147 jaar Hindustaanse Immigrate – Vereniging Arya Dewaker
Na de afschaffing van de slavernij in Suriname op 1 juli 1863 ontstond er een groot arbeidstekort op de vele plantages. Nederland, het toenmalige moederland van de kolonie Suriname, besloot dit vraagstuk aan te pakken middels onderhandelingen met Engeland, zodat zij contractarbeiders kon aantrekken vanuit Brits-Indië. Pas tien jaren na de afschaffing van de slavernij kwam de immigratie van deze Hindustaanse contractarbeiders goed op gang. Vanaf 1873 tot 1916 zijn er 64 vaarten vanuit Brits-Indië hier naartoe geweest die er in totaal 34.304 contractanten hebben gebracht.
Op 4 juni 1873 meerde het eerste zeilschip, de Lala Rookh, in ons land aan met 399 contractanten aan boord. Op 5 juni 1873 zette de eerste immigranten voet op Surinaamse grond. De immigranten moesten onder de gestelde voorwaarden in de door hen getekende contracten de opengevallen plaatsen van de vrijgekomen slaven op de plantages invullen. Bij het zich niet houden aan deze voorwaarden riskeerden zij strafmaatregelen tegen zich welke bekend stonden als de poenale sanctie. Redenen daartoe zouden kunnen zijn bijvoorbeeld onwelwillendheid om de zware arbeid te verrichten, verzuim of het zich wegtrekken van de werkvelden (desentie).
Het opleggen van voornoemde straffen was in eerste instantie een aangelegenheid van de gezaghebbenden van de plantages, later van de districtscommissaris en tenslotte van de kantonrechter. De gemiddelde leeftijd van de contractanten was gesteld op 22 jaar voor de mannen en 18 jaar voor de vrouwen. Na afloop van het 5-jarig contract hadden de ex-contractanten de keuze uit de volgende drie opties:
- het aangaan van een nieuw contract
- een vrije terugkeer naar Brits-Indië of
- zich hier vrij blijven vestigen na het verkrijgen van een eigen stuk landbouwgrond.
Slechts 11.512 ex-contractanten zijn toen naar Brits-Indië teruggekeerd. De laatste vaart is geweest op 24 mei 1916. Een aanzienlijk deel, nl. het twee derde deel van hen, koos er toch voor om zich voorgoed hier te blijven vestigen. Hun nazaten maken thans dan ook een groot deel uit van de bevolking van Suriname. Dit deel van het volk is haar voorouders dan ook zeer erkentelijk voor de offers die zij hebben gebracht. Het feit dat zij zich het leed hebben getroost om onder de toen zeer ongunstige omstandigheden toch voor dit prachtige land te kiezen om hun bijdrage te leveren aan de opbouw en ontwikkeling van Suriname is bewonderenswaardig.
De volgende mantra uit het slotgedeelte van de Rigwed houdt ons trouwens ook het volgende voor:
Om, sangacchadhwam samwadadhwam samwo manaansi jaanataam,
dewaa bhaagam yathaapoorwe sanjaanaanaa upaasate
hetgeen betekent:
laat ons eensgezind optrekken en met alle wijsheid en oprechtheid onze verantwoordelijkheden dragen, zoals onze voorouders dat altijd hebben gedaan.
De vereniging Arya Diwaker feliciteert de totale Surinaamse samenleving met de herdenking van 147 jaar Hindustaanse immigratie op 5 juni 2020.
Namens: het Hoofdbestuur en de Mediacommissie van vereniging Arya Dewaker.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!