12 Januari: Geboortedag Swámí Vivekánanda

“Geliefde broers en zussen, ik wil u bedanken, ik wil u bedanken namens de moeder van alle religiën om mij hier een kans te geven. Ik wil u bedanken namens de religie die de wereld geleerd heeft om een ieder en alles te accepteren hoe het is, en namens de religie die een ieder accepteert.”
Dit waren de wijze woorden van Swámí Vivekánanda tijdens zijn speech op het Wereld Religiën Forum in 1893 en deze werden begroet met een luid applaus van langer dan 5 minuten. Zijn speech zorgde ervoor dat men het hinduїsme begon te waarderen in het westen en opende de deur van India op het gebied van religie.
Swámí Vivekánanda werd geboren op 12 januari 1863 in Calcutta, India als Narendra Dutt. In zijn jongere jaren was hij erg stout en koppig, maar tegelijkertijd was hij ook erg vriendelijk, gelovig en vrijgevig. Hij leerde zijn vrienden om sterk en zonder angst te leven. Hij vervolgde zijn studie aan de Universiteit van Banares. Daar leerde hij o.a. van een oude monnik, toen hij op een dag wegrende voor een stel apen, om niet weg te rennen en om angst en bron van problemen aan te kijken en te trotseren; lafaards hebben nooit iets kunnen bereiken.
Na al zijn studies ging Narendra op zoek naar het spirituele en nam toen Sanyás: hij zou verder leven als een monnik. Toen kreeg hij de naam Swámí Vivekánanda.
Tijdens zijn zoektochten ontmoette hij de oude Swámí Shrí Rámakrishna Paramahansa, over wie hij heel wat geruchten had gehoord dat hij met God kon communiceren. Na een aantal proeven te hebben genomen op hem begon Swámí echt te geloven in hem en accepteerde hem als zijn gurú. Na vele tochten in India, waar hij zijn wijze woorden aan de man bracht, werd Swámí in 1893 door zijn gurú gestuurd naar het Wereld Religiën Forum in Chicago. Hier vertelde Swámí over het hinduїsme in makkelijke en inspirerende woorden en had op hetzelfde moment al duizenden opvolgers in Amerika gemaakt. Hij ging van stad naar stad om de mensen te inspireren. Tegelijkertijd was hij de spreker die het minst gaf om naam en faam. Elke avond dat hij in het buitenland zat, bad hij om een snelle terugkeer. Terwijl hij in een rijk land zat, kon hij er niet tegen dat miljoenen van zijn landgenoten omkwamen van de honger. Swámí Vivekánanda heeft vele inspirerende religieuze, spirituele en filosofische boeken, gedichten en liederen geschreven.
Laten wij hindú’s ook het voorbeeld nemen aan Swámí Vivekánanda en proberen onze dharma, onze cultuur te vertegenwoordigen en de mensheid te verbeteren.
NB! Het gedachte goed van Swámí Vivekánanda wordt in Suriname ook uitgedragen door de Hindu Swayamsewak Sangh, een jeugd organisatie met een sterk vormingskarakter.

Bron: OHM