170 miljoen euro voor hulp aan Rohingya
Het aantal Rohingya dat naar Bangladesh vlucht groeit. Volgens de VN is nog veel meer geld nodig.
Internationale donoren, waaronder veel regeringen en de Europese Unie, hebben vandaag op een conferentie in Genève zo’n 170 miljoen euro toegezegd voor hulp aan Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh. Eerder was al 100 miljoen beloofd en de Verenigde Naties verwachten dat nog meer zal worden toegezegd. Volgens de VN is tot eind februari nog eens 100 miljoen extra nodig.
De afgelopen twee maanden zijn ruim 600.000 Rohingya-moslims vanuit Burma gevlucht naar buurland Bangladesh. Shameem Ahsan, de Bengaalse ambassadeur bij de VN, sprak vandaag van een ‘onhoudbare situatie’ in zijn land. “Ondanks tegenovergestelde beweringen gaat het geweld nog altijd door”, aldus Ahsan. “Er arriveren dagelijks nog steeds duizenden vluchtelingen.”
De EU zegde vandaag 30 miljoen euro toe, Koeweit beloofde 13 miljoen en Groot-Brittannië 14 miljoen. De Nederlandse regering had eerder deze maand al 2 miljoen euro toegezegd. “Dit is geen geïsoleerde crisis”, verklaarde Mark Lowcock, de VN-chef voor humanitaire hulp. “Dit is slechts de laatste ronde in tientallen jaren van vervolging, geweld en verdrijving.”
Geen erkenning
Toen de huidige crisis in Burma twee maanden geleden begon, waren er al zo’n 200.000 Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh. Daar zijn er door het laatste geweld nog eens ongeveer 600.000 bijgekomen, waardoor het totaal nu op ruim 800.000 komt.
De meeste van de vluchtelingen bivakkeren in geïmproviseerde kampen en hulpverleners kunnen de opvang nauwelijks aan. Veel vluchtelingen hebben te weinig te eten, de hygiëne is beroerd en ziekten als cholera liggen op de loer.
Een complicerende factor is dat Bangladesh de nieuwkomers tot nu toe officieel niet erkent als vluchtelingen. De Bengaalse regering weigert dit, omdat zij hoopt dat de Rohingya zo snel mogelijk terugkeren. De regering in Dhaka wil om die reden ook liever niet dat er echte scholen worden opgezet in de kampen. “Dat is inderdaad een gevoelige politieke discussie”, beaamt Maya Vandenent, een manager van VN-kinderorganisatie Unicef, in Bangladesh. “De officiële lijn is hier dat de Rohingya tijdelijke gasten zijn, die om humanitaire redenen zijn toegelaten, maar die snel weer teruggaan.”
Indringers
De islamitische Rohingya-minderheid wordt in het overwegend boeddhistische Burma al sinds jaar en dag onderdrukt. Veel Burmezen zien de Rohingya als ‘illegale indringers’ uit Bangladesh. De meeste Rohingya zijn ook geen staatsburgers, hebben daardoor slecht toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, en zijn relatief arm.
Het recente bloedvergieten begon op 25 augustus, toen Rohingya-rebellen politieposten en een legerbasis aanvielen. Burmese troepen reageerden daarop met een keiharde anti-guerrilla-operatie. Tientallen dorpen gingen in vlammen op, duizenden mensen werden gedood, en de huidige vluchtelingenstroom kwam op gang.
Bron: TROUW