Belangstelling voor docudrama ‘Het geheim van Mariënburg’ duurt voort
Negen jaar na de première van ‘Het geheim van Mariënburg’ van filmmaker Ramdjan Abdoelrahman in Suriname is er nog steeds een enorme belangstelling voor het docudrama. Vrijdagavond organiseerde het Lalla Rookh Museum een filmavond in verband met de herdenking van de massamoord op 29 juli 1902. Al anderhalf uur vóór aanvang waren de 165 beschikbare stoelen bezet en ondanks dat er hier en daar nog enkele werden geplaatst, moesten zeker zeventig mensen teleurgesteld naar huis. “We bieden onze verontschuldigen aan die mensen aan”, zegt Farid Ketwaru, voorzitter van het museum. Afhankelijk van de belangstelling zal de mogelijkheid worden bekeken voor nog een filmavond. Overwogen wordt een voorinschrijving via Facebook te houden.
Tekst door Audry Wajwakana
Het is de derde keer in de afgelopen vier jaar dat de film bij Lalla Rookh is vertoond. De vorige keer was in 2017. “De film is niet in ons bezit. Via één van de acteurs is de maker benaderd voor de vertoning.” Ketwaru denkt dat de enorme belangstelling komt door de lange Covid-19-periode waarbij mensen ’s avonds weinig entertainment hadden en omdat de toegang gratis was.
De film gaat over de gebeurtenissen op plantage Mariënburg aan het begin van de twintigste eeuw en begint op het moment dat de Hindostaans-Nederlandse Reshna naar Suriname komt voor haar vader, die een onverklaarbare ziekte heeft opgelopen. Samen met haar Surinaamse nicht probeert ze te weten te komen over haar familiegeschiedenis waarover haar grootmoeder heel geheimzinnig doet.
Massagraf
‘Het geheim van Mariënburg’ voert de kijker terug naar de suikerplantage in 1902, waar de arbeids- en leefomstandigheden van de contractarbeiders heel erg slecht waren, wat ertoe leidde dat een grote groep arbeiders in juli van dat jaar in opstand kwamen. Directeur Mavor werd door de woedende menigte met houwers en stokslagen gedood.
De onderdirecteur vluchtte naar de overzijde van de rivier, naar de politiepost op plantage Fredriksdorp, van waaruit alarm werd geslagen naar Paramaribo. Militairen en politieagenten trokken naar Mariënburg en arresteerden meer dan honderd mannen, onder wie een aantal die niets met de opstand te maken hadden.
Omdat de arbeiders weigerden weer aan het werk te gaan, kregen de gewapende machten het bevel om op de menigte te schieten met als gevolg achttien doden en tientallen gewonden. De doden werden in een massagraf ‘begraven’ waarover ongebluste kalk werd gegooid. Tot heden is het graf onvindbaar.
Jongeren
Vrijdagavond waren veel jongeren aanwezig. Een vrijwilliger van het museum die het gebouw om kwart voor zes openmaakte, was erg verrast dat er toen al drie stonden te wachten … bijna twee uur voordat de vertoning zou beginnen.
De studenten Chandani Sharma en Romaana Jantoe, beiden 21 jaar, zeggen te hebben genoten van de film. De grootouders van Sharma wonen nog te Mariënburg. “Mijn opa heeft in de fabriek gewerkt en hij vertelde veel over die periode. Zelf heb ik veel erover gelezen en zocht al een tijdje naar deze film, dus toen de vertoning op social media bekend werd gemaakt wilde ik er sowieso bij zijn.” Voor Jantoe is de film een mooie manier om de diepere betekenis van de achteruitgang van Mariënburg te kunnen begrijpen.
De tweelingbroers Ardjen en Roël Kalpoe (20) hebben de documentaire voor het eerst gezien. “Het is prettig om op deze manier te leren over wat onze voorouders tijdens de contractperiode hebben meegemaakt, maar ook over Mariënburg zelf. Over het gebeurde had ik al in een boek gelezen, dus ik wist wat over die periode”, zegt Roël.
Zijn broer vindt het meest verrassende in de film het schieten op weerloze mensen. “Ik had niet verwacht dat gericht zou worden geschoten. We leren veel over de wreedheid van de slavernij, maar nu zien we dat het er tijdens de contractperiode niet minder wreed aan toeging. Die 24 uur straf aan mensen, geboeid aan de handen en op de knieën met een stok tussen de achterdijen en kuiten is helemaal nieuw voor mij. We zijn een paar keren naar Mariënburg geweest, maar nooit is er over deze straffen verteld”, zegt Ardjen.
Publicaties
In de loop van het jaar wil het museum nog twee docudrama’s vertonen. Het ene gaat over de contractarbeider Munshi Rahman Khan, die in 1898 vanuit Brits-Indië (het huidige India) naar Suriname kwam en een dagboek bijhield. Als geletterd moslim verwierf hij een bijzondere positie binnen de overwegend hindoeïstische gemeenschap en werd een bruggenbouwer tussen moslims en Hindoes in Suriname. De andere film is over de verzetsstrijdster Janey Tetary, eveneens uit Brits-Indië die de opstand op plantage Zorg en Hoop in 1884 leidde.
Bij de ingang van de zaal stond er vrijdag een tafel met publicaties die bij het museum te koop zijn. Ook de mini-expo ter gelegenheid van 149 jaar herdenking Hindostaanse immigratie is nog te zien tot de eerste week van augustus. Vroege bezoekers bekeken de oude uitvergrote foto’s op de panelen.
Bron: De Ware Tijd 25-7-2022