Buddha Jayantí

Buddha werd op Púrṇimá (dag van volle maan) van de maand Vaishákh (april/mei) in het jaar 563 v. C. aan de voet van het machtige Himálaya -gebergte als zoon van koning Shuddhodan en koningin Máyá geboren.

Het woord Buddha is een titel met de betekenis “de Verlichte”.
Zijn eigen naam was Siddhárth, hetgeen betekent: “Hij die zijn doel heeft bereikt.” Zijn familienaam was Gautam.
Boeddhisme is de leer van Buddha. Het symbool van het Boeddhisme is een wiel met acht spaken. Dat staat voor het “achtvoudige pad”.
Elke spaak betekent een deel van de levenshouding die je nodig hebt om steeds weer het middelpunt te vinden.

De weg tot de opheffing van het lijden is dit “heilige achtvoudige pad”, nl.:
1. het juiste geloof (erkenning van dharma en de 4 nobele waarheden)
2. het juiste besluit (verlangen naar verlossing; geen begeerte, wrok of haat koesteren)
3. het juiste woord (niet liegen, kwaadspreken of harde taal gebruiken)
4. de juiste daad (niet doden of stelen, geen overspel plegen, niet zelfzuchtig handelen)
5. het juiste gedrag (vrij van leugen, bedrog, list)
6. de juiste inspanning (beheersing van de begeerten, oefening van de wil)
7. de juiste meditatie (waken over het lichaam, het gevoel en de wil)
8. de juiste concentratie (bereiken van inwendige kalmte, volmaakte zuiverheid).

De grote Rishi Asita voorspelde dat Buddha de Dharma-Cakra (het Wiel van de Wet) in beweging zou brengen. De wijzen voorspelden, dat het kind een Wereldleraar zou worden als hij het wereldlijk leven vaarwel zou zeggen.
En dit geschiedde, nadat Siddhárth na aanschouwing van het menselijk lijden, tot in het diepste van zijn innerlijk geroerd werd en zich voornam de mensheid uit haar lijden te verlossen.
Zijn hele leven heeft de Buddha gewijd aan het verzachten van het leed van de mensheid. Zijn eerste optreden in 528 v. C. was zijn beroemde preek in het Hertenpark te Sárnáth (nabij Banáras), waar hij het Wiel van de Wet in beweging bracht (Dharma-Cakra-Pravartana).

45 jaren heeft Buddha het hele subcontinent doorkruist en zijn
Vier Nobele Waarheden verkondigd, nl.:
-er bestaat lijden (dukh);
-dit lijden heeft een oorzaak (samuday);
-het lijden kan worden opgeheven (nirodh);
-er is een weg die tot opheffing van het lijden leidt (márg).

Op 80-jarige leeftijd legde hij het sterfelijk lichaam af en ging het Nirváṇa (verlossing) in (483 v. C.). Maar het Wiel van de Wet is blijven voortdraaien en heeft de Triratna (de Drie Juwelen) nl.:
-Buddha (de Persoon),
-Dharma (de Wet) en
-Sangha (de Orde) in grote delen van de wereld gebracht.

In overeenstemming met de Upanishad’s heeft hij de wereld een majestueuze heilsleer geschonken:
“Weest een licht voor uzelf, zoekt een toevlucht in uzelf, niet in anderen.”
In onze moderne wereld, gekenmerkt door geweld, onrust en gespletenheid, is de boodschap van de Buddha hard nodig.