30 oktober: Diváli
Diváli wordt gevierd in de maand kártik (okt./nov.) met nieuwe maan, wanneer het pikdonker is. Diváli komt van het Sanskritwoord Dípávali, dat een rij lampjes betekent. Vandaar dat het ook Dípa-utsav, het lichtfeest, genoemd wordt.
Hierbij staat één thema centraal, nl. de overwinning van het licht op de duisternis, van het goede op het kwade, van kennis op de onwetendheid, van recht, waarheid en orde op onrecht, onwaarheid en chaos, van welvaart en voorspoed op armoede en werkloosheid.
Daarom is Diváli in de eerste plaats gewijd aan Mahá-Lakshmí, de Godin van licht, geluk en voorspoed, van schoonheid en rijkdom en de beschermster van moraal en ethiek. Er wordt een pújá ter ere van haar verricht. Enkele historische mythologische gebeurtenissen liggen ten grondslag aan het Diválifeest, nl.:
* De kroning van Shrí Rám.
Shrí Rám keerde na een ballingschap van 14 jaar terug naar zijn rijk Ayodhyá, nadat hij de wrede koning Rávaṇ van Lanká had gedood. Hij werd toen tot koning gekroond. Uit blijdschap hadden de bewoners van Ayodhyá hun huizen versierd en met rijen lampjes verlicht om enerzijds hun Heer hartelijk te verwelkomen en anderzijds de overwinning op een kwade macht te vieren.
* Voor de boeren/handelaren is het een oogstfeest:
wanneer de oogst binnengehaald is, is het tijd om te feesten. Alle moeite van het harde werken is dan beloond. Lakshmí, als symbool voor rijkdom, is verkregen en de handel is op gang gekomen. Redenen genoeg om haar te vereren.