Asthánga Yoga: de Yam’s en Niyam’s
Yoga heeft 8 takken (Ashtánga Yoga), namelijk yam (universele ethische discipline), niyam (zelfdiscipline), ásan (lichaamshoudingen), práṇáyám (beheersen van de ademhaling), pratyáhár (beheersing van de zintuigen), dhyán(meditatie), dháraṇá (concentratie) en samádhi (opgaan in wijsheid).
De Yam’s en Niyam’s
Patanjali onderscheidt 5 yam’s en 5 niyam’s.
Onder het begrip yam kunnen we o.a. verstaan: “het voorkómen van, het onder controle houden van, het bedwingen van”. De regels moeten beoefend worden in het dagelijks leven om een geordende maatschappij te verkrijgen waarin elk individu weet hoe hij/zij zich moet opstellen tegenover zijn medemens, de andere levende wezens en de natuur om zich heen. Het sociaal gedrag staat hier centraal.
De 5 yam’s zijn:
- Ahimsá: geen levend wezen pijn doen, noch in gedachten, woord of daad. Tot op zekere hoogte is deze regel door ons allen te volgen in het dagelijks leven door o.a.:
* ons erin te oefenen geen gedachten te koesteren welke een medewezen pijn of verdriet zou kunnen bezorgen;
* geen krenkende woorden te gebruiken, mondeling noch schriftelijk;
* niet uit zelfzucht of wraak te handelen en door niet te doden;
* alle opkomende negatieve gedachten te onderdrukken en deze te vervangen door positieve.
- Satya: het betrachten van de waarheid in gedachten, woord en daad.
Zorg voor harmonie in denken, spreken, schrijven en handelen. Zeg de dingen zoals ze zijn, zoals je die zelf gezien, gehoord en ervaren hebt. Als je onwaarheid spreekt, zul je met gewetensbezwaren rondlopen. Verzin geen leugen om een onwaarheid (leugen) te verdoezelen; je hebt dan geen rein geweten. Erken dus je fouten en tekortkomingen.
- Asteya: niet stelen, rechtmatig bezit. We kunnen asteya zien als het opgeven van diefstal in gedachten, woord en daad. Bezit van datgene wat je niet aangeboden is of wat je niet verdiend hebt, is diefstal. Zeg, huur of inspireer nooit iemand om te stelen of te beroven. Bij jou zal er dan ook niet gestolen worden. Onderdruk de gedachten om te verlangen naar andermans bezit.
- Brahmacarya: celibaatschap, studentenperiode.
Dit houdt in een zodanig gedisciplineerd gedrag te ontwikkelen, waardoor men steeds een hoger levensniveau bereikt. Zulks kan bereikt worden door o.a.:
* controle op onze zintuigen, i.h.b. onze geslachtsorganen;
* afblijven van verdovende middelen en casino’s;
* respect hebben voor voorbeeldige guru’s, ouders, leerkrachten en leiders.
- Aparigraha: onthechting, het opgeven van materieel bezit, dat ons ervan weerhoudt ons te bekwamen in de beoefening van de yam’s en niyam’s Wanneer de binding met deze objecten verdwijnt, dan kunnen we werken aan de geestelijke verheffing van onszelf en anderen tot welzijn van de gemeenschap. We moeten ons laten leiden door ons intellect, voordat we tot handelen overgaan.
Onder het begrip niyam kunnen we o.a. verstaan: regel, norm, methode, discipline. De hieronder vallende leefregels zijn voor het individu zelf: de instelling van het individu t.o.v. zichzelf staat centraal.
De 5 niyam’s zijn:
- Shaucam: het zorgen voor zowel lichamelijke als geestelijke reinheid
- Santosh: tevredenheid, berusting, niet klagen
- Tapa: een eenvoudig en rein leven leiden, energie in zichzelf te ontwikkelen om o.a. dorst, honger, kou, hitte, ongemak en tegenslagen te verdragen alsook zijn/haar verlangens en driften onder controle te hebben
- Svádhyáya: zelfstudie, zelfeducatie; studie van spirituele werken/geschriften om te komen tot zelfrealisatie en godsrealisatie; overdracht van kennis.
- Íshvar-Praṇidhán: meditatie; het besteden van tijd en energie aan devotie en nobele zaken in gedachten, woord en daad, zonder daarbij te denken aan de resultaten, de vruchten van zijn positieve handelingen (nishkám karma).