02 t/m 10 April: Navrátan
Navrátan of Navrátri (lett. “9 nachten”) is een periode van vasten en bezinning. Met de 1ste Navrátan begint tevens het nieuwe jaar van de hindú’s! Tijdens Navrátri wordt er gezongen en gebeden voor de universele Moeder, Durgá (lett. “Zij die alle onheil verdrijft”),
die uitkijkt naar al haar kinderen die haar aanroepen om zo kracht te krijgen om door het leven te kunnen gaan. Iedere nacht staat voor een krachtverschijning (shakti) van Godin
Durgá, ook wel gekend als Párvatí, de metgezellin van Shiv Bhagván, de krachtverschijning van de schepping en roeping van de mens. Er zijn eigenlijk 4 perioden van Navrátan in een jaar, waarvan de 1ste en de 3de bekend zijn en gevierd worden. De 2de en 4de zijn meer
voor hen die de Durgá pújá strikt naleven en voor m.n. de paṇdit’s en de guru’s, die voor de samenleving bidden. Alle 4 Navrátri’s vallen op de 1ste dagna nieuwe maan.
*De 1ste is de Caitrí Navrátri, genoemd naar de 1ste maand cait (mrt./apr.), welke in het voorjaar/de lente valt: de overgang van koude naar vruchtbare/warme perioden, waarbij het land weer bewerkt wordt voor de landbouw om de wereld te kunnen voorzien van voedsel.
*De 2de Navrátri valt in de periode áshárh (juni/juli) in het regenseizoen; de mens maakt zich op om de landbouwproducten te beschermen tegen het overvloedige water. Er wordt gebeden voor een ieder. *De 3de is de Shárdey of Ashviní Navrátri, omdat het gevierd wordt in
de maand áshvin. Het weer verandert van warm naar koud. Om de kou goed te kunnen doorstaan, wordt massaalgebeden voor vruchtbaarheid enwarmte. De oogst wordt voor een deelbinnengehaald en opgeslagen. Ook wordt de oogst geofferd aan de sádhu’s (heiligen).
* De 4de is Paush Navrátri (dec./jan.); het is een koude periode en de grond heeft minder kracht doordat de zonnekracht ook minder is. Men probeert in deze periode zoveel mogelijk de kou te doorstaan.