Adviescommissie decoraties: ‘Wat bij ons binnenkomt, is geheim’
Er is dit jaar een recordaantal (639) personen in aanmerking gekomen voor een onderscheiding van staatswege. Voor de commissie die de president adviseert over voordrachten is dit een aanwijzing dat de bewustwording om anderen te waarderen voor hun inzet en verdiensten is toegenomen. De Ware Tijd grijpt deze markant gebeurtenis aan voor meer inzicht in het proces van de toekenning van decoraties. Commissievoorzitter Henk Peneux: “Wij werken op basis van vertrouwen.”
Het toekennen van decoraties dateert van lang terug. Vóór 1975 toen Suriname nog deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden, werden er al onderscheidingen toegekend aan staatsburgers. De ere-orden droegen toen nog de naam ‘Orde van de Nederlandse Leeuw’ of ‘Orde van de Oranje Nassau’. Deze onderscheidingen werden verleend door de gouverneur als vertegenwoordiger van en namens de koningin. Na de onafhankelijkheid, toen Suriname zelfstandig werd, besloot Johan Ferrier (de eerste president) om deze traditie voor te zetten maar dan wel op de eigen Surinaamse wijze. Hij gaf aan een groep de opdracht om dit process voor te bereiden waarna de wetten tot instelling van de Ere-orde van de Palm en de Ere-orde van de Gele Ster tot stand werden gebracht. Hiermee werden de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van de Oranje Nassau vervangen. Aan de hand van deze wetten (beide dateren van mei 1977) werd vervolgens de adviescommissie voor Surinaamse onderscheidingen ingesteld. Henk Peneux, oud commissaris van politie, is vanaf 2011 voorzitter van dit orgaan dat in totaal zeven bestuursleden telt.
Taak
“De commissie heeft als taak ervoor te zorgen dat alle voordrachten voor een onderscheiding worden bestudeerd en beoordeeld aan de hand van de wetten die er zijn. Als betrokkene voldoet aan de vastgestelde regels en eisen die daarin zijn verwerkt wordt die voorgedragen aan de president met het advies om de persoon te decoreren”, vat Peneux samen. Ook buitenlanders die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor Suriname kunnen een decoratie krijgen. De uiteindelijke beslissing of aan iemand een onderscheiding zal worden toegekend, ligt bij de president die de Grootmeester is van de Ere-orde. De hoogte van de onderscheidingen (zie kader) wordt bepaald aan de hand van de verdiensten van de persoon. Iedereen mag voordragen, maar de commissie adviseert om dat zoveel mogelijk door of via organisaties, serviceclubs, verenigingen of andere instanties via de districtscommissarissen in wiens district de prestaties zijn geleverd (of daarbuiten) te doen.
Onderscheidingen naar klasse: Zilver, Goud, Ridder, Officier, Commandeur, Grootofficier en Drager Groot Lint (hoogste onderscheiding). De President verleent ere-onderscheidingen van de Republiek Suriname aan daarvoor in aanmerking komende personen op voordracht van de Regering. (artikel 108 Grondwet).
Vaderlandsliefde
In de wetten is omschreven volgens welke uitgangspunten iemand wordt onderscheiden. Uit de voordrachten moet onder meer blijken: beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het vervullen van burgerplichten of bijzondere verdiensten op het gebied wetenschap of kunst uitzonderlijke verdiensten jegens de Republiek Suriname of haar staatburgers. “Maar”, benadrukt Peneux, “iemand die een helfhaftige daad heeft verricht, komt direct in aanmerking voor een ridderorde”. Voorstellen over personen met een gevangenisstraf van drie jaar of meer worden niet in behandeling genomen. De commisssie behandelt ook geen voordrachten van personen die reeds zijn overleden, omdat de onderscheidingstekens die van staatswege worden verstrekt persoonsgebonden zijn. Die dienen volgens de wet bij overlijden weer ingeleverd te worden. Dat geld took voor iemand die reeds is gedecoreerd en daarna een hogere onderscheidingsteken ontvangt. Nadat de voordrachten binnen zijn, komen de commissieleden bijeen om die te behandelen. “We stemmen niet overnight. Als we niet meteen consensus kunnen bereiken voor een voordracht buigen we ons bij de eerstvolgende vergadering weer daarover totdat er overeenstemming is bereikt.”
Vertrouwen
Peneux erkent de kritieken die zo nu en dan worden geleverd over bepaalde personen die een onderscheiding hebben gekregen. “De commissie is niet in staat om de honderden voordrachten te onderzoeken op juistheid”, benadrukt hij meermaals. “Wij werken op basis van vertrouwen. De persoon die een ander voordraagt, moet dat in alle vertrouwen doen. Men mag niet jokken”. Hij benadrukt evenwel dat de commissieleden een zekere deskundigheid en achtergrond hebben en middels hun eigen richtlijnen de juistheid over een voordracht kunnen toetsen. “U wilt niet weten wat mensen allemaal schrijven. Soms zijn het een hoop dingen waarvan achteraf blijkt dat die niet kloppen. Men jokt gewoon”. Echter, er zijn ook gevallen waarbij iemand, van wie achteraf blijkt dat die het niet heeft verdiend, erdoorheen ‘glipt’. Ach, mek a go. Maar weet wel dat we ons niet opnieuw zullen laten pakken.”
Geen invloed
De commissie toest de voordrachten uitsluitend aan de vastgestelde regels en eisen. “Mensen worden ook voorgedragen door politici, dat is geen probleem. Men moet echter niet proberen om invloed uit te oefenen op het werk van de commissie. Wij letten op hetgeen is vastgesteld in het stuk en oordelen naar de wettelijke regelingen ter zake.” De president is evenwel niet verplicht om het advies van de commissie op te volgen, maar Peneux zegt dat het onder zijn voorzitterschap tot nu toe niet is voorgekomen da teen advies van de commissie is afgewezen. “De president vertrouwt en respecteert het advies van ons volkomen. Er worden ook rechtstreeks voordrachten bij hem gedaan, maar ook die worden voor advies naar de commissie doorgeleid”, spreekt hij vanuit zijn ervaring tot nu toe.
Voor de commissievoorzitter is het mooie aan een onderscheiding dat degene die is voorgedragen het zelf niet weet. “Wat bij ons binnenkomt is geheim. De verrassing komt op de dag waarop betrokkene een uitnodiging krijgt names de president om te worden gedecoreerd. De persoon die voordraagt wordt dan ook uitgenodigd aanwezig te zijn en op die dag gaan de twee mensen elkaar feliciteren. Dan zie je wie die ‘boosdoener’ is geweest”, lacht hij. “Dat is het mooie ervan”.
Bron: De Ware Tijd – 10 december 2018
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!