21 februari: Internationale Moedertaaldag
Elk jaar wordt door de UNESCO op 21 februari de Internationale Moedertaaldag gevierd. Deze dag staat in het teken van de taalkundige en culturele diversiteit en de meertaligheid. Voor de UNESCO zijn talen het instrument om het culturele erfgoed levend te houden. Door de moedertaal in ere te houden, blijft de taalkundige en culturele traditie bestaan en wordt men zich meer bewust van de verschillen tussen etnische groepen. Dit leidt mogelijk tot meer begrip.
Aanleiding om de Internationale Moedertaaldag op 21 februari te vieren, zijn de rellen in 1952 toen diverse studenten omkwamen tijdens demonstraties om het Bengaals, de zesde taal van de wereld, erkend te krijgen als een officiële taal van Pakistan. Pakistan bestond toen uit Oost- en West-Pakistan, het huidige Bangladesh en het huidige Pakistan. De regering had gesteld dat uitsluitend het Urdu de taal van Pakistan was.
De Internationale Moedertaaldag werd voor het eerst in 2000 gevierd. Het bericht dat hiertoe in 2001 opriep, meldde dat er toen ongeveer 6700 talen waren.
Wat is een moedertaal?
Een moedertaal (of T1) is een taal die tijdens de jeugd, zonder formeel taalonderwijs, wordt verworven. Kenmerkend voor moedertaalsprekers van een taal zijn de intuïties die zij hebben over wat in hun taal al dan niet gezegd kan worden.
Het vermogen een taal zonder formeel onderwijs op een hoog niveau te verwerven vermindert naarmate een persoon ouder wordt. In de moderne taalkunde wordt het intreden van de puberteit doorgaans als afsluiting beschouwd van de kritische periode waarin moedertaalverwerving mogelijk is.
Bij voldoende blootstelling in hun jeugd kunnen sprekers een groot aantal T1’s verwerven. Twee-en meertaligheid zijn in grote delen van de wereld de norm. In de westerse landen verdringen de nationale standaardtalen de regionale variëteiten, en tendeert de bevolking naar eentaligheid. In die landen zijn het tegenwoordig vooral kinderen van migranten die tweetalig zijn. Zij verwerven op jonge leeftijd zowel de moedertaal van hun ouders als de taal van het land waar ze opgroeien.
Een taal die niet als moedertaal wordt beheerst, is de tweede taal (of T2). Het verwerven van T2’s gaat veel moeizamer dan van een T1 en voor het op niveau houden van de kennis ervan is doorgaans een veelvuldig gebruik noodzakelijk. Bij een moedertaal is sprake van taalwerving en bij een tweede taal gaat het om het aanleren.
Hoe goed iemand een tweede taal echter ook leert spreken, het niveau van de eigen moedertaal zal nooit bereikt worden. Aan onder andere een accent, zinsopbouw, woordkeuze en grammaticale fouten zullen moedertaalsprekers nog altijd duidelijk kunnen horen dat het niet de moedertaal van de spreker is.
Bronnen: Wikipedia, de stedenwijker.nl