21 juni: Internationale dag van Yoga: “Yoga is het beheersen van de wijzigingen van het denken” (deel 1)

De grondlegger van Yoga is Patánjali, die 200 jaar voor chr. geleefd heeft. De naam Patánjali komt uit het Sanskrit en kan vertaald worden als “waterkom”. Hij zag zichzelf als ontvanger van Amrita “een godendrank” die wijsheid over het eeuwige leven schenkt. De Yoga- Sutra’s van Patánjali zijn een prachtige basis voor de yoga-beoefenaar. De sutra’s zijn aforismen en kunnen werken als een soort gids voor je leven waar je altijd op terug kunt vallen. Het doel van de Yoga-sutra’s is het om aan te geven waar het werkelijk om draait in de yoga-beoefening. Bovendien krijg je zicht op de hindernissen van het leven (klesha’s), hoe deze te verzwakken om vervolgens te

komen tot “Samádhi” of eenwording.

In het boek De Yoga-sutra’s van Patánjali wordt in de 2de sutra al duidelijk gemaakt wat yoga precies is. De sutra luidt: “Yoga Chitta Vritti Nirodha“.

    • Yoga: eenwording.
    • Citta: gedachten of geheugen.
    • Vritti: indruk of verstoring.
    • Nirodha: blokkeren, ophouden of beheersen.

Zo kunnen we stellen dat de 2e sutra betekent: “Yoga is het beheersen van de wijzigingen van het denken.” 

Wat zijn de de 5 klesha’s (oorzaken) van het lijden?

In De Yoga-sutra’s van Patánjali wordt er duidelijk gesproken over het ophouden of laten verdwijnen van de oorzaken van het lijden, de 5 klesha’s. Het woord klesha komt uit het Sanskrit en betekent: obstakels, aandoeningen of problemen.

De 5 klesha’s zijn:

  1. Onwetendheid – Avidya

De eerste en belangrijkste hindernis is onwetendheid. Het is de eerste klesha en deze is direct de voedingsbodem van de andere klesha’s.                                                Onwetendheid (A= niet, vidya = weten) gaat er over dat je bepaalde dingen niet kunt zien voor wat ze werkelijk zijn. Je denkt dat je eigen perceptie de waarheid is, in plaats van de werkelijke waarheid. In ons dagelijkse leven maken we onderscheid in mensen, gevoelens, ervaringen enzovoorts. De yoga-filosofie stelt dat het in essentie allemaal verbonden is en voorkomt uit dezelfde bron namelijk Purusha. Je ervaart dit in het persoonlijke leven door het toenemende contact met Átman. De mens neemt dan Átman of het hogere Zelf waar, met als kern de universele rust/liefde, die altijd aanwezig is. De vaardigheid die meditatie en later contemplatie heet, brengt dit tot stand.

  1. Gehechtheid: Asmita

Gehechtheid staat voor een valse identiteit, het gevoel van “ik ben”. Vanaf kinds af aan creëren we een identiteit op basis van onze fysieke, mentale en emotionele gesteldheid, we associëren ons hier mee en denken dat we dat zijn. We identificeren ons met het ego of de persoonlijkheid. In je leven neem je verschillende rollen aan die allemaal weer een eigen functie dienen. Denk aan: de ouder, de broer of zus van, de goede werknemer, de sportieveling en de slimme leerling. Waar we in ons taalgebruik bijvoorbeeld zeggen: “Ik ben rijk of ik ben arm, ik ben oud en ik ben jong”, dat ben je in essentie niet. Het is een perceptie van je identiteit en die kan en zal ook weer veranderen.

  1. Egoïsme: Rága

Egoïsme is de aantrekkingskracht voor zaken die je voldoening geven. Ons verlangen naar fijne ervaringen zorgt voor een eindeloze zoektocht naar het bevredigen van al deze verlangens. Als we niet kunnen krijgen wat we willen, dan lijden we. Wanneer we wel krijgen wat we willen, verdwijnen onze gevoelens van plezier erg snel en beginnen we opnieuw met onze zoektocht naar een fijn gevoel waarbij we vast komen te zitten in een eindeloze cyclus.

4. Haat: Dvesha

Haat staat voor een sterke afkeer. Het zorgt er voor dat we de dingen vermijden die ons ongelukkig maken. Het is gebaseerd op de veronderstelling dat externe factoren de oorzaak zijn van die vervelende emoties, pijn en lijden. In ons leven doen we er alles aan om dit te vermijden. Alles wat ons ego bedreigt proberen we te vermijden. Wanneer er sterke verlangens zijn die de persoonlijkheid beheersen, ontwikkelen we sterke aversies wanneer deze verlangens niet worden bevredigd. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille, ze zijn met elkaar verbonden. Terwijl het zich in werkelijkheid allemaal binnen in de mens afspeelt en niet daar buiten.

  1. Angst: Abhinivesha

 De verdichting neemt nog verder toe. De grootste angsten komen tevoorschijn. We zijn bang om onze gehechtheden los te laten. Diep van binnen weten we wel dat het enige constante in het leven verandering is en toch kan de mens in angst er niet meer bij. Bang bijvoorbeeld om alle materiële dingen kwijt te raken. Men ziet iets tegemoet, met zeer sterke emoties van afkeer. Dat wat we iets niet onder controle hebben is de kern van angst. Alle angsten van welke soort dan ook, komen eigenlijk uit de angst voor de dood. We noemen het overleven. De mens staat vol in de overlevingsmodus en de spanningen zijn groot.

De Yoga-sutra’s van Patánjali, de kennis daaruit, helpt de mens om de 5 klesha’s te verzwakken, om te komen tot het ultieme einddoel: Samádhi, of eenwording, eenheid.

Bron: De Yogaschool