Aparigraha/hebzuchtloosheid
Hebzucht betekent te veel en meer willen hebben dan noodzakelijk is – vaak om het hebben. Iets willen hebben komt voort uit een gevoel van leegte. Vanuit deze leegte ontstaat het verlangen om die leegte te vullen. Zijn wij bevredigd in het verlangen dan proberen we dat in stand te houden en om nog meer en vaker die bevrediging te verkrijgen. Hebzucht heeft ook te maken met het willen vasthouden van wat we hebben. Een zucht naar het willen hebben wordt een doel in het leven van alle dag. Vooral als we werkelijk geloven in de leegte die wij denken te hebben en dat we dat, wat we verkregen hebben, ook weer kwijt kunnen raken.
In de regel wordt aparigraha (hebzuchtloosheid) als sluitpost van de yama’s gezien, terwijl het in mijn optiek de basis is. Hebzucht is immers vaak het zaad voor diefstal, oneerlijkheid en geweld. Deze negatieve aspecten van ons gedrag verdwijnen eerder of kunnen moeilijker ontkiemen als hebzucht überhaupt niet gezaaid wordt. We zijn niet allemaal een “Paramahamsa”: hij die geen verlangen heeft vanuit zichzelf. Elementen als begeerte en gretigheid zijn in onze maatschappij juist sterk aanwezig. Van alle kanten worden we gestimuleerd en verleid om te consumeren en te kopen. Onze status lezen we vaak niet af aan wie we zijn als méns, maar aan ons bezit.
Hebzucht geeft aanleiding tot allerlei soorten ongemak, onvrede, pijn, rusteloosheid, onzekerheid, ongedisciplineerdheid en ongeloof waarmee de mens altijd al geworsteld heeft. Door haar verkwistende en verspillende werking kan hebzucht een vernietigend effect hebben op de levenskracht. Je hechten aan iets hangt vaak sterk samen met dat iets willen hebben. Soberheid en genieten van het leven kunnen echter heel goed hand in hand gaan. Tracht daarom een gevoel en instelling te creëren van het kunnen genieten op basis van eigen behoeften en mogelijkheden.
Streven naar hebzuchtloosheid wil niet zeggen dat je zo min mogelijk moet kopen, maar dat je op een gezonde manier met je behoeften en wensen omgaat. Zoek een goede balans. Wat heb je nodig om beter en/of prettiger te functioneren? Staan je wensen in verhouding tot je behoeften? Geeft het vervullen een meerwaarde aan je leven? Wat is reëel met betrekking tot de maatschappij waarin je leeft? Analyseer wat er onder je drang naar bezit schuilt gaat.
Fysieke afwezigheid van hebzucht
Lichamelijke hebzuchtloosheid uit zich in de kunst van het goed omgaan met de materie. In hoeverre laat je toe dat het materiële en stoffelijke jou bepaalt of geef je juist het spirituele de leiding? Tracht naar behoefte iets te nemen en neem het niet omwille van het doel op zich. Behalve aan genotsmiddelen kun je hierbij denken aan geld, relaties, luxeartikelen, tijd…. Fysieke hebzuchtloosheid impliceert niet dat je je lichamelijk alles volledig moet ontzeggen. Integendeel, onderken juist dat er realistische en noodzakelijke behoeften zijn en streef ernaar die te vervullen. Je periodiek onthouden van zaken kan een stap zijn in het proces van onthechten, maar vermijd krampachtigheid, starheid of dwangmatig handelen. Je zintuiglijke behoefte naar bevrediging blijft onverminderd aanwezig en het heeft geen enkele zin om die te ontkennen of verdringen. Ga er op een “speelse” manier mee om en zoek een goede balans.
We hebben als mensen niet alleen rechten maar ook plichten. De betekenis van de uitdrukking Noblesse Oblige (Adel Verplicht) is in onze samenleving grotendeels verloren gegaan. We geven en delen niet meer, omdat we dat aan onze stand verplicht zijn, maar omdat we kortstondig geroerd worden door beelden van emotionele ellende of door een gladde prater overtuigd worden van een goed doel. In de yogafilosofie is het een vanzelfsprekende levenshouding dat overvloedige gaven moeten worden doorgegeven naar nobele, humanitaire en spirituele doeleinden.
Verbale afwezigheid van hebzucht
Verbale afwezigheid van hebzucht wil simpel zeggen dat je geen intrigerende, verlokkende of schrille woorden gebruikt om de zintuigen van jezelf of anderen te activeren. Je voelt geen valse geldingsdrang, wil niet opvallen omwille van het opvallen en hoeft niet zo nodig in het middelpunt van de belangstelling te staan. Verbale hebzuchtloosheid uit zich juist in het géén aandacht willen hebben, het níet belangrijk willen zijn. Deze houding komt echter niet voort uit verlegenheid, angst of valse bescheidenheid. Je voelt van binnenuit gewoon niet echt de behoefte om je te laten zien en/of horen. Het beoefenen van meditatieve stilte (maun) is van groot belang bij het overwinnen van verbale hebzucht.
Intellectuele afwezigheid van hebzucht
Je zintuigen registreren slechts zaken en hebben zelf geen oordelende, onderscheidende eigenschappen. Je intellect zorgt voor het onderscheid, duidingen, overwegingen en het maken van keuzes. Je moet de zintuigen op een wijze manier gebruiken en met je intellect beschermen, zodat zintuiglijke ervaringen je niet in hun greep kunnen houden. Als je organen zich namelijk aan dingen hechten, wil je geest of ego ze vervolgens bezitten. Wanneer je geest eenmaal iets bezit, vreest hij dit kwijt te raken. Je raakt in beroering en verkwist Prāna of levenskracht.
Dit klinkt abstract, maar het is gemakkelijk concreet te maken door bijvoorbeeld aan sigaretten of alcohol te denken. Je smaak registreert dat een sigaret en een glas rode wijn bitter zijn, je ervaart het als vies, lekker, wrang, zacht… Nicotine en alcohol bereiken via het bloed je organen en je komt in de verleiding dat eentje naar meer “smaakt”. Je geest is in beroering en richt zich op de vraag zal ik wel… zal ik niet… En wanneer je eenmaal verslaafd bent, raak je in paniek als er nog maar één sigaret in het pakje zit of slechts een drupje alcohol over is.
Intellectuele hebzuchtloosheid betekent dat je inzicht tracht te krijgen in hoe je in relatie tot de buitenwereld functioneert. In hoeverre trekt die wereld met al zijn prikkelingen en verleidingen je weg van jezelf? Hoe groot is de centrifugerende kracht van de omgeving, de mode, alle aangekweekte behoeften… op je ego? In hoeverre heb je daar grip op? Wat heb je werkelijk nodig om je prettig te voelen en goed te kunnen functioneren? Je komt tot intellectuele hebzuchtloosheid door op een goede manier onderscheid en overwegingen te leren maken. Meditatie kan weer een belangrijk hulpmiddel zijn in dit proces.
Je weet dat alles in dit leven vergankelijk is. Ongeacht hoe kort of lang iets duurt, uiteindelijk is alles een momentopname. Zodra je dood gaat, laat je alles echt achter. Waaraan en waarom ben je nú aan iets gehecht, wat betekent het? Wat is de werkelijke waarde van dat iets voor jou? Hoe groot is je behoefte? Wat vervul je daarmee voor jezelf en/of een ander?
Delen is een mooie therapie tegen te veel hebzucht. Delen brengt de mensen weer in contact. Maar hebzucht naar aandacht kan dat weer verstoren. Maar de aandacht kun je ook delen, het eten kunnen we delen, de roem kunnen we delen, onze concepten kunnen we delen. Ofwel laten we af en toe even nadenken waar me mee bezig zijn en om ons heen kijken hoe we de wereld aan onze kinderen en kleinkinderen willen nalaten.
Bron: Artikel Ron van der Post
www.yogastudie.nl