Navrátri en Rámnavmí groots gevierd

Van 15 t/m 30 maart was het Navrátri en op 30 maart was het ook Rámnavmí. Veel mandir’s hebben elke dag diensten gehouden; er zijn ook mandir’s die dienst alleen op hun vaste mandirdagen hadden en ook op de dag van Rámnavmí. Het was een beurtsyteem van de panḏit’s zodat elke dag een andere panḏit op vyás (de zetel van de panḏit) zat.

Ohm is naar enkele mandir’s op bezoek geweest en wat sfeerbeelden vastgelegd die we willen delen met de lezers. Tijdens al deze dagen waren de mandir’s druk bezocht. Op 30 maart overdag hadden enkele mandir’s in de ochtend dienst gehouden die niet zo druk was bezocht, ook vanwege het feit dat het op een door de weekse dag viel.  

Shri Krishna mandir ,Lachmonstraat,donderdag 30 maart 2023

Shri Krishna mandir ,Lachmonstraat,donderdag 30 maart 2023

Shri Radha Krishna mandir,Welgedacht A,donderdag 30 maart 2023.Bij deze mandir werd met de Hemchand Khajari samáj olv Harry GoerdienPalná gejhuláwe.Hij is tevens de voorzitter van de mandir

Shri Radha Krishna mandir,Welgedacht A,donderdag 30 maart 2023.Bij deze mandir werd met de Hemchand Khajari samáj olv Harry Goerdien Palná gejhuláwe.Hij is tevens de voorzitter van de mandir.

Shri Radhá Krishna mandir SSDP op maandag 27 maart 2023

Shri Krishna mandir Lalla Rookhweg,dinsdag 28 maart 2023

 

Bij de Shri Krishna mandir Kwatta is de mandir op Rámnavi dag donderdag 30 maart in de ochtend gehouden,de anderen in de avonduren

 

 

30 maart Rámnavmí: enkele feiten over de Rámáyaṇa

* Rámáyaṇa betekent letterlijk de levensdaden van Ram

* het is een epos (heldendicht)

* het is, na de Mahábhárata het grootste werk in het Sanskrit

* het werd in de 5de eeuw v. Chr. als eerst geschreven door Valmiki, de grootste dichter in het Sanskrit; de verzen, waarin hij schreef heten sloka’s

* de dichter Tulsidas (1532- 1623) schreef het daarna in 1575 in het Audhi (oost/oud/dorps Hindi), zodat het ook begrijpelijk werd voor het “gewone” volk; hij schreef het op palmbladeren en deed er twee en een half jaar over; hij noemde het boek: “Shri Ram carit mánas” wat betekent: het heilige meer van de levensdaden van Shri Ram; hij heeft het opgedragen aan Shiva in Banares, een heilige stad in India

* het bevat 8 hoofdstukken, die kánda’s worden genoemd

* het heeft ongeveer 50.000 verzen, geschreven in verschillende dichtmaten; de meeste verzen zijn caupái’s en dohá’s en in mindere mate soráthá’s en chanda’s

* hierin wordt het Goddelijke beschreven met menselijke kenmerken; God wordt voorgesteld als een ideaal persoon, purushottamah; hij wijst de mens de weg hoe God te realiseren door zijn plichten als zoon, koning, echtgenoot, broer, vriend etc. na te komen; zo alleen kunnen wij het beoogde levensdoel bereiken.

jahán sumati, tahán sampati náná, jahán kumati tahán bipati nidháná

Betekenis: daar waar er eenheid is, daar zal er succes zijn, daar waar er verdeeldheid is, daar zullen er problemen zijn

Raj Mohan brengt Hanumán Calisá in Rock- muziek versie uit

Raj Mohan, de onvervalste Sarnámi zanger uit Nederland heeft samen met zijn band Daayra in Nederland voor een super productie gezorgd van de alombekende Shri Hanumán Calisá. De zanger heeft er 5 jaar over gedaan om in een westerse muziekstijl ‘rock’ deze Calisá compleet op nieuwe toon en ritme te presenteren. De release vond wereldwijd tegelijkertijd plaats in India, Nederland, Suriname, de VSA en nog vele andere landen.

De Hanumán Calisá (veertig caupais (verzen) op Hanumán swámi) is een Sanátan hymne (stotra) ter ere van Hanumán. Het is geschreven door Goswámi Tulsidás in de Awadhi- taal en het is zijn bekendste tekst afgezien van de Rámcaritmánas Rámáyan. Het woord “cálísá” is afgeleid van “cálís”, wat het getal veertig betekent in het Hindi, aangezien de Hanumán Calisá 40 verzen heeft (exclusief de coupletten aan het begin en aan het einde).

De Surinaamse Kantráki/ Girmitiyá gemeenschap, verspreid over de zeven wereld zeeën, brengt de ‘Shrí Hanumán Cálísá’ uit in de allereerste hardrock versie. Deze Hanumán Cálísá is een poging om de hedendaagse Indiase/ Hindustáni kunst en cultuur te laten zien op een wereldwijd platform. De releasedatum was op 28 maart 2023, en dit valt in de periode van Rám Navamí (30 maart) en Hanumán Jayantí (6 april).

Raj Mohan, een afstammeling van de vierde generatie van de Kantráki gemeenschap die naar Suriname kwam en Manav- D, een afstammeling van de vijfde generatie uit Suriname, hebben deze moderne uitvoering van de Hanumán Cálísá gemaakt. Er staan nog vele klassieke bhajans/ devotionele nummers op de lijst om in een hedendaagse stijl tot het publiek gebracht te worden.

De makers hebben er 5 jaar over gedaan om deze produktie te realiseren en uit te brengen. De prachtige videoclip aan deze Calisá gekoppeld werd geschoten in Nederland en India. Het lied is tegelijkertijd ook beschikbaar gekomen op de grootste muziekkanalen op het internet zoals Spotify, ITunes, Saavn etc.

De rapper van deze hardrock band Daayra, Manav- D, zegt dat onze voorouders 150 jaar geleden in 1873 als contractarbeiders naar Suriname werden gebracht om te werken op de plantages. Zijn voorouders kwamen uit Gorakhpur, Uttar Pradesh.

De release van deze ‘Shrí Hanumán Cálísá’ is een uiting van hun culturele trots en is een eerbetoon aan hun voorouders die hebben bijgedragen aan de opbouw van hun gemeenschap in Suriname en Nederland.

Raj Mohan heeft een ruim repertoire aan liedjes in het Sarnámi gezongen en ook op dit vlak verwacht de artiest nog binnenkort een aantal nieuwe nummers uit te brengen. Sinds 2017 maakt hij met deze genre liedjes een enorme opmars mee in India waar hij sindsdien al meer dan 15 druk bezochte shows heeft verzorgd.

De artiest draagt zo op een bijzondere manier bij aan de bekendheid van Suriname in alle uithoeken van de wereld.

 

Radjen Baldew

 

 

30 maart 2023: Rámnavmí

De geboorte van Rám wordt elk jaar op de negende dag van de lichte helft van de maand cait (maart/april) gevierd. De maand cait is de eerste maand van de Hindoekalender. De lichte helft van de maand cait begint met de eerste navrátan. Gedurende de afgelopen negen dagen lang werd de godin Durgá vereerd op diverse plaatsen.

God Rám is de incarnatie (avatár) van God Vishṇu in zijn aspekt van Onderhouder of in stand houden van het leven en de wereld. Telkens als de mensen het laten afweten, als zij niet meer in staat blijken om de “dharma” oftewel de wetten van het leven en van de schepping, te onderhouden en de behoefte aan verlossing, aan bevrijding onder de mensen opkomt, incarneert de Almachtige God zich en komt Hij als mens onder de mens.

Als de dharma vervalt, zegeviert het recht op het onrecht, vieren corruptie en criminaliteit hoogtij en beginnen groepen van mensen verbitterd strijd tegen elkaar te voeren. De eerlijke en oprechte mensen, de gelovigen vinden geen rust meer. Ze dreigen onder de voet gelopen of vernietigd te worden door het kwaad. Zij bidden dan met al hun energie naar God en vragen Hem om verlossing van het kwade. Uit sympathie voor hen en vanuit de macht van de schepping neemt God dan een menselijke vorm aan om de gelovigen te beschermen en om de dharma weer te herstellen.

De dichter Tulsidás beschrijft in de Rámáyaṇa het volgende:                                   “Rám, op wie de grote wijzen en zieners mediteren, is niet de koning uit de geschiedenis van India. Hij is niet de zoon van koning Dasrath, vorst van Ayodhyá. Hij is de eeuwige, ongeborene, tijdloze en heeft een al-vorm”.

Wie het verhaal over Rám leest of hoort, wordt getroffen door de hoge idealen; namelijk idealen van dienstbaarheid, van liefdestrouw, en dergelijke. Toen de vader van Sítá zijn dochter aan Rám uithuwde, deed hij dat met de woorden: “Behandel je echtgenote als je metgezel in al je zaken”. Uit de woorden van Sítá’s vader blijkt duidelijk dat de vrouw niet ondergeschikt aan haar man moet leven. Met andere woorden, de vrouw wordt voorgesteld als vaste compagnon van de man.   

Wat moet de gelovige op deze dag doen?

Rám is om twaalf uur overdag geboren. De vrome Hindoes die normaliter vegetarisch eten, nuttigen op deze dag geen gekookt voedsel. De gelovigen gaan verder naar de tempel waar er passages uit de Rámáyaṇa wordt gelezen, in het bijzonder het verhaal over de geboorte van Rám. Ook worden door zanggroepen bhajans (religieuze liederen) over de geboorte van Rám ten gehore gebracht.

 

Rám Vandaná

nilámbuja-shyámala-komalángam,

Sítá-samáropita-vámabhágam;

pánau mahásáyaka-cárucápam,

namámi Rámam Raghuvansha-nátham.

Betekenis:

Hij, die een mooie donkere kleur heeft

gelijk een blauwe lotus en wiens lichaam

zacht is, aan wiens linkerzijde Sítá

prachtig gezeteld is; hij, die in beide

handen een zeer krachtige pijl en een

mooie boog draagt,

ik groet die Rám, Swámí van het

Raghuvansha geslacht.

 

Bron: De vijf juwelen van het Hindoeïsme

 

 

 

Brahma Kumaries: Gedachtestreepje en programma april 2023

Wereld Vrede Meditatie Uur

Zondag 16 april 2023

Tijd: 18.30 – 19.30u

Maandelijkse Lezing

Thema: Zinvol sparen in deze tijd

Datum: Dinsdag 25 april 2023

Tijd: 19.00 – 20.00u

Wij ontvangen u graag in ons centrum aan de Cattleyastraat.

ook via Zoom: 998 0629 9233

Raja Yoga Introductie Cursus

Start op maandag 3 april 2023

Tijd: 17:00u

Voor een persoonlijke afspraak: WhatsApp: (597) 883 4871

Of stuur ons een email bksuriname.programs@gmail.com

Cursus Positief Denken

Start op donderdag 20 april 2023

Tijd: 17:30u

Dadi Janki, een boegbeeld van onbevreesdheid

27 Maart was de herinneringsdag voor Rajyogini dadi Janki, gewezen administratieve leider van de Brahma Kumaris, die door haar herkenning van de Allerhoogste en de praktische toepassing van spirituele kennis wereldwijd een diepe indruk heeft nagelaten in de levens van velen. In liefdevolle herinnering delen wij enkele van haar inzichten. 

In de wereld van vandaag kunnen wij niet voorkomen, dat wij geconfronteerd worden met grote obstakels en ongewenste omstandigheden in ons leven. In de afgelopen jaren zagen wij duidelijk dat deze uitdagende omstandigheden steeds meer en meer blijven toenemen.

Wat moeten wij hiervoor doen en zijn van binnenuit? Wij moeten hiervoor steeds moediger en onbevreesder worden en blijven. Deze moed en onbevreesdheid zullen wij steeds meer kunnen ervaren door kracht te verzamelen. Onze eigen zuivere goede acties (gedachten, gevoelens, woorden en daden) en onze connectie en relatie met God, de Oceaan van Liefde, Kennis, Kracht en alle Goedheid zijn hiervoor de basis.

Dadi Janki (1916 – 2020).

 

Maandelijkse lezing

Dinsdag 28 maart

7:00 – 8:00 pm

Ook via Zoom ID 998 0629 9233

https://brahmakumaris.zoom.us/j/99806299233

– Gedachtestreepje –

Lieve vrienden, om shanti.

Rajyoga beoefenen betekent, jouw mind (gedachten en gevoelens) verbinden met God. Als we dit doen, worden wij onschudbaar en onwrikbaar en fluctueren wij emotioneel niet meer door allerlei omstandigheden.

We leveren allen inspanning om onbevreesd en vrij van vijandigheid te worden, ongeacht wat er om ons heen gebeurd. Stel jezelf de vraag: Ben ik ergens angstig voor? Heb ik een hekel aan iemand? Kijk ik naar de tekortkomingen van anderen?

Als je aandacht besteed aan de defecten van een ander, dan raak jij daardoor beïnvloed en worden ze op den duur onderdeel van jou. Leer daarom te kijken naar deugden en specialiteiten van anderen. Op deze manier zal jij deugdzaam worden. Als je onbevreesd wilt worden, stop dan met afkeer en haat jegens anderen. Maar hoe dan?

Om dit te kunnen doen is het belangrijk dat wij diep ingaan op de volgende  meest essentiële vragen en antwoorden van het leven: Wie ben ik in werkelijkheid? oftewel wat is mijn ware identiteit, wat doe ik hier? en Wie is daadwerkelijk van mij?

Ontdek het antwoord:

Ik ben een ziel en mijn nauwste eeuwige relatie is met God, als kind van de Allerhoogste Ziel, Mijn eeuwige Ouder.

Brahma Kumaris Spirituele Organisatie

Cattleyastraat 12

Zorg en Hoop

Suriname

Telefoon (597) 401144

WhatsApp (597) 883 4871

Internationale website

http://www.brahmakumaris.org

LIEFDE en liefde: is er een verschil?

 Vaak hoorde ik Guruji spreken over de ware onvoorwaardelijke liefde of, zoals hij het ook noemde, de lustloze liefde. Ik begreep wat hij bedoelde maar voelde het niet. Toen ik voor de eerste keer in de áshram kwam voelde ik een bijzondere energie. Een soort van seksloosheid, een gevoel dat het mannelijke of vrouwelijke geen lading of beter gezegd geen meerwaarde had. Maar midden in de samenleving voel ik het toch anders en ervaar ik dat het anders gaat.

Zo kunnen twee mensen, twee zielen, samen komen, de emoties hoog oplopend door de hormonen. De twee zielen zijn nog jong en hun toekomst ligt nog open. Ze zijn in vurig verlangen naar elkaar en willen bij elkaar zijn. Gewoon bij elkaar zijn omdat het fijn voelt.

Ieder heeft daar zijn of haar eigen reden voor. Behoefte aan genegenheid, geborgenheid, gezien worden, lust, weg van huis zijn, een maatje willen hebben en gierende hormonen zijn allerlei aanleidingen om samen te willen zijn.

In onze liefdesliedjes verheerlijken we de wederkerigheid en afhankelijkheid naar elkaar, zoals bepalend is in de wereldse liefde. Maar er is meer dan het fysieke omhulsel dat we hebben.

De afhankelijk die wij allemaal voelen en nastreven wordt gevoed door een gevoel van alleen zijn, van eenzaamheid; je afgescheiden voelen van het geheel. We doen moeite om er bij te horen en gezien en erkend te worden.

Als we in relatie met de ander niet geliefd worden, niet erkend worden in wie we zijn en er geen uitwisseling is, dan kunnen we de vraag stellen waarom we nog in relatie zijn. Is dan de maatschappelijke zekerheid of het niet alleen willen of durven zijn de reden om bij elkaar te blijven? Is de afhankelijkheid naar de ander misschien zo groot geworden dat je een leven zonder niet meer voor kunt of wil stellen.

Met de jaren zwakken de hormonen wat af en de emoties worden wat rustiger, de kinderen zijn er en de wens van de natuur is vervuld. Er zijn nu andere emoties dan in het begin.

Nu komt er meer respect, liefhebben en elkaars bescherming en veiligheid voelen. Elkaar helpen en ondersteunen in het proces van het leven.

Wat zijn onze verwachtingen en onze onuitgesproken verlangens naar de ander? Hoe gaan we om met de verlangens van de ander; kunnen we elkaar vinden of is het eng om zo dicht bij elkaar te komen. Dichtbij komen betekent dat het vertrouwen in jezelf en in de ander groot moet zijn om je helemaal bloot te durven geven. Het risico te nemen om jezelf te laten kwetsen. Afgewezen te worden, af geserveerd te worden is iets waar geen enkel ego op zit te wachten. Een afwijzing is een pijnlijke ervaring, waar we ons tegen willen beschermen. Dus bouwen we een schild op en laten de ander dichtbij komen, maar niet helemaal in ons innerlijke gevoel van de naaktheid van het bestaan.

Liefde is een groeiproces, groeien naar samen zijn. Liefde is overgave aan de ander, overgave in het vertrouwen. Het is in de grilligheid van het leven waar de stroom van het leven zijn weg vindt. In die stroom gaan we mee en kunnen wij de grilligheid van het leven overwinnen.

De saus van het eten is als de liefde in het leven, het dient niet flauw te worden, te heet en branderig kan zijn. We houden rekening met elkaar waardoor de smaak steeds weer een afstemmen is op de behoefte van het moment. Maar uiteindelijk wordt er wel steeds gegeten.

Als ik nu weer terugkeer naar Guruji zijn lustloze liefde, dan bedoelt hij de liefde waar er werkelijk om elkaar wordt gegeven, waar respect en belangstelling in- en naar elkaar centraal staan. Dit is wat Guruji bedoelde met lustloze liefde. Een liefde die ons alleen maar gelukkig maakt en de wereld om ons heen ook.

Een Liefde met een hoofdletter en de ander is een wereldse liefde met een kleine letter. Beide zijn oké, het hangt helemaal af wat je doel is in het leven. Dit heeft ook zijn impact op liefde vanuit lust en liefde vanuit een behoefte naar intimiteit. Beide zijn liefde met een kleine letter. Maar hier zie je het verschil in een liefde vanuit lust en een liefde waarbij intimiteit een grotere rol speelt dan de seksuele daad. Samen intiem kunnen zijn geeft gevoelens van geborgenheid en bescherming en tederheid. Gevoelens waar wij allemaal ook naar verlangen. Terug in de moederschoot van moeder natuur. Alleen voor deze gevoelens wordt niet uitgebreid reclame gemaakt op de Billboards.

Bron: artikel Ron van der Post, yogaleraar

 

22 Maart- 30 Maart: Navrátri

Een stukje symboliek

Veel hindu’s vieren nu Navrátri door te vasten, door naar de mandír te gaan, door te bidden thuis en pújá’s uit te voeren. Dit allemaal ter ere van Shakti Mátá, de oerkracht der natuur, het vrouwelijk aspect van het Goddelijke.

Navrátri is een belangrijke tijd van zuivering, bezinning en spirituele reiniging,  die 2 keer per jaar en wel aan het begin van de lente (cait: maart/april) en de herfst (kuár: september/oktober) plaatsvindt. Navrátri betekent 9 nachten. Deze 9 nachten zijn bij uitstek geschikt om een nieuw begin te maken in ons leven. Zoals wij 9 maanden in de buik van onze moeder verblijven, zo hebben wij deze 9 heilige nachten gekregen om weer een nieuwe start te kunnen maken met nieuwe kennis, spirituele rijkdom, shakti en de zegen die we hebben verkregen van Shakti Mátá.

De drie hoofdvormen van haar zijn:

1. Durgá Mátá, de Deví van Kracht. Zij geeft ons de shakti om adharma te vernietigen in ons en buiten ons, zodat wij de dharma kunnen onderhouden en beschermen.

 

2. Lakshmí Mátá, de Deví van Voorspoed en Geluk. Zij schenkt ons spirituele rijkdom en schoonheid en dit zal een ieder de kracht geven om spiritueel te groeien naar Bhagaván.

3. Sarasvatí Mátá, de Deví van de Wijsheid. Zij schenkt ons de kennis en wijsheid, zodat wij onderscheid tussen dharma en adharma kunnen maken en door de dharma uit te voeren zullen wij dichter naar Bhagaván toe groeien. Elke bhakta die in deze 9 dagen met volle devotie Mátá vereert, zal zich wijzer en geestelijk sterker voelen. Zelfs Shrí Rám heeft tijdens Navrátri gebeden om de zegen van Mátá te ontvangen, dat hij de shakti zou krijgen om Rávaņ te kunnen verslaan.

Wat kunt u thuis zelf doen? Elke dag kunt u dhár offeren op een reine plaats op het erf bv. onder een boom of op de plaats waar de jhandí staat. De dhár bestaat uit een lotá water, met sindúr, kruidnagel, kapúr, suiker, ním- bladeren en bloemen erin. Hierbij kunt u één van de onderstaande mantra’s reciteren:

Ter ere van Durgá-mátá:

Yá Deví sarva bhúteshu, shakti rúpeņa sansthitá; namas tasyai, namas tasyai, namas tasyai, namo namah.

Vertaling:

De Deví, die in elk wezen als kracht aanwezig is, haar aanbidden wij.

Ter ere van Lakshmí:

Shrí Lakshmí karotu kalyáņam, árogya sukha sampadám; mama shatru vinásháya, dípa jyotir namostute.

Vertaling:

O Lakshmí schenk mij rijkdom, voorspoed, geluk en gezondheid; verdelg al mijn vijanden, O Godin van het licht, Gij zijt gegroet.

Ter ere van Sarasvatí:

Varņánám artha- sanghánám, rasánám chandasám api; mangalánám ca karttárau, vande Váņívináyakau.

Vertaling:

Heil aan Sarasvatí en Gaņesh, die ons de letters met uitleg gaf, tevens de dichtkunst en poëzie.

De Yoga- visie op het ervaren van Geluk

Wat maakt me gelukkig? Wat heb ik nodig om gelukkig te zijn of te worden? En wat houdt het voor mij in om geluk te ervaren? Bestaat er een constant geluksgevoel?

“Gelukkig zijn’ is de meest subjectieve levenservaring:

Wij wensen je een gelukkig nieuwjaar. Er bestaan zoveel vormen van geluk als er mensen zijn. Het is een persoonlijke emotie, een gevoel van tevredenheid op dat moment in die situatie. Doordat onze emoties nogal fluctueren is de stabiliteit van dat geluksmoment niet permanent. En dat maakt dat wij blijven streven naar geluk.

Wanneer voel ik me gelukkig, wanneer voel ik innerlijke rust en tevredenheid in mij, en is deze innerlijke tevredenheid hetzelfde als mij gelukkig voelen? Die innerlijke stabiliteit, een basis en een verankering in mijzelf, geeft me rust en tevredenheid die ik kan omschrijven als me gelukkig voelen. Maar een groot deel van mij is verbonden met de buitenwereld. Nog steeds zoek ik de verbinding met de wereld om me heen en is mijn ego gevoelig voor alles wat er om me heen gebeurt. Om dan die rust en tevredenheid te vinden is het belangrijk om mijn innerlijke verankering te hebben.

Afhankelijk zijn van de veranderlijke buitenwereld maakt het lastiger om het geluksmoment te creëren. Ik blijf onderhevig aan mijn eigen emotionele drang, naar bevrediging van allerlei wensen en verlangens in de wereld. Daarom zal ik juist te maken krijgen met andere mensen en hun wensen en verlangens. Wat mij dan gelukkig maakt, is dat ik in die flow kan komen waar ik mijn ding mag doen met mensen die daar ook belangstelling voor hebben.

 Maar ik voel ook dat hoe sterker mijn innerlijke verankering is, hoe minder ik afhankelijk ben van mijn geluk in de wereld. Dan is mijn basisgevoel goed en terwijl ik toch, op een natuurlijke manier, gevoelig blijf voor complimentjes en kritiek. Vooral het samenzijn met mensen die op dezelfde lijn zitten geeft tevredenheid en een gevoel van geluk. Een gelukkig samenzijn, noemen we dat dan. Dat is ook de reden waarom we elkaar opzoeken.

Als ik kan reizen, als ik de kennis mag doorgeven, mag wandelen in de Himalaya en zwemmen in de zee, dat maakt mij gelukkig in de wereld. Een wandeling in het bos waar de natuur mij omringt als een warme deken. Als ik een glimlach van een kind zie, een spontane omhelzing van iemand krijg. Daar waar geen negatieve vibraties zijn, daar waar overeenstemming is tussen mijn innerlijke balans en mijn balans met de wereld. Ik voel me gelukkig met de omstandigheden waarin ik me nu bevind, dat het me allemaal is gegeven maakt me heel gelukkig en blij.

Vanuit de yoga- visie is het dus heel bepalend in hoeverre er vertrouwen is in je werkelijke zelf. Hoeveel zelfvertrouwen heb je? En hoeveel vertrouwen heb je in de wereld? Deze gevoelens naar jezelf en de wereld bepalen voor een groot deel in hoeverre je het geluk toelaat of niet. In hoeverre kunnen we in het moment leven zonder dat verleden of toekomst roet in het eten gooien. Zelfvertrouwen, weten wat je wil en in het moment kunnen leven, bevorderen het ervaren en vinden van het geluksgevoel. Of, zoals ik dat voor mezelf zou omschrijven, een gevoel van innerlijke tevredenheid, liefde en kalmte. Wetende dat ik voor verbetering vatbaar ben, ben en voel ik me op dat moment gelukkig. En naar mate de verankering er is, het innerlijke zelfvertrouwen, dan kan het in de buitenwereld onrustig zijn, maar dat tast dan het fundament, waar een hoge mate van geluk aanwezig is, niet aan.

Middels meditatie versterk en voed ik de verankering in mezelf. Zo voel ik dat het fundament steeds meer solide wordt naarmate de jaren verstrijken. Het geluksgevoel wordt daardoor minder afhankelijk van mijn activiteiten in de buitenwereld.

 

Bron: artikel Ron van der Post

www.yogastudie.nl

 

 

 

 

22 Maart- 30 Maart : Navrátri

Gedurende negen dagen vindt een bijzondere verering plaats: de verering
van de oerkracht der natuur, het vrouwelijke aspect van het goddelijke, bekend als Shakti of Deví of Durgá. Durgá is een gecompliceerd aspect van God en is de Shakti van het Onpersoonlijke Absolute, de vrouwelijke tegenhanger van de mannelijke grote Godheid. Vanuit die functie werd ze tenslotte beschouwd als de echtgenote van Shiva. Zij wordt ook wel Párvatí genoemd. Zij vertegenwoordigt de oerkracht van het leven.

Durgá heeft acht armen en drie ogen. Haar voertuig is een leeuw. In een mythe, waarin zij de strijd aanbindt tegen de demon Mahishásur, staan alle aspecten van God haar bij: elk van deze aspecten geeft de kracht, die ze bezitten, aan haar. Van Vishṇu kreeg zij het draaiende wiel (cakra); van Brahmá een kruik (kamaṇdalu); van Shiva de drietand (trishúl); van Indra een wapen (vajra); van Varuṇ een ketting van lotusbloemen (shakti áyudh); van Yamráj een zwaard (kharag phás); van Agnideva een pijl en boog (dhanushbán) en van Lakshmí de sieraden (shringár). En door deze gezamenlijke arbeid of inspanning is het Durgá mogelijk de demon te verslaan. Als Mahishásurmardaní wordt Durgá vereerd als beschermster van het recht, vernietigster van het kwaad en behoedster van Dharma, de goddelijke wet. Zij is enerzijds inspirerend, anderzijds bedreigend. En zo wordt zij ook afgebeeld: verschrikkelijk of mild, machtig of verzorgend. Een belangrijk aspect van haar is ook het gezamenlijke; met vereende krachten kan men veel bereiken. Mahishásur symboliseert al het kwade, het slechte in de mens, namelijk: begeerte, boosheid en hebzucht.

Maņtra ter ere van Durgá- Mátá

Aum aing hríng klíng cámuṇdáyai vicce.

22 Maart: Wereldwaterdag

De jaarlijkse Wereldwaterdag is een internationale dag in het teken van water op 22 maart. In 1992 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen om vanaf 1993 ieder jaar 22 maart tot Wereldwaterdag uit te roepen. De lidstaten worden opgeroepen op die dag de mondiale waterproblematiek bij een breed publiek kenbaar te maken, dit middels het organiseren van evenementen en het verspreiden van informatie over water.

De Wereldwaterdag wordt gecoördineerd door UN Water, het samenwerkingsverband tussen een dertigtal VN- instanties voor alle zoetwatervraagstukken.

Doelstelling

Het doel van de Wereldwaterdagcampagne is het bevorderen van het voorbereid zijn op rampen, het delen van kennis op regionaal niveau en het vergroten van het publieke bewustzijn over de diverse elementen van rampen die met water te maken hebben. Het is eveneens de bedoeling wereldwijd politieke en gemeenschapsacties ter voorkoming en verminderingen van water gerelateerde rampen te inspireren, opdat levens en bezittingen gered zouden kunnen worden. Daarnaast moeten de acties die vanuit Wereldwaterdag georganiseerd worden, bijdragen aan de Millennium Ontwikkelingsdoelstelling met betrekking tot het verminderen van armoede en het bouwen aan duurzame ontwikkeling.

Bron: Wikipedia