde kant, symboliserende de verkeerde keuzes door o.a. de wereldleiders, CEO’s , kerkleiders en politici heden ten dage.

Daarom, volg uw geweten en u zult nimmer de verkeerde keuze maken.  Onderwerp elke opkomende gedachte aan de dharma-toets van waarheid/rechtvaardigheid en u zult uw plicht naar verwachting vervullen. Zodoende zullen dan in het voorbeeld de opsporingsambtenaar, de inkoopmanager, financial officer en de naar de knappe collega hunkerende persoon, zich niet laten leiden door corruptieve neigingen, financiële – en overige verlokkingen en zich enkel richten op hun plicht, hun dharma  jegens de werkgever,maatschappij en partner. Zo blijft uw levenskoets op de juiste koers. Mahatma Gandhi: de fluistering van het geweten draagt verder dan de menselijke stem.

Pt. drs.R.P.Sitaldin (hindupriester/bedrijfseconoom/filosoof)