Áyurveda en voeding

 Áyurveda is de traditionele geneeswijze uit India, die er van uit gaat, dat gezondheid te maken heeft met de energiebalans van je lichaam en geest. Ziekte vloeit voort uit een verstoring in deze energiebalans en kan opgelost worden door o.a. veranderingen in de voeding. Deze theorie ligt niet ver van de voedingstheorieën van tegenwoordig, maar toch zitten er een aantal haken en ogen aan.

 Volgens de Áyurveda ontstaat een ziekte in eerste instantie in de geest en als dit herhaald genegeerd wordt, ook in het lichaam. De geest wordt als het ware gezien als de regisseur van de energieën in het lichaam.

De energie in geest, lichaam en de wereld om ons heen heeft drie verschijningsvormen: váta (impulsenergie), pitta (vuurkracht) en kapha (structuurkracht). Váta is de grootste veroorzaker van onevenwichtigheden. Ieder mens heeft een unieke energieverdeling, die bij de geboorte bij iedereen optimaal in balans is. Zodra we groeien raakt deze energie echter uit balans door verstorende elementen uit onze wereld, w.o. ook de voeding. Mensen kunnen aan hun gedrag herkennen welke energiesoort bij hen het meeste uit evenwicht is. Voor elke energiesoort zijn vervolgens verschillende maatregelen in levenswijze, beweging en voeding opgesteld om de energiebalans weer in evenwicht te krijgen.

 

In de Áyurveda is lichaamsbeweging belangrijk, m.n. in de vorm van yoga. Topsport wordt echter gezien als ongezond. 

Met betrekking tot de voeding wordt aanbevolen om dagelijks op regelmatige tijden, drie verse maaltijden te nemen. De bedoeling is dat je bewust met het eten bezig bent, dus niet met andere activiteiten bezig zijn z.a. tv kijken. Een andere belangrijke richtlijn is dat de lunch de grootste maaltijd van de dag behoort te zijn en het ontbijt de kleinste. Je moet zowel warm eten als warm water drinken. Alcohol en koffie zijn uit den boze.

Het voedsel behoort alle zes smaken te bevatten: zoet, zuur, zout, bitter, scherp en wrang. De voedingsrichtlijnen verschillen per persoon en heeft alles te maken met welke energiesoort uit balans is.

Mensen met te veel váta hebben honger op willekeurige momenten en slaan vaak maaltijden over; verder uit dit zich in impulsiviteit, emotionele uitbarstingen, verlies van concentratie, rusteloosheid en een slechte eetlust. Dit wordt veroorzaakt door stress, spanning, lichamelijke uitputting, verslaving, te weinig slaap en emotioneel lijden. Ook te veel koud, rauw of gedroogd voedsel kan leiden tot een overvloed aan váta. Om dit weer in evenwicht te brengen, wordt aanbevolen om veel aandacht te besteden aan wat en hoeveel je eet en drinkt.

Mensen met te veel pitta leven volgens de klok en hebben een hekel aan tijd verspillen. Ze zijn gauw kwaad, geïrriteerd, ongeduldig en hebben veel last van driftuitbarstingen. Deze mensen voelen zich vaak uitgehongerd als het eten te laat gereed is. Pitta ontstaat uit onderdrukte kwaadheid, frustratie of wrok, maar ook uit moeheid en stress. Zij moeten verslavende middelen en voeding dat scherp gekruid, zuur, vet, gebakken of gezouten is verminderen. 

Te veel kapha heeft tot gevolg dat je lang in je bed blijft liggen, besluiteloosheid bent en een drang naar koffie hebt. Je voelt je suf, mat, verdoofd of zelfs depressief. Zulke mensen zoeken emotionele troost door eten. Een overdaad aan kapha kan ontstaan door terugtrekkingsgedrag na stress en spanning, depressieve gevoelens, het binnenhouden van emoties, onzekerheid, te veel slaap en door zware voeding met te veel suiker, zout, vet en ook gebakken voedsel. Het advies is om meer aan lichaamsbeweging te doen en minder voedsel met te veel suiker, zout en vet te gebruiken.

De Áyurvedische denkwijze is inspirerend en kan mensen met eetproblemen of overgewicht en disbalans in energie, helpen.

                                      Bron: art. Reshma Chandrikasingh, áyurvedisch practitioner