Kan een VN-verklaring over de rechten van inheemse volkeren, Evangelisatie stoppen?

  • Het argument voor het verbod op buitenlandse fondsen die naar conversieactiviteiten vloeien is nog nooit zo sterk geweest.
  • De Mauritius-verklaring heeft logica en moraal in  zich.

Eerder dit jaar bood het tijdschrift de National Geographic een ongebruikelijke ‘mea culpa’ voor zijn decennia van racisme en het niet-etaleren van oude en aboriginal Afrikaanse en Australische culturen. Het blad vroeg een hoogleraar van de Universiteit van Virginia, John Edwin Mason, om uit de archieven van het tijdschrift uit het begin van de 20e eeuw te onderzoeken op dergelijke vooroordelen, en hij kwam met een verwoestend oordeel. Om het tijdschrift te citeren: “Wat Mason, kort gezegd, ontdekte was dat tot de jaren ’70 National Geographic gekleurde  mensen die in de Verenigde Staten woonden bijna  negeerde, zelden hen erkenden als meer dan arbeiders of huishoudelijk personeel. Ondertussen beeldde het blad ‘inboorlingen’ elders af in elk type cliché, als exoten, beroemde en vaak ongeklede, gelukkige jagers, nobele wilden . In tegenstelling tot tijdschriften zoals Life, zei Mason, deed National Geographic er weinig voor om de lezers verder te brengen dan de stereotypen ingebakken in de blanke Amerikaanse cultuur. ‘

Een Afrikaanse filmmaker, Ng’endo Mukii, merkte de verontschuldiging op en merkte op dat het te laat was voor een verontschuldiging: “National Geographic’s Photography Erased People … Al meer dan een eeuw versterkten fotografen het idee dat zwarte en bruine mensen ‘bijna’ mens zijn . Dit heeft geleid tot wetenschap, politiek en de wereldwijde verdeling van rijkdom. “

Ze voegde eraan toe: “National Geographic en soortgelijke publicaties vormden de bouwstenen  die witte verlossercomplexen over de hele wereld hebben opgestookt. Samen met het christendom en het kolonialisme, dat een bijna volledige uitwissing van cultuur afdwong, heeft het de mythologie gevormd van de gekleurde  verdorvenheid, ons kannibalisme, ons excotisme en ons onsamenhangende zelfbeeld. ‘

Honderd jaar later, als twee roofzuchtige religieuze richtingen , het christendom en de islam, het voor elkaar krijgen om hetzelfde  een andere oude beschaving en cultuur nl.  het hindoeïsme  aan te doen door massale bekeringen van  Indische broers en zussen te orkestreren ,zal   er een soortgelijke verontschuldiging worden aangeboden. Dat kan dan wel ,  maar het  maakt geen verschil voor de aangerichte schade.

Om dit te voorkomen, heeft een kleine groep Indiasce-activisten een petitie gelanceerd die probeert om een ​​half miljoen ondertekenaars te verzamelen om haar bewering te ondersteunen dat conversie kolonialisme is: het vernietigt cohesie, gemeenschap, cultuur. Als het dit soort steun krijgt, zal de groep, verzameld onder de vlag van de Verklaring van Mauritius, wereldwijd een verbod op conversies zoeken en het Internationale Hof voor de Rechten van de Mens onder andere voor gerechtigheid bewegen.

Maar wacht. Is vrijheid van godsdienst geen fundamenteel recht onder de Indiase grondwet en ook niet wereldwijd?

Nou ja, niet altijd. De VN-verklaring van het recht van inheemse volken (DRIPS) suggereert dat religieuze bekeringen in wezen ongegrond zijn, omdat ze een aanval op diversiteit vormen. Onder andere de VN-verklaring, die in september 2007 door 177 landen is aangenomen, bevestigt dat …

“… alle doctrines, beleidsvormen en praktijken gebaseerd op of pleiten voor superioriteit van mensen of individuen op basis van nationale afkomst of raciale, religieuze, etnische of culturele verschillen, die zijn racistisch, wetenschappelijk onjuist, juridisch ongeldig, moreel verwerpelijk en sociaal onrechtvaardig.”

Het erkende “… de dringende noodzaak om de inherente rechten van inheemse volkeren die voortvloeien uit hun politieke, economische en sociale structuren en uit hun culturen, spirituele tradities, geschiedenissen en filosofieën, met name hun rechten op hun land, grondgebieden en hulpbronnen, te respecteren en te bevorderen” en uitte zijn bezorgdheid over het feit dat “… inheemse volkeren hebben geleden onder historische onrechtvaardigheden als gevolg van, onder andere, hun kolonisatie en onteigening van hun land, grondgebieden en hulpbronnen, waardoor ze worden belet om met name hun recht op ontwikkeling uit te oefenen overeenkomstig hun eigen behoeften en interesses … “. (Lees de volledige VN-verklaring )

Het betwiste punt is of de term “inheemse volkeren” alleen verwijst naar stammen die in hun eigen exclusieve zones leven, of zelfs niet-Abrahamitische culturen zoals het Hindoeïsme en zijn aanverwante stromingen .

Maar het brede punt over de vernietiging van culturen is zeker geldig. De geschiedenis van  bekerende religies zoals het christendom en de islam spreekt van veel vandalisme. Hoewel de vernietiging van Hellenistische, heidense en Romeinse culturen door het christendom goed is gedocumenteerd , wordt minder commentaar gegeven op de vernietiging van zijn eigen Islamitische erfgoed – om maar te zwijgen van de aanval van de Taliban op de Bamiyan Boeddha – door het Wahhabi-regime in Saudi Arabie. Een Time magazine-rapport uit 2014 had dit ervan te zeggen: “Meer dan 98 procent van de historische en religieuze sites van het (Saoedi-Arabische) koninkrijk zijn sinds 1985 vernietigd, volgens schattin van de  de Islamic Heritage Research Foundation in Londen. ‘Het is alsof ze de geschiedenis willen vernietigen’, zegt Ali Al Ahmed van het Institute for Gulf Affairs in Washington, DC. ‘

Een religieuze cultuur die zijn eigen erfgoed kan vernietigen, is niet in staat de culturen te sparen van diegenen die ze probeert te bekeren.

Een samenvatting van The Guardian van Catherine Nixey’s boek The Darkening Age: The Christian Destruction of the Classical World, zegt dit samengevat: “De botsing tussen de klassieke orde en het christendom is een verhaal over moord en vandalisme veroorzaakt door religieuze fanatisme … ”.

Het was deze ijverzucht, hoewel niet moorddadig in de Indiase context van de 19e en 20e eeuw, waar zowel Mahatma Gandhi als Swami Vivekananda zo tegen waren. Beiden waren tegen conversies, behalve als het een  puur persoonlijke beslissing was.

Hoewel Gandhi vaak wordt geciteerd als te hebben gezegd dat als hij de macht had, “het eerste dat ik zou verbieden, conversies” was, was zijn werkelijke stelling  dat het goed was voor een persoon om zijn religie te veranderen, maar verkeerd was  iemand te proberen converteren. In één gesprek antwoordde Gandhi: “Ik geloof niet in de bekering van de ene persoon door de andere. Mijn inspanning zou nooit moeten zijn om het geloof van een ander te ondermijnen, maar om hem een ​​betere volgeling van zijn eigen geloof te maken. Dit impliceert geloof in de waarheid van alle religies en daarom respect voor hen. Het impliceert wederom ware nederigheid, een erkenning van het feit dat het goddelijke licht door een onvolmaakt medium van vlees aan alle religies is gegeven, ze moeten in min of meerdere mate de imperfectie van het voertuig delen. “

Swami Vivekananda,zei  in zijn toespraak tot het parlement van religies in 1893, i ook  hetzelfde. “Zou ik willen dat de christen hindu zou worden? God verhoede het. Zou ik willen dat de hindu of boeddhist christen zou worden? God verhoede het. “

Een andere titan uit die tijd – B R Ambedkar – was het echter zeer oneens, en voelde dat die bekering hem een ​​uitweg bood voor de ontsteltenis van een verloederd kastenstelsel dat een enorm deel van de mensheid ontmenselijkte. Geconfronteerd met de beledigingen over de Dalits door hindus uit de kaste, beloofde Ambedkar niet om als een ​​hindu te sterven, en bekeerde hij velen tot het buddhisme voordat hij stierf.

De kwestie van religieuze vrijheid is triviaal. Het heikel punt is om te bepalen waar deze vrijheid moet worden uitgeoefend en waar deze kan worden misbruikt. Hoewel niemand het recht van een persoon kan ontkennen om een ​​religie van zijn of haar keuze te volgen, zoals Gandhi geloofde, kan dezelfde vrijheid worden uitgebreid tot zwaar gefinancierde religieuze organisaties die geld kunnen gebruiken om mensen bij duizend te bekeren, waardoor ze uit hun eigen culturen stappen en interne conflicten creëren ? Hoge druk marketing van religie zoals van  tandpasta veroorzaakt zeker schade aan het hele idee dat religie een speciale relatie is tussen mens en god.

Jaideep Prabhu, (in de Firstpost.com ), komt tegemoet aan de ongebreidelde vrijheid om te bekeren in culturen die niet vertrouwd zijn met conversietechnologieën. Hij schreef: “De verdediging van proselitisme en religieuze bekering baseert zich op de notie van religieuze vrijheid. Dit is een passende oplossing in een systeem waarin alle religies strijden tegen anderen voor volgers en de suprematie van hun waarheidsclaims, maar niet zo geschikt is in een situatie waarin sommige religies alleen eisen dat ze met rust  gelaten worden. Zoals Jakob de Roover van de Universiteit Gent betoogt, onderschrijft het liberale principe van religieuze vrijheid impliciet de Abrahamistische kijk op de wereld dat religie draait rond doctrines en waarheidsaanspraken en dat burgers niet alleen in de vrije markt van religieuze ideeën moeten kunnen kiezen maar anderen moeten overtuigen van iemands overtuigingen. “

Prabhu voegt hieraan toe: “Makau Mutua van de Staatsuniversiteit van New York, Buffalo, legt de inherente vooroordelen van religieuze vrijheid bloot door te stellen dat de doctrine het speelveld voor alle religies niet gelijk maakt, maar een verplichting schept voor Dharmische systemen – waarvoor ze niet zijn cultureel afgestemd – om te concurreren zoals het geloof van Abraham dat doet. Dit komt ten goede aan de evangeliserende religies in hun zoektocht naar intellectuele hegemonie. In essentie is de voorkeur die getoond wordt aan de competitie van ideeën niets minder dan een culturele invasie in een scheve wedstrijd om lokale gewoonten te elimineren. “

Een zaak die in 2010 door het Amerikaanse Hooggerechtshof werd beslist, biedt een nuttige analogie over de vraag of de vrijheid van godsdienst die aan een persoon wordt gegeven, evengoed van toepassing is op een krachtige kerk met een waarde van meerdere miljarden dollar. De zaak ging niet over religie, maar over vrijheid van meningsuiting, die beide worden gegarandeerd door het eerste amendement op de Amerikaanse grondwet.

In dit geval (Citizens United Versus Federal Election Commission) bepaalde het Amerikaanse Hooggerechtshof, met een kleine meerderheid van 5-4, dat bedrijven en vakbonden hun onbeperkte middelen kunnen gebruiken voor het beïnvloeden van electorale uitkomsten. Als ze dat niet toestaan, zou dat een beperking van de vrijheid van meningsuiting betekenen.

De vier dissidente rechters, geleid door Justice John Paul Stevens, wezen op de travestie hierin. Hij schreef: “De strakke en aforistische benadering van het Eerste Amendement door het Hof zal ongetwijfeld het vermogen van gewone burgers, het Congres en de staten om zelfs maar beperkte maatregelen tegen de bedrijfsoverheersing van het verkiezingsproces te nemen, verlammen. Amerikanen kunnen worden vergeven als ze niet het gevoel hebben dat de rechtbank vandaag de zaak van zelfbestuur naar voren heeft gebracht. ‘

Simpel gezegd, het meerderheidsoordeel stelde kunstmatige personen (vennootschappen, vakbonden) met miljarden oorlogswapens tot hun beschikking, op dezelfde voet als natuurlijke personen (individuele burgers) in de kwestie van de vrijheid van meningsuiting.

De analogie in de religieuze sfeer is dit: kunnen krachtige religieuze instellingen, met miljarden dollars in hun bezit , het recht hebben om religie te verkopen  aan individuen met beperkte kennis om die beslissingen te nemen?

Het antwoord in elke democratie is dat vrijheid van meningsuiting meer is bedoeld voor individuen dan voor bedrijven; vrijheid van religie gaat over de persoonlijke uitoefening van keuze, niet om een ​​vrijwaring waarin kerk- en moskeebedrijven met meerdere miljarden dollar gewone mensen naar  hun zijde verleiden.

In India wordt het veld zelfs hier tegen Hindoes gekanteld, want de meeste rijke tempels worden door de staat gerund terwijl kerken en moskeeën privé worden gerund door gelovigen.

Het argument voor het verbod op buitenlandse fondsen die naar conversieactiviteiten vloeien is nog nooit zo sterk geweest. De Verklaring van Mauritius, die ik heb gesteund, heeft logica en moraliteit aan zijn zijde.

Jagannathan is Editorial Director van Swarajya

Bron: #SWARAJYA

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *