25 november: Internationale Dag ter Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen

Een gigantisch aantal vrouwen heeft in haar leven eens mee te maken, en erger nog: vaak blijven zulke zaken onbekend. Vrouwen zijn bijvoorbeeld bang voor repercussies of om niet serieus te worden genomen, of denken zelfs dat geweld in sommige gevallen normaal of hun eigen schuld is. Op 25 november staan we stil bij dit maatschappelijke probleem. We kijken naar de omvang ervan, en proberen het via publiciteitscampagnes en voorlichting aan te pakken.

Deze VN-Dag is in 1981 opgericht door vrouwenorganisaties wereldwijd. Aanvankelijk was de Dag grotendeels gericht op vrouwen uit ontwikkelingslanden, omdat zeker huiselijk geweld daar vaker voorkomt. 25 november is als datum gepakt, omdat in 1960 op deze datum 3 vrouwenrechtenactivisten op brute wijze werden vermoord in Honduras, in opdracht van de president.

Waarom we geweld tegen vrouwen moeten uitbannen
Geweld tegen vrouwen en meisjes is een van de meest wijdverspreide, aanhoudende en verwoestende schendingen van de mensenrechten in onze wereld, en wordt nog steeds grotendeels niet gemeld vanwege de straffeloosheid, stilte, stigma en schaamte eromheen.

In algemene termen manifesteert het zich in fysieke, seksuele en psychologische vormen, en omvat het:

  • intiem partnergeweld (mishandeling, psychisch misbruik, verkrachting binnen het huwelijk, femicide);
  • seksueel geweld en intimidatie (verkrachting, gedwongen seksuele handelingen, ongewenste seksuele toenadering, seksueel misbruik van kinderen, gedwongen huwelijken, intimidatie op straat, stalking, cyberpesten);
  • mensenhandel (slavernij, seksuele uitbuiting);
  • vrouwelijke genitale verminking; en
  • kindhuwelijk.

Geweld tegen vrouwen blijft een obstakel vormen voor het bereiken van gelijkheid, ontwikkeling, vrede en voor de vervulling van de mensenrechten van vrouwen en meisjes. Al met al kan de belofte van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) – niemand achterlaten – niet waargemaakt worden zonder een einde te maken aan geweld tegen vrouwen en meisjes.

Bron: FijneDagVan
United Nations