27 juni 2025: Ratha Yátrá

Ratha Yátrá (‘ratha’ betekent ‘wagen’ en ‘yátrá’ betekent letterlijk ‘bedevaart’) is een Hindu feestdag waarop heer Krishṇa wordt geëerd en hindu’s door middel van dansen en zingen hun zonden kunnen laten vergeven.

Ratha Yátrá wordt in 2025in Indiaop 27 juni gevierd.(In Suriname wordt dit feest door Iskcon later in het jaar gevierd). Hoogtepunt is het door gelovigen trekken van een processiewagen met de beeltenissen van de God Jaggannath (Krishṇa, heer van het Universum), zijn broer Baladeva en zus Subhadra door de straten.

Het hindoeïsme kent vele feestdagen, deze gaan vaak gepaard met muziek, dansen en vrolijke kleuren. Zo ook de Ratha Yátrá. Velen zijn gekleed in oranje en gele kleding, de liefdeskleuren.

De kar wordt voortgetrokken door zijn volgelingen; Door het trekken van de kar brengen we God dichter bij ons hart en staat symbool voor het vergeven van de zonden.

Bron: beleven.org

23 juni: Internationale Dag van de Weduwen

Elk jaar op 23 juni staat de wereld stil bij een vaak vergeten groep in onze samenleving: weduwen. De Internationale Dag van de Weduwen (International Widows’ Day) werd geïnitieerd door de Loomba Foundation, een internationale liefdadigheidsinstelling die zich inzet voor het verbeteren van de levens van weduwen en hun kinderen. Deze dag is niet alleen een moment van erkenning, maar ook een oproep tot actie om de levensomstandigheden van weduwen te verbeteren en hun rechten te beschermen.

Hoe het begon

De oprichter van de Loomba Foundation, Raj Loomba, verloor op jonge leeftijd zijn vader en zag hoe zijn moeder worstelde met de uitdagingen van het weduwschap. Zijn persoonlijke ervaring dreef hem ertoe zich in te zetten voor de rechten en het welzijn van weduwen wereldwijd. De Loomba Foundation lanceerde op 23 juni 2005 de Internationale Dag voor de Weduwen als een jaarlijkse actiedag om wereldwijd bewustwording te creëren over de benarde situatie van weduwen, die te maken hebben met armoede, analfabetisme, ziektes, conflicten en sociale onrechtvaardigheid. Na een onvermoeibare vijfjarige campagne werd deze datum unaniem aangenomen door de Verenigde Naties als de officiële Internationale Dag voor de Weduwen tijdens de 65e Algemene Vergadering in 2010.

De uitdagingen van weduwen over de hele wereld

Deze dag staat in het teken van bewustwording rondom de sociale uitsluiting, economische achteruitgang, discriminatie en juridische belemmeringen die weduwen kunnen ervaren in veel landen. Ze verliezen vaak hun sociale status en economische zekerheid na het overlijden van hun echtgenoot. Dit kan leiden tot situaties waarin weduwen en hun kinderen dakloos worden, geen toegang hebben tot onderwijs of gezondheidszorg en worden uitgesloten van eigendomsrechten. In landen als Azië, Afrika en India kunnen de gevolgen voor weduwen extreem zijn met schadelijke, vernederende en zelfs levensbedreigende traditionele praktijken. In Europese landen denken we vaak dat dit soort problemen niet spelen. Toch is het nodig om aandacht te geven aan de positie van de weduwe in elk land.

Internationale Dag van de Weduwen: doelen en activiteiten

De Internationale Dag van de Weduwen heeft verschillende doelstellingen, waaronder:

  1. Bewustwording creëren: het verhogen van het bewustzijn over de uitdagingen waarmee weduwen worden geconfronteerd.
  2. Beleid en wetgeving: het aanmoedigen van overheden om beleid en wetgeving te implementeren die weduwen beschermen en ondersteunen.
  3. Ondersteuning en hulp: het bemoedigen van initiatieven die weduwen economisch en sociaal ondersteunen.

Op deze dag worden wereldwijd verschillende activiteiten georganiseerd, zoals seminars, conferenties en campagnes op sociale media. Organisaties die zich inzetten voor de rechten van weduwen, zoals de Loomba Foundation, spelen een cruciale rol bij het coördineren van deze activiteiten en het bieden van ondersteuning aan weduwen.

Bron: remember me.nl

21 juni 2025: Internationale Dag van Yoga; yoga is meer dan alleen oefeningen

21 juni werd uitgeroepen tot de Internationale Dag van Yoga door de Verenigde Naties Algemene Vergadering op 11 december 2014. Dit gebeurde na de oproep van de Indiase premier, Narendra Modi tijdens zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN op 27 september 2014, waarin hij verklaarde:

“Yoga is een onschatbare gave van India’s oude traditie. Het belichaamt eenheid van lichaam en geest, denken en handelen, terughoudendheid en vervulling, harmonie tussen mens en natuur, een holistische benadering van gezondheid en welzijn. Het gaat niet over de oefening, maar om het gevoel van eenheid met jezelf, de wereld en de natuur te ontdekken. Door het veranderen van onze levensstijl en het creëren van bewustzijn, kan het ons helpen om te gaan met klimaatverandering. Dhr. Modi heeft 21 juni voorgesteld, omdat deze dag de “Summer Solstice “ de langste dag van het jaar in het noordelijk halfrond is en een speciale betekenis heeft in vele delen van de wereld. Vanuit het perspectief van yoga, markeert deze dag de overgang naar Dakshináyana. De eerste volle maan na Summer Solstice is bekend als Guru Purnimá.

De term Yoga komt uit het Sanskritwoord YUJ en betekent een verbintenis/hereniging: de hereniging van de átmá (ziel) met de Paramátmá (Alziel).

Yoga het heeft veel populariteit verkregen door de wetenschappelijke benadering en de voordelen. Yoga is één van de zes basisfilosofieën van India en beschrijft hoe men de hoogste realiteit kan bereiken. Het is geen religie.

Ácárya Patánjali, grondlegger van yoga

De stichter van yoga is Ácárya Patánjali, afkomstig uit het district Gonda (Ganara) in Uttar Pradesh en leefde ongeveer 200 jaar voor Christus. Hij zal voor altijd bekend staan als een gerespecteerde en vooruitstrevende wetenschapper op het gebied van zelfdiscipline, geluk en zelfrealisatie.
Patánjali beschrijft de controle over adem om controle te verkrijgen over het lichaam, de geest en de ziel. Dit zorgt voor een goede gezondheid en innerlijk geluk.

Patánjali’s 85 effectieve yogahoudingen bevorderen de efficiëntie van de ademhaling, de bloedsomloop, het zenuwstelsel, de spijsvertering en de stofwisseling en vele andere organen in het lichaam.

Yoga heeft 8 takken (Astanga Yoga), waarin Patánjali de verkrijging van het ultieme geluk beschrijft, namelijk:

1. Yam (universele ethische discipline)

2. Niyam (zelfdiscipline)

3. Ásan (lichaamshoudingen)

4. Prááyám (beheersen van de ademhaling)

5. Pratyahár (beheersing van de zintuigen)

6. Dhyán (meditatie)

7. Dháraná (concentratie)

8. Samádhi (opgaan in wijsheid)

De Yam’s en Niyam’s

In Patánjali’s yoga-sutra’s worden de bevindingen welke moeten leiden tot sociale rust en vrede, yam“en “niyam” genoemd.

Patánjali onderscheidt 5 yam’s en 5 niyam’s.

Onder het begrip yamkunnen we o.a. verstaan: “het voorkomen van, onder controle houden, het bedwingen van”. De regels, voorschriften, welke onder het begrip yam vallen moeten beoefend worden in het da­gelijks leven om een geordende maatschappij te verkrijgen waarin elk individu weet hoe hij/zij zich moet opstellen tegenover zijn mede­mens, de andere levende wezens en de natuur om zich heen. Het sociaal gedrag staat hier centraal.

De 5 yam’s zijn:

1. Ahimsá: geen levendwezen pijn ­doen, noch in gedachten, woord of daad. Tot op zekere hoogte is deze regel door ons allen te volgen in het dagelijks leven door o.a.:

  • Ons erin te oefenen geen gedachten te koesteren welke een medewezen pijn of verdriet zou kunnen bezorgen;­
  • Geen krenkende woorden te gebruiken, mondeling noch schriftelijk;
  • Niet uit zelfzucht of wraak te handelen en door niet te doden;
  • Alle opkomende negatieve gedachten te onderdrukken en deze te vervangen door positieve.

2. Satya: het betrachten van de waarheid in gedachten, woord en daad. Zorg voor harmonie in denken, spreken, schrijven en handelen. Zeg de dingen zoals ze zijn, zoals je die zelf gezien, gehoord en ervaren hebt. Als je onwaarheid spreekt, zal je met gewetensbezwaren rondlopen. Verzin geen leugen om een onwaarheid (leugen) te verdoezelen; je hebt dan geen rein geweten. Erken dus je fouten en tekortkomingen.

3. Asteya: niet stelen, recht­matig bezit.

We kunnen asteya zien als het opgeven van diefstal in gedachten, woord en daad. Bezit van datgene wat je niet aan­geboden is of wat je niet verdiend hebt, is diefstal. Zeg, huur of inspireer nooit iemand om te stelen of te bero­ven. Bij jou zal er dan ook niet gestolen worden. Onderdruk de gedachten om te verlangen naar andermans bezit.

4. Brahmacárya: celibaatschap, studentenperiode. Dit houdt in een zodanig gedisciplineerd gedrag te ontwikkelen, waardoor men steeds een hoger levens­niveau bereikt. Zulks kan bereikt worden door o.a.:

*controle op onze zintuigen, i.h.b. onze geslachtsorganen;

*afblijven van verdovende middelen en casino’s;

*respect hebben voor voorbeeldige guru’s, ouders, leerkrachten en leiders.

5. Aparigraha: onthechting, het opgeven van materieel bezit, dat ons ervan weerhoudt ons te bekwamen in de beoefening van de yam’s en niyam’s

Wanneer de binding met deze objecten verdwijnt, dan kunnen we werken aan de geestelijke verheffing van onszelf en anderen tot welzijn van de gemeenschap. We moeten ons laten leiden door ons intellect, voordat we tot hande­len overgaan.                                                      

Onder het begrip niyam kunnen we o.a. verstaan: regel, norm, methode, discipline. De hieronder vallende leefregels zijn voor het individu zelf: de instelling van het individu t.o.v. zichzelf staat centraal.

De 5 niyam’s zijn:

  1. Shaucham: het zorgen voor zowel lichamelijke als geestelijke reinheid.
  2. Santosh: tevredenheid, berusting, niet klagen.
  3. Tapa: een eenvoudig en rein leven leiden, energie in zichzelf te ontwikkelen om o.a. dorst, honger, kou, hitte, ongemak en tegenslagen te verdragen alsook zijn verlangens en driften onder controle te hebben.
  4. Svadyáya: zelfstudie, zelfeducatie; studie van spirituele werken/geschriften om te komen tot zelfrealisatie en Godsrealisatie; overdracht van kennis.
  5. Ishvar-Pranidhán: meditatie; het besteden van tijd en energie aan devotie en nobele zaken in gedachten, woord en daad, zonder daarbij te denken aan de resultaten, de vruchten van zijn positieve handelingen (Dit is niskám karma).

De yam’s en de niyam’s zijnidealen. Ze zullen misschien niet door eenieder volledig beoefend en bereikt kunnen worden. Laten wij met z’n allen oefenen om zoveel mogelijk ons te hou­den eraan. We worden dan steeds een beter mens.                                                                                    

Samen met het beoefenen van yoga, heeft het erop nahouden van een goede levensstijl een enorme invloed op onze gezondheid. Het is aan te bevelen om al in de vroege kinderjaren hiermee te beginnen: beweging, een gezonde voeding, voldoende rust en ontspanning zijn belangrijke componenten voor een goede levensstijl, welke ontwikkeling brengt in je persoonlijkheid.

Bron: diverse

NAS, ADEK en OHM organiseerden en een lezing en boekpresentaties

Op vrijdag 13 juni 2025 organiseerde het Nationaal Archief i.s.m. de studierichting Geschiedenis van de Anton de Kom Universiteit en Stg. Organisatie Hindoe Media een lezing en twee boekpresentaties over de contractarbeid en ontwikkeling van Suriname. Dit in verband met de herdenking van 152 jaar Hindustaanse immigratie.

De lezing werd verzorgd door mw. Ayushi Varma M.A. en ging over de ervaringen van de Dalits.
Zij is van de Benares Hindu University van Bhárat en is momenteel in Suriname voor onderzoek.

De twee boekpresentaties gingen over de immigratie en de geschiedenis van Hindustani contractarbeiders.
Prof. Chan Choenni presenteerde zijn boek “History of Hindostanis 1873 – 2023” en dr. Maurits Hassankhan en Jerry Egger M.A. bespraken een bundel van artikelen voortgesproten uit de conferentie Legacy of Slavery and Indentured Labour 2018. De titel ervan is: Indian Indenture and migration en bevat negen artikelen over Onvrije arbeid, Migratie, Diaspora, herstelbetalingen en twee artikelen over bouwkunst van de Hindustani’s. De lezing en boekpresentaties werden gehouden in het Nationaal Archief Suriname aan de Mr. J. Lachmonstraat.
Na de lezing en de presentaties was er gelegenheid tot het stellen van vragen.
De boeken zijn tegen een introductieprijs verkrijgbaar.

(OHM 8701234)

15 juni 2025: Oorsprong van Vaderdag

Iedere derde zondag van juni is het Vaderdag. Dat betekent dat het dit jaar valt op zondag 15 juni.

Op Vaderdag worden vaders in de schijnwerpers gezet. Vaderdag is niet alleen bedoeld voor vaders maar voor iedereen die zich als een echte vader gedraagt. Dat kan dus ook een stiefvader zijn.

Oorsprong Vaderdag
Net als Moederdag vond ook Vaderdag zijn bakermat in de Verenigde Staten. Toen Moederdag ingevoerd werd, kon de tegenpool niet lang meer uitblijven. Aan de wieg ervan stond een zekere Sanora Smart Dodd uit Spokane, Washington. Ze kwam op het idee terwijl ze zat te luisteren naar een Moederdagpreek in 1909. Ze werd opgevoed door haar vader, William Smart, nadat haar moeder gestorven was. Sanora wilde hem bedanken voor wat hij had gedaan voor haar, haar broers en zussen. William Smart, een oorlogsveteraan, werd weduwnaar toen zijn vrouw stierf bij de geboorte van hun zesde kind. Hij hertrouwde niet en voedde zijn zes kinderen alleen op op een landelijke boerderij.

Daarom wilde Sanora, toen zij zelf volwassen was, hem laten weten hoe speciaal hij voor haar was. Hij was in haar ogen een moedige, onzelfzuchtige en liefhebbende man en zij realiseerde zich hoe zwaar dit alles voor hem geweest moest zijn. Tegelijkertijd wilde ze aangeven dat vaders zich meer met de opvoeding van hun kinderen moesten bezighouden.

Sanora’s vader was geboren in juni, dus ze koos ervoor om de eerste Vaderdag in Spokane te houden op 19 juni 1910. Het toeval wilde dat in andere Amerikaanse dorpen en steden ook anderen begonnen met het vieren van een Vaderdag. Amerikaanse presidenten waren het met mevrouw Dodd eens. In 1916 en nogmaals in 1924, namelijk door president Calvin Coolidge, werd de bevolking opgeroepen om voortaan vaders eer te betuigen op een speciaal daartoe nationaal gekozen dag. In 1926 werd er daarom een Nationaal Vaderdagcomité gevormd in New York City. Het duurde evenwel nog tot 1966 voor er een presidentiële verklaring werd ondertekend waarin de derde zondag van juni uitgeroepen werd tot Nationale Vaderdag. In 1972 bevestigde president Richard Nixon dat Vaderdag blijvend op die bewuste derde zondag van juni gevierd moest worden. Vaderdag werd een dag om niet alleen vaders te eren, maar ook alle mannen die figureren als een vaderfiguur: stiefvaders, ooms, grootvaders…

Betekenis: vroeger en nu
In het begin sloeg Vaderdag niet zo aan. Evenals in de Verenigde Staten kwam de internationaliseringstendens van Vaderdag traag op gang. De reden daarvoor is simpel. Moeders zwoegden zich gedurende het hele jaar te pletter in het huishouden, zodat het normaal was dat zij op Moederdag een dagje vrij kregen. Maar vaders voerden in het verleden binnenshuis nauwelijks iets uit, dus sloeg een vrije dag voor hen nergens op. Een tijdelijke omkering van het rollenpatroon, zoals bij Moederdag, zou op Vaderdag betekend hebben dat de vader nu eens niet de baas was en zich dienstvaardig opstelde. En dit kon niet, omdat de vader in het westerse gezin tot in de jaren zestig op een overheersende manier de lakens uitdeelde.

Stg. OHM wenst aan alle vaders een prettige en bezinningsvolle dag toe.

Bron: beleven.org

21 juni: Internationale Yogadag – SVCC houdt yoga- sessies

De United Nations heeft op 11 december 2014 de dag van 21 juni uitgeroepen tot Internationale Yogadag. Dit op initiatief van premier Modi van Bhárat. 21 juni is de langste dag van het jaar en symboliseert licht en energie. Het thema dit jaar is: “Yoga for one Earth, one Health”. De focus ligt op de connectie tussen het welzijn van de mens en een gezondere planeet. In verband met deze dag houdt het Swámi Vivekánanda Cultural Centre (SVCC) i.s.m. de Indiase Ambassade, yoga-sessies op diverse locaties. Zo ook in de Shri Krishna Mandir aan de Lalla Rookhweg op donderdag 5 juni jl.

O.l.v. de directeur van het SVCC, dhr. Somveer Arya, met assistentie van pt. Ashis Mathura, deden de aanwezigen een uur lang yogásana’s, waarbij er ook uitleg werd gegeven over de voordelen van de ásana’s.
In de Shri Krishna Mandir worden er elke donderdag van 18.30 u. tot 20.00 u. yoga-lessen verzorgd door mw. Gaytri Phagoe. Geïntereseerden kunnen zich alsnog opgeven.
Op 21 juni zelf zal er een yoga-event gehouden worden in de zaal van Arya Diwaker aan de J.A. Pengelstraat om 7 u. ’s morgens. Eenieder is van harte welkom

OHM

Maand van bewustwording van de geestelijke gezondheid van mannen

Juni is een speciale maand voor een heel belangrijk doel: Men’s Mental Health Awareness Month. Deze maand is gewijd aan het belichten van de mentale gezondheidsproblemen waarmee mannen te maken hebben en hen aan te moedigen hulp te zoeken. Het is een kans om het stigma rond mentale gezondheid van mannen te doorbreken, open discussies te bevorderen en middelen te bieden aan degenen die het nodig hebben. Maar waarom is dit zo belangrijk en wat kunnen we doen om de mannen in ons leven te ondersteunen? Laten we erin duiken.

Introductie

Juni is de Mental Health Awareness Month voor mannen, een tijd om te focussen op de unieke uitdagingen waar mannen mee te maken krijgen op het gebied van mentale gezondheid. Deze maand willen we mannen aanmoedigen om te praten over hun problemen en de hulp te zoeken die ze nodig hebben. Laten we de stilte doorbreken en elkaar steunen op het pad naar mentaal welzijn.

Het belang van de mentale gezondheid van mannen

De mentale gezondheid van mannen is een kritiek probleem dat vaak onopgemerkt blijft. In tegenstelling tot fysieke gezondheid is mentale gezondheid niet altijd zichtbaar, waardoor het gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. Echter, mentale gezondheid is net zo belangrijk als fysieke gezondheid, of zelfs belangrijker. Een goede mentale gezondheid stelt mannen in staat om met stress om te gaan, productief te werken en bij te dragen aan hun gemeenschappen.

Waarom focussen op mannen?

Mannen zoeken minder snel hulp voor mentale gezondheidsproblemen vanwege maatschappelijke verwachtingen en stigma. Dit kan leiden tot ernstige gevolgen, waaronder hogere zelfmoord- en middelenmisbruikcijfers. Door te focussen op de mentale gezondheid van mannen, kunnen deze problemen worden aangepakt en worden gezondere, gelukkigere levens voor mannen en hun families bevorderd.

Veelvoorkomende psychische gezondheidsproblemen bij mannen

Mannen kunnen net als iedereen te maken krijgen met allerlei mentale gezondheidsproblemen. Enkele van de meest voorkomende zijn:

  • Middelenmisbruik: Veel mannen grijpen naar alcohol of drugs om met hun mentale gezondheidsproblemen om te gaan. Middelenmisbruik kan mentale gezondheidsproblemen verergeren en een cyclus van afhankelijkheid creëren.
  • Zelfmoord: Helaas is de kans dat mannen zelfmoord plegen groter dan bij vrouwen. Dit onderstreept de dringende behoefte aan effectieve mentale gezondheidsondersteuning.
  • Angst: Angststoornissen worden gekenmerkt door buitensporige bezorgdheid of angst. Ze kunnen slopend zijn en dagelijkse activiteiten verstoren.
  • Depressie: Depressie is meer dan alleen maar verdrietig zijn. Het is een ernstige aandoening die het dagelijks leven beïnvloedt en kan leiden tot ernstige gevolgen als het niet wordt behandeld.

Hoe ondersteun je de mentale gezondheid van mannen?

Het ondersteunen van de mentale gezondheid van mannen vereist zowel individuele als collectieve inspanningen. Hier zijn enkele manieren om een ​​verschil te maken:

  • Gesprekken starten: Praten over mentale gezondheid kan een uitdaging zijn, maar het is een cruciale eerste stap. Vraag de mannen in je leven hoe het met ze gaat en luister echt naar hun reacties.
  • Hulpbronnen verstrekken: Deel informatie over hulpmiddelen voor geestelijke gezondheid, zoals hulplijnen, therapiediensten en ondersteuningsgroepen.
  • Ondersteuning bieden: Soms kan er gewoon voor iemand zijn een groot verschil maken. Bied je steun aan en laat ze weten dat ze het niet alleen hoeven te doen.

Zelfzorgstrategieën voor mannen

Zelfzorg is essentieel voor het behouden van een goede mentale gezondheid. Hier zijn enkele strategieën die mannen kunnen gebruiken om voor zichzelf te zorgen:

  • Oefening: Fysieke activiteit is een geweldige manier om stress te verminderen en je humeur te verbeteren. Zoek een activiteit die je leuk vindt en maak er een vast onderdeel van je routine van.
  • Gezond eten: Een uitgebalanceerd dieet kan een positieve impact hebben op de mentale gezondheid. Concentreer u op het eten van gevarieerde voedzame voedingsmiddelen en blijf gehydrateerd.
  • Slaap: Genoeg slaap is cruciaal voor mentaal welzijn. Streef naar 7-9 uur slaap per nacht en zorg voor een regelmatig slaapschema.
  • Mindfulness: Het beoefenen van mindfulness kan helpen stress te verminderen en mentale helderheid te verbeteren. Denk aan activiteiten zoals meditatie, yoga of diepe ademhalingsoefeningen.

Het belang van professionele hulp

Hoewel zelfzorg belangrijk is, is het geen vervanging voor professionele hulp. Professionals op het gebied van geestelijke gezondheid kunnen de ondersteuning en behandeling bieden die nodig zijn om mentale gezondheidsproblemen effectief te behandelen.

  • Therapie: Therapie kan een waardevol hulpmiddel zijn om mentale gezondheidsproblemen te begrijpen en te beheren. Er zijn veel soorten therapie beschikbaar, dus het is belangrijk om er een te vinden die voor u werkt.
  • Medicatie: In sommige gevallen kan medicatie nodig zijn om mentale gezondheidsproblemen te behandelen. Een professional in de geestelijke gezondheidszorg kan helpen bepalen of medicatie geschikt voor u is en uw voortgang monitoren.

Casestudy: Johns reis

John, een 35-jarige vader van twee, worstelde jarenlang met depressie voordat hij hulp zocht. Nadat hij met therapie was begonnen en zich bij een steungroep had aangesloten, leerde hij hoe hij zijn symptomen kon beheersen en zijn kwaliteit van leven kon verbeteren. Johns verhaal laat zien dat herstel mogelijk is en dat hulp zoeken een teken van kracht is, niet van zwakte.

Conclusie

De Mental Health Awareness Month voor mannen is een cruciaal moment om de unieke uitdagingen aan te pakken waarmee mannen worden geconfronteerd met betrekking tot hun mentale gezondheid. Door open gesprekken te promoten, stigma’s uit te dagen en ondersteuning en middelen te bieden, kunnen we het mentale welzijn van mannen overal ter wereld helpen verbeteren. Laten we deze maand gebruiken om onszelf en anderen te onderwijzen en een omgeving te creëren waarin elke man zich gesterkt voelt om hulp te zoeken en voor zijn mentale gezondheid te zorgen.

Bron: Apollo Hospitals

Gowricharn ontvangt internationale erkenning voor diasporaonderzoek

Emeritus hoogleraar prof. dr. Ruben Gowricharn heeft onlangs in Trinidad & Tobago de prestigieuze Girmitya Recognition Award for Outstanding Study & Research on the Indian Diaspora ontvangen van de National Council of Indian Culture (NCIC). De uitreiking vond plaats tijdens het Heritage Festival 2025, ter gelegenheid van de 180ste herdenking van de aankomst van Brits-Indische immigranten in Trinidad. In Suriname is op 5 juni herdacht dat 152 jaar geleden de eerste Indiase immigranten arriveerden.

De NCIC eerde Gowricharn voor zijn “belangrijke bijdragen aan het vakgebied van diasporastudies en zijn niet-aflatende inzet om het begrip van ervaringen, uitdagingen en de impact van de Indiase diaspora over generaties en regio’s heen te verdiepen, met bijzondere aandacht voor de contractarbeidersgemeenschap”. Volgens de organisatie weerspiegelt zijn werk “de wetenschappelijke excellentie en culturele relevantie” die de conferentie wil benadrukken en vieren.Keynote over Girmitiya-onderzoek
Voorafgaand aan de uitreiking hield Gowricharn de openingsspeech van de conferentie, getiteld Naar een Girmitiya onderzoeksprogrammering. Hij pleitte daarin voor een breder en systematischer onderzoeksprogramma naar de Girmitiya-gemeenschappen – de afstammelingen van Indiase contractarbeiders – wereldwijd. De term Girmitiyas verwijst in oorsprong naar de contractarbeiders, maar wordt inmiddels ook breder toegepast op de latere generaties in de diaspora.

Op basis van zijn binnenkort te verschijnen boek bij uitgeverij Routledge in Londen, waarin hij de Girmitiya-gemeenschappen in Suriname, Guyana, Mauritius en Fiji met elkaar vergelijkt, stelde Gowricharn dat er opvallende overeenkomsten bestaan. Bezoekers aan deze landen krijgen volgens hem gemakkelijk het gevoel familie te ontmoeten: “Ze lijken raciaal op ons, ze vieren dezelfde (veelal religieuze) feestdagen en ze hebben grotendeels dezelfde smaken – in voedsel, muziek, kleding, schoonheid en manieren.”Verschillen tussen Suriname en Guyana
Toch waarschuwde Gowricharn dat deze overeenkomsten misleidend kunnen zijn. De verschillen tussen de gemeenschappen zijn groot en vaak bepaald door factoren zoals bevolkingsomvang, herkomstgebied van de immigranten (bijvoorbeeld United Provinces, Bihar of het Madras-gebied), de afstand tot India, koloniale beleidsvoering, en de lokale fysieke omgeving.

Aan de hand van Suriname en Guyana illustreerde hij dit contrast: in Guyana wordt nauwelijks nog Hindi of een variant ervan gesproken, er bestond een levensvatbare plantagesector, er ontstond een traditie van arbeids- en sociale strijd, en de gemeenschap ontwikkelde zich mede dankzij ideologieën als nationalisme en socialisme. Surinaamse Girmitiyas misten volgens hem deze elementen.Pleidooi voor systematisch diasporaonderzoek
Gowricharn signaleerde dat wereldwijd Girmitiya-onderzoek vaak willekeurig en versnipperd is, met een sterke focus op de immigratieperiode en een plotselinge sprong naar het stedelijke leven. Daardoor blijven belangrijke thema’s, zoals de rol van boeren en ondernemers, onderbelicht. Hij pleitte voor een systematisch onderzoeksprogramma dat drie dimensies omvat:
– Onderzoek naar de eerste generatie Girmitiyas, zoals de rol van vrouwen en kinderen in het vestigingsproces;
– Onderwerpen rond tweede en latere generaties, zoals erfgoedontwikkeling;
– Nieuwe thema’s die relevant zijn voor hedendaagse Girmitiya-gemeenschappen.

Dogla’s horen erbij

Een opvallend aspect in zijn betoog was de oproep tot meer onderzoek naar de dogla’s – kinderen uit relaties tussen Hindostanen en Creolen. Volgens Gowricharn horen ook zij tot de Girmitiya-familie. Hij benadrukte het belang van inzicht in hoe dogla’s zijn ontvangen binnen de gemeenschap en welke invloed zij hebben gehad op de ontwikkeling van die gemeenschappen.Academische infrastructuur noodzakelijk

Tot slot pleitte Gowricharn voor de opbouw van een academische infrastructuur, waaronder een digitale bibliotheek waarin bestaand en lopend onderzoek toegankelijk wordt gemaakt, naar het voorbeeld van bestaande immigranten-databases. Ook internationale kennisuitwisseling tussen diaspora-gemeenschappen is volgens hem essentieel. Hij sloot af met een waarschuwing: “De taakverdeling blijft een groot probleem, want het is onduidelijk wie wat gaat doen. Maar één ding staat vast: er is nog veel werk te verrichten.”

Roy.khemradj@gmail.com

Bron: Starnieuws

Over het ontstaan van Surinaamse familienamen

Onlangs is voldoende geld verzameld om het zogeheten slavenregister openbaar te maken. De slavenregisters zijn boeken waarin van iedereen die in slavernij leefde het geboortejaar wordt vermeld en meestal ook met de naam van de moeder erbij. Verder staat er informatie over wanneer ze waren overleden, wanneer ze werden verkocht en wanneer ze werden vrijgelaten. De Universiteit van Nijmegen en in het bijzonder dr. Coen van Galen gaat in samenwerking met de Anton De Kom universiteit deze registers digitaliseren en online beschikbaar stellen. Deze database zal via de websites van het Nationaal Archief in Suriname en van het Nationaal Archief in Nederland kunnen worden bezocht.

Iedereen kan inde openbare database zoeken naar relevante informatie. Eerder waren al databases van Hindostanen, Javanen en Chinezen beschikbaar en toegankelijk gemaakt (zie: www.Gahetna). In principe kunnen degenen die daar behoefte aan hebben hun familienaam en wellicht hun roots traceren. Dat blijkt echter bepaald niet eenvoudig te zijn om allerlei redenen. Zo word ik soms benaderd door Hindostanen die hun roots willen traceren en vaak teleurgesteld zijn. Vooral wanneer het na veel zoeken tot in India, het toch niet is gelukt om hun roots te vinden. Een belangrijke reden is namelijk dat de familienamen meestal geen goed aanknopingspunt zijn voor een dergelijke zoektocht.

Reconstructie
Bij de afstammelingen van de tot slaafgemaakten, namelijk de Afro-Surinamers, de Afrikaanse Surinamers (Marrons) en Gemengden is het nog lastiger. Tenminste als men de Afrikaanse roots wil traceren. Het is te lang geleden en de tot slaafgemaakten hadden niet alleen geen familienaam, maar zij waren niet geregistreerd naar een regio/gebied in (West) Afrika. Overigens kan nu al op grond van de familienaam meestal wel de plantage worden getraceerd waar hun voorouders van afkomstig zijn. Prof. Humprey Lamur en anderen hebben boeken samengesteld waarin de familienamen voorkomen. Men kan digitaal ook bij namen van de Surinaamse plantages de naam van tot slaafgemaakten vinden, die bij een bepaalde plantage behoorden. De onderzoekers van de Universiteit van Nijmegen willen op grond van slavenregisters daarom vooral levensgeschiedenissen van Afro-Surinaamse families reconstrueren.

Geen familienamen in slavernij

Om meer inzicht te bieden zal ik het ontstaan van de Surinaamse familienamen in dit artikel behandelen. Vóór de afschaffing van de slavernij in 1863 werden al vele tot slaaf gemaakten vrij verklaard oftewel ‘gemanumitteerd’. Dat was meer op persoonlijke titel. Iemand die vrij wilde zijn of voor wie de vrijheid werd aangevraagd moest een manumissiebrief ontvangen. Van de wijzigingen stuurde men dan een briefje naar het plaatselijke districtskantoor dat het op zijn beurt naar Paramaribo stuurde waar het werd geregistreerd. Op die manier is alle informatie bewaard gebleven.In het archief in Suriname zijn er op dit moment 43 grote boeken. In deze registers gaat het om alle mensen die op privé-plantages hebben gewoond. De mensen die rechtstreeks onder het gouvernement (de toenmalige Surinaamse overheid) vielen, staan hier niet in. Maar dat is een relatief kleine groep; ook omdat sommige plantages die van het gouvernement waren, wel registraties hadden omdat ze tot de plantagelijst behoorden. Dus deze mensen werd beschouwd als ‘dingen/goederen’ die op de inventarislijst voorkwamen! Een voorbeeld is de grote suikerplantage Catharina Sophia, die was gevestigd in het district Saramacca.

Tot 1831 was het volgens de regels in Suriname zo geweest dat iemand die vrijkwam uit slavernij, de achternaam of familienaam kreeg van de voormalige eigenaar. Het woord ‘van’ werd er standaard tussen gevoegd. Bijvoorbeeld Van Ommeren. Het tussenvoegsel ‘van’ was toen minder populair in Suriname, want dat duidde erop dat je afkomstig was uit een familie in slavernij. In sommige gevallen liet men later dan ook het tussenvoegsel ‘van’ weg. Dat wilden slaveneigenaren eigenlijk niet en daarom is toen een regeling ingevoerd waarbij men geen familienamen meer mocht gebruiken die al bestonden in Suriname. De tot slaafgemaakten hadden dus alleen een voornaam. Ze mochten ook geen familienaam hebben van het gezag. De voornamen werden trouwens niet gegeven door de ouders van het kind, maar door de eigenaar! Er werden vaak Christelijke namen gegeven en ook namen gebaseerd op de klassieke oudheid (Caesar bijvoorbeeld) of beroemde personen (Napoleon). Soms werden ook Afrikaanse namen gegeven. Denk maar aan Codjo  uit het historische driemanschap Codjo, Mentoren Present, waarover onlangs in Suriname een plakkaat is onthuld. Er werden bijvoorbeeld ook namen als ‘Eersteling‘, gegeven; bedoeld wordt dat betrokkene het eerste kind is geweest van iemand.

Moederlijke lijn
De onderzoeker Alex Van Stipriaan isin de periode vóór 1863 namen tegengekomen als Chocolaad, Bedrog, Sultan, Poesje en Pompelmoes. Bepaalde planters die kinderen hadden verwekt met tot slaaf gemaakte vrouwen schonken hun eigen naam aan hun nakomelingen, zoals Coenders, Sanches, Claver, Wolff en Mac Donald. Zo hebben op verschillende wijze tussen 1832 en 1863 ruim 6.300 vrijgemaakten een familienaam gekregen (zie verder: Alex van Stipriaan (1990), ‘What’s in a name? Slavernij en naamgeving in Suriname tijdens de 18e en 19e eeuw’ in: Tijdschrift OSO, p. 25-46). Volgens de onderzoeker Coen Van Galen bestond een wettelijke fictie: ‘mensen in slavernij hebben geen vader, maar alleen een moeder en de eigenaar van de moeder is ook eigenaar van het kind’ (zie: Lezing dr. Coen van Galen 10 maart 2018 De Surinaamse slavenregisters). Al met al is duidelijk dat bij veel Afro-Surinamers, Afrikaanse Surinamers (Marrons) en Gemengden de matriarchale (moederlijke) afstamming belangrijk is, maar in de naamgeving is dat minder belangrijk geweest.  Bij Hindostanen en Javanen is juist de patriarchale (vaderlijke) lijn bij de afstamming dominant.

Geconstrueerde familienamen

In verband met de afschaffing van de slavernij moesten de vrijverklaarden een familienaam krijgen. In 1863 werd een commissie benoemd die mensen moest inschrijven in de Burgerlijke Stand en familienamen moest bedenken. Typisch Nederlands klinkende zoals Janssen mocht bijvoorbeeld niet, maar er moesten nieuwe namen worden gegeven. Er ontstond een situatie dat nieuwe namen werden bedacht of namen werden geconstrueerd bijvoorbeeld door omkering van letters. Uit deze opdracht van de commissie kwamen dan ook verschillende typen namen voort. Er ontstonden namen zoals Berghout, Wijntak, Lepelblad, Wijntuinen dergelijke die niet in Nederland voorkomen, maar wel heel Nederlands klinken. Anderen kregen zelfs een lichaamsdeel, zoals Neus als familienaam.

Ook namen van Nederlandse steden of gebieden werden gebruikt, zoals Zaandam en Amstelveen of Drenthe en Limburg. Maar bijvoorbeeld Amsterdam werd Madretsma. Vaak werden namen van planters omgedraaid. Dessé werd bijvoorbeeld Essed, Keizer werd Serkei. Kramsl werd Remark/Remak, Berg werd Greb/Grep, Muller werd Rellumen Olsen werd Neslo. Daarnaast zijn er de namen waarbij letters werden omgezet, of lettergrepen verwisseld: O’Niel werd Nielo, De Vries werd Vriesde, Salmijn werd Mijnals, Steenbok werd Boksteen en Fortuin werd Tuinfort. Bijzonder is dat Gerholdt werd omgezet in het bijna onuitspreekbare Tdlohreg. Ook kwam het veel voor, dat van bestaande namen letters werden afgehaald of juist toegevoegd: Lionarons werd Lionaar, Van der Veld werd Derveld; Labadio werd Labad, Da Fonseca werd Vonsee en Fonca.

Van bepaalde machtige planters zijn variaties van hun naam geconstrueerd. Bijvoorbeeld Alexander Cameron, die verschillende plantages in Coronie en Nickerie bezat, leverde namen op, zoals Camero, Kamrin, Camiron en Camron. Ook behielden sommigen de naam van de slaveneigenaar en in Coronie vaak van de Schotse slaveneigenaar, zoals Cruden en Douglas. De Afro-Caribiërs die geëmigreerd waren naar Suriname tijdens de bloeiende balata industrie in het begin van 20steeeuw hadden al een familienaam. Zij hadden hun Engelse familienamen, zoals Campbell en deze zijn blijven voortleven.

District Para

In het district Para waar veel vrijverklaarden woonden en lang na de afschaffing bleven wonen en ook nog  vaak met elkaar verwant waren, zijn er enkele bijzonderheden in de naamgeving te signaleren. De naam van de planter Unico Wilkens, van plantage Osembo leverde verschillende constructies op: Kenswil, Kensmil, Densmil en Kensi. Een bijzonderheid is dat op plantage La Prosperité, alle familienamen met een P beginnen: Pieter, Posma, Plater, Plet, Pocornie, Pries, Pengel, Parun, Pieraq, Perotien Prossel. Op plantage Dordrecht begint ruim een derde van de namen met Sij- : Sijpenhof, Sijlman, Sijmeling, Sijtberg, Sijblom. Volgens onderzoeker Van Stipriaan waren er bepaalde grote families in het district Para. Bijvoorbeeld de familie Pengelop plantage La Prosperité (54 leden), de familie Linger op plantage Berlijn (52 leden) en de familie Klas op plantage Hannover (63 leden). In Para waar veel houtplantages waren, komen wij ook de familienamen die gelieerd zijn aan boomsoorten tegen, zoals Lokus, Ceder,Bijlhout, Groenhart en Letterboom. Een ander type familienaam werden namen die volgens de planters duiden op het karakter of gedrag van de vrijverklaarden. Er werden namen gegeven zoals Braaf(heid), Blijd, Tevredenen Getrouw.

Er bestaat een namenboek opgesteld door prof. Humprey Lamur over de Familienaam & Verwantschap van Geëmancipeerde Slaven in Suriname. Men kan via de plantages de Creoolse i.c. Afro-Surinaamse familienamen traceren. Er zijn ook 2.500 Afro-Caribische contractarbeiders naar Suriname geëmigreerd. Zij hadden vooral Engelse namen, zoals Poweren soms ook Franse namen, zoals Richelieu, Mathurinof Lecoufleur (Zie verder: Humphrey Lamur, Ruth Dors en N. Boldewijn in hun publicatie, West Indische Contract Arbeiders in Suriname, 1863-1899).

Afrikaanse namen

Men kan zich afvragen of de tot slaafgemaakten, voordat ze in Suriname aankwamen, een eigen Afrikaanse naam hebben gehad. Het blijkt dat vrijverklaarden die een Afrikaanse naam hadden meestal een Europese naam aannamen. ‘Een christelijke naam was respectabel en daar kon je beter mee voor de dag komen’, zo was de opvatting destijds. Mensen hadden er dus belang bij om zich bijvoorbeeld Petronella te noemen in plaats van Cubi, aldus onderzoeker Van Galen.

Wij geven ter informatie de veelgebruikte Afrikaanse namen gebaseerd op de geboortedag.

DAGENMANNENVROUWEN
ZondagKwassìKwassìba
MaandagKodjòAdjoebà
DinsdagKwamìnaAbeniba,Abenì of Abramba
WoensdagKwakóeAkóeba
DonderdagJaóe of JauJabà
VrijdagKofìAffì of Affiba
ZaterdagKwámiAmba of Amimba

Bron:Encyclopedie Suriname 1914-1917: 501.

Behalve de namen Kwakoe en Kwassi en wellicht Codjo voor mannen en Kwasiba, Akuba en Adjuba voor vrouwen zijn deze namen nauwelijks terug te vinden in de geschreven geschiedenis. Hier en daar zijn er enkelingen die tegenwoordig een Afrikaanse voornaam aannemen. Maar over het algemeen zijn de ‘westerse’ namen blijven bestaan en ook totaal geaccepteerd. Tenslotte zij vermeld dat veel Afrikaanse Surinamers (Marrons) eveneens ‘westerse’ namen dragen, zoals Brunswijk of With. Er komen ook namen voor die te maken hebben met de slavernij, zoals Misiekaba. Er bestaan ook namen over de kwaliteit van de persoon, zoals Aboikoni (de jongen/man is slim). Een groot deel van de Gemengden, in het bijzonder de Mulatten (vermenging van Blanke met Creool) draagt de naam van de ‘Blanke tak’. Zij kunnen vaak wel hun Europese voorouders traceren aan de hand van hun familienaam. Een ander deel van de Gemengden draagt Chinese familienamen, omdat zoals bekend Chinese mannen -toen er heel weinig Chinese vrouwen waren- in Suriname getrouwd zijn met en/of kinderen hebben gekregen met Creoolse vrouwen. Bij de zogeheten Dogla’s( vermenging Hindostaan met Creool) komen wij vrij vaak Hindostaanse namen tegen, zoals Beharry en Mungroo. De vaders erkenden de kinderen. Bij veel Creolen werden de kinderen door de vader in een latere fase van het leven van het kind erkend. Daarom kwam naamsverandering voor bij deze personen. Zo werden bijvoorbeeld bepaalde kinderen die Gooding als familienaam hadden na verloop van tijd Brammerloo. Voorts hebben sommigen de naam van hun adoptie ouders gekregen. Bij de Inheemsen (voorheen ‘Indianen’) komen originele familienamen als Jubitana en Karwavodi voor, maar ook westerse namen als Artist en Indiaan. Tenslotte is het opmerkelijk dat in Suriname vrij vaak Joodse en Portugese familienamen voorkomen -ik heb het hier niet over de recente Braziliaanse immigranten. Er zijn slechts 500 Portugese immigranten uit Madeira naar Suriname geëmigreerd als contractarbeiders. Minder dan een derde was vrouw en bijna een kwart van Portugese immigranten overleed binnen een paar jaar. Er is dan ook veel vermenging geweest met vooral Creolen. Veel van hun familienamen zijn zogeheten patroniemen (zoon van… ). Bijvoorbeeld Alvares (zoon van Alvaro), Dias (zoon van Diogo), Fernandes (zoon van Fernando), Gonsalves (zoon van Goncalco), Lopes (zoon van Lopo), Mendes (zoon van Mendo), Nunes (zoon van Nuno), en Rodrigues (zoon van Rodrigo) (zie verder: Cynthia Brand Flu, De Portugese immigranten uit Madeira, in: Wi Rutu, juli 2006). Verder bepaalde familienamen gebaseerd op een plaats of streek. Oliveira, Texeira en Vasconcellos zijn streken in Portugal. Vieira is een plaats in Portugal (Vieira do Minho) en Bethancourt is een plaats in Frankrijk.    

Hindostaanse familienamen

Ook de meeste Hindostaanse contractarbeiders hadden geen familienamen. In 1916 had de overheid besloten dat Hindostanen in Suriname een familienaam (geslachtsnaam) zouden moeten aannemen, omdat het immigrantennummer minder bruikbaar was geworden. Er werden kinderen en vele kleinkinderen geboren en verwijzing naar het immigrantennummer –meestal terug te vinden in het zogeheten familieboek- werd bewerkelijk. ‘Kind van de immigranten met nummer xxxx was in het geval van de tweede generatie (in Suriname geboren kinderen) nog te volgen’, maar bij de derde generatie ((in Suriname geboren kleinkinderen) werd het veel ingewikkelder. Een deel van de Hindostanen die een familienaam had ingeschreven voordat de regeling van de geslachtsnaam van kracht werd kreeg de naam van de moeder als familienaam bij inschrijving. Er zijn dus Hindostanen die een familienaam in de maternale lijn (van (over)groot moeder) hebben.

Maar veel Hindostanen weigerden, draalden of hadden geen zin om een familienaam te kiezen. Pas in de jaren dertig en veertig werd in Suriname aandrang uitgeoefend en had bijna iedereen zich laten inchrijven onder een familienaam. Velen hebben hun (familie)naam toen zij uit India vertrokken gewijzigd of valse namen opgegeven, zoals Bidesie (vreemdeling). Matauli/Matwalie (metgezel), Bhagal/Bhaggan (vluchteling) of Rajcoomar (Prins). Er bestaan ook geconstrueerde familienamen als Sultaansingh (moslim en hindoenaam vermengd) of Bharatsingh (leeuw van India). Weer anderen hebben in Suriname singhachter hun naam laten plaatsen bij de inschrijving, terwijl bij anderen juist de singhis geschrapt. Bepaalde Brahmanen hebben in Suriname later hun kaste achtervoegsel bij hun naam laten plaatsen zoals Panday, Dube, Tewari, SukulMishre/Missier of Sharma. Anderen hebben dit achtervoegsel als familienaam of het achtervoegsel Singh of Thakur (Thakoer) of Lal als familienaam aangenomen. Er was ook aanbevolen dat men bij inschrijving de registernaam –vaak een voornaam- als familienaam zou kiezen en de naam van de vader als voornaam. Maar velen hebben zich niet aan deze regel gehouden. Maar een deel heeft wel als familienaam de voornaam van hun (groot)vader.

Verkeerd geschreven Hindostaanse familienamen

Ook zijn familienamen verkeerd opgeschreven – in Suriname noemde men dat een verschrijving. Zo werd een Hindostaanse familienaam Bauer ingeschreventerwijl het Bawer moest zijn. Baksh werd ook geschreven als Bakas of bocus (bij Rambocus). Twee voorbeelden van verkeerd opgeschreven familienamen ter illustratie:

De respectabele in India geboren pandit Bhawanbhiek noemde tijdens de inschrijving bij de burgerlijke stand zijn naam: Shrierammisier. De Creoolse ambtenaar heeft ram geschrapt met de opmerking: ”Baboeng a neng langa toemsi “(Baboen –een denigrerende aanspreekvorm- jouw naam is te lang). Destijds werd het zogeheten schoonschrift gebruikt bij de inschrijving van familienamen. Deze ambtenaar wilde blijkbaar niet teveel moeite doen om de naam volledig uit te schrijven. Ook de in India geboren heer Akram Ali zijn naam werd beperkt tot Akrum, ondanks zijn protest.

Het Engelse u werd vervangen door oe. Bandhu werd Bandhoe of BhondoeMullu werd Malhoe. Soms werd Ch vervangen Tj. Naast het verschillend schrijven van dezelfde naam is soms een letter weggelaten. Krishna werd Kishna. Anderen hebben hun geslachtsnaam niet ingeschreven maar een andere familienaam gekozen De geslachtnaam Chunnee werd bijvoorbeeld vervangen door Chandisaw. Soms is de naam of achtervoegsel vernederlandst. Ganpat werd Gunput of Baldew werd Buldeo.

Mijn familienaam werd geschreven als Chunni. Dat was de naam van mijn paternale betovergrootvader blijkens de trouwakte uit 1904 van mijn paternale overgrootvader Halkorisaw Chunni (1865-1937). Mijn paternale grootvader Mahashay Soekdew schreef zijn familienaam pas in 1934 in bij de burgerlijke stand. Het werd Choenni en bij anderen werd het Choennie of Choenie.

Veel Hindostanen hebben de naam van de dag waarop zij zijn geboren als familienaam. Wij geven ter informatie Hindostaanse namen gebaseerd op de geboortedag.

DAGENSARNAMI HINDINAMEN
ZondagEtwaarEtwaria, Ketwaru (?)
MaandagSomvarSomaroo/Somaroe
DinsdagMangar(var)Mangroe, Mungra(?), Mangal(?)
WoensdagBudhBudhu/Bhoedhoe
DonderdagBipheBipat(?)
VrijdagSukhSukhu/Soekhoe
ZaterdagSanicharSanichar

Als men Lal (zoon) toevoegt, krijg men namen als Soekhlal, Budhulalof Mangroelal.

Anderen hebben namen verband houdend met hun beroep, zoals Makka(mais). Sommigen hebben hoogstwaarschijnlijk de naam van de stad waar zij uit vertrokken of zijn geboren als naam opgegeven, zoals Mathura/MathoeraGanga of Bindraban.  Bij de Hindoes zijn namen van godheden zoals Ram, Shiv (Sieuw) Visnu (Bisnnoe) gecombineerd met achtervoegsel als nath (afstammeling), dew (geschonken… of lal (zoon).  Ook zijn er namen verwant aan de weergesteldheid waarin men is geboren zoals Sukha (droogte) of Barsati (regentijd). Hindostaanse Moslims hebben namen waarin vaak Mohamed voorkomt of het achtervoegsel Khan. Soms hebben Hindostaanse Moslims hun hindoe familienaam behouden, zoals Bharos of Lachman.

Zoeken naar roots

In Trinidad hebben veel Brahmanen de familienaam Maharaj gekozen. Dat betekent Grote Koning, maar het zou volgens sommigen ook hoofdkok kunnen betekenen. In India wordt afwijzend en soms lacherig gereageerd op de naam Maharaj. Een collega (hoogleraar) uit Zuid Afrika vertelde mij dat hij veel last heeft van Indiërs die zijn familienaam niet wensen te accepteren en zijn ‘eigenlijke familienaam’ wil weten. Kortom: op grond van de meeste familienamen is dan ook heel lastig om de roots in India te traceren. In de database www.Gahetna zijn gegevens van ongeveer 77% (26.249records)van Hindostaanse contractarbeiders opgenomen. Velen raken teleurgesteld wanneer zij gegevens van hun voorouders niet kunnen vinden op grond van hun familienaam. En als ze wel relevante gegevens hebben gevonden, lijken zij in hun zoektocht in India meestal niet te slagen. Slechts een kleine groep heeft zijn roots kunnen vinden in India. Bovendien is een deel -bijna een kwart- van de gegevens van de Hindostaanse contractarbeiders verloren in Suriname door slecht beheer. Vaak bleek de lijst met gegevens verpulverd te zijn.

In 1922 is het Suriname agentschap en Suriname depot in Calcutta opgeheven. Het is niet bekend wat er is gebeurd met de administratie van dit agentschap over de contractarbeiders die zijn vetrokken naar Suriname. Daarom heb ik in Nederland laten nagaan of het archief van het Suriname agentschap in het Nationaal Archief in Nederland is terechtgekomen. Dat is niet het geval en ook in Jakarta (Indonesië) is gezocht in de archieven. Ik heb ook in Londen in de National Archives en de Britsch Library honderden documenten “doorgelopen’, maar niets hierover gevonden. Het lijkt mij indien het archief van de Suriname agentschap in Calcutta niet is vernietigd, dat in India verder moet worden gezocht. Ik heb de Archives of West Bengal in Calcutta/Kolkata bezocht. Wellicht is het daar terechtgekomen. Ik zag grote dozen en stapels dossiers in zeer slechte staat. Het kost zeer veel tijd en de nodige contacten om daar in de archieven onderzoek te mogen doen. Wellicht moet ook in de National Archives in New Delhi worden gezocht. De conclusie is helaas dat een deel van de Hindostaanse geschiedenis verloren is gegaan (Zie verder C. Choenni, Hindostaanse Contractarbeiders 1873-1920 pagina’s 403-406, heruitgegeven in oktober 2018 en Hindostaanse database/www.Gahetna).

De Indo-Guyanese onderzoekster Gaiutra Bahadur heeft in haar boek getiteld Cooliewoman haar zoektocht in India naar haar grootmoeder uitgebreid beschreven. Zij schijnt haar roots te hebbengevonden, maar weet dat niet zeker. De laatste keus was een DNA onderzoek om dit te verifiëren. Maar zij heeft dat –opmerkelijk genoeg- geweigerd! Zij vond het ‘beter zo te laten’. Blijkbaar was het zoekproces voor haar veel belangrijker dan de uitkomst.

Javaanse familienamen

Net als bij de Hindostaanse contractarbeiders hadden de Javaanse contractarbeiders doorgaans geen familienaam. Bepaalde adellijke familienamen, zoals als Hadiningrat kwamen wel voor als familienaam. Meestal had men een voornaam en een aanduiding zoon (Hadi) of dochter van. Meestal werd de vader genoemd en niet de moeder. De namen in de Javaanse database van het Nationaal Archief zijn dus voornamen en geen familienamen. Later werden deze namen vaak familienamen toen in de jaren vijftig ook Javanen werden verplicht om een familienaam (geslachtsnaam) te kiezen. Ennet als bij de Hindostanen werd bij de werving op Java gesjoemeld met namen. Vaak zijn valse namen gebruikt door de betrokkene of door de werver. Men wilde voorkomen dat de familie hen kon traceren, omdat zij stiekem zijn geëmigreerd. Anderen wilden gewoon een andere identiteit en een ander leven en hebben dus een andere naam gekozen. Ook zijn namen verkeerd opgeschreven. Er werd vaak ten onrechte beweerd dat men zou zijn betoverd en daarom heeft besloten om te emigreren. Het is dan ook heel erg lastig om de rootste traceren op Java en familie terug te vinden (zie verder: Henriëtte Mingoen, Namen en naamgeving bij de Javanen, in: Wi Rutu, juli 2006 en de Javaanse database/www.Gahetna). In Javaanse namen worden vaak kenmerken uitgedrukt, zoals  Slamet/Salamat (welzijn) of Trimo/Nrimo (dankbaar). Het voorvoegsel Su/Soe (goed/aardig) wordt ook gebruikt, zoals in Sukarnoof  Soeperman.Javanen hebben ook namen die gebaseerd zijn op vijf marktdagen: Legi, Pahing, Pon, Wageen Kliwon. Vervolgens wordt een achtervoegsel geplaatst. En zo komt in Suriname namen tegen, zoals  Poniman, Ponimin, Ponijem, Legiran, Legimman, Wagimin (zie verder: Mingoen 2006). Evenals bij Afrikanen en Hindostanen zijn ook weekdagen als geboortedag gebruikt voor namen. De dagen zijn: Senen (Maandag), Selasa (Dinsdag), Rebu (Woensdag), Kemis (Donderdag), Jumuah (Vrijdag), Setu (Zaterdag) en Ngahad (Zondag).  Maar dat is in veel mindere mate gedaan vergeleken met Hindostanen. De geboortedagen bijvoorbeeld Senen, Rebu of Kemis komen wel voor als (voor) naam en de andere geboortedagen nauwelijks (zie verder: Mingoen 2006).

Verder zijn er religieuze namen meestal gebaseerd op de Islam, waarbij vrij vaak de naam Mohamed met een voor of achtervoegsel voorkomt. Maar er zijn ook veel Sanskriet (Hindoe) namen. Voordat de Islam in de 15deeeuw in Indonesië zijn intrede deed en langzamerhand de meerderheid zich bekeerde of zich liet bekeren, was Indonesië deels eerst Hindoeïstisch en later Boeddhistisch. Daarom hebben bepaalde namen als achtervoegsel  putra (zoon in het Sanskriet/Hindi).

Tot slot

Al met al is het traceren van de roots op grond van de familie- of geslachtsnaam om uiteenlopende redenen lastig. De DNA techniek geeft nu de mogelijkheid om wel de etnische afkomst en regio te bepalen van je roots. Zoals gezegd is het nauwelijks zinvol om in West Afrika te gaan zoeken naar de roots. Het zoeken in India en Indonesië levert dan ook niet veel succes op. Maar via een DNA test (het kost tegenwoordig ongeveer 70 euro) kan men bijvoorbeeld wel een beeld krijgen uit welk gebied men afkomstig is van bijvoorbeeld West Afrika. Zo heeft een Afro-Surinaamse artiest een DNA test laten doen. Zij hoopte af te stammen van het gebied Ghana en de stam der trotse Ashanti’s. Zij bleek echter af te stammen van het naburig gebied Sierra Leone en niet van de Ashanti’s. In het verleden werd vooral door bepaalde Creolen grappen gemaakt over Hindostaanse en Javaanse namen en werden deze namen (soms opzettelijk) verkeerd uitgesproken. Zij werden soms op denigrerende wijze aangesproken als (koelie)mai en baboeng of als paéof maé of min.  Gelukkig merken wij dat in de 21steeeuw deze bejegening en dit gedrag ten positieve is veranderd. Nu doet iedereen zijn best om elkaars naam goed uit te spreken en dat is voor de saamhorigheid en natievorming van het Surinaamse volk een grote winst. Tenslotte kunnen geïnteresseerden in roots, in het bijzonder de afstammingsgeschiedenis terecht bij de Stichting voor Surinaamse genealogie. Deze stichting geeft jaarlijks twee nummers van hun tijdschrift uit, getiteld Wi Rutu. Men kan donateur worden voor minstens 25 euro per jaar en ontvangt dan het tijdschrift gratis. In het nummer van juli 2018 staat bijvoorbeeld een interessant artikel over “Herkomst van voorouders uit DNA. Elk jaar organiseert deze stichting een drukbezochte zogeheten Kon Makandra. Voor verder informatie zie: www.surinaamsegenealogie.nl.

Prof. dr. Chan Choenni

Wereld Bloeddonordag

In 2004 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO=World Health Organisation) 14 juni omgedoopt tot Wereld Bloeddonordag (World Blood Donor Day). Een speciale dag waarop wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor het belang van vrijwillig en onbetaald bloeddonorschap.

Op 14 juni viert de wereld Wereld Bloeddonordag, een wereldwijd eerbetoon aan de miljoenen vrijwillige, onbetaalde bloeddonoren die anderen een tweede kans op leven geven. Hun vrijgevigheid redt levens, versterkt gemeenschappen en belichaamt de geest van solidariteit. Het is een dag om te bedanken, maar ook om de aanhoudende, dringende behoefte aan veilige, regelmatige bloeddonaties onder de aandacht te brengen.

Dit jaar eren we hoop, het soort hoop dat u met elke druppel bloed geeft. Omdat miljoenen patiënten wereldwijd jaarlijks afhankelijk zijn van bloedtransfusies, stroomt hoop door elke donatie.

De doelstellingen van de campagne:

  • het publiek bewust maken van de dringende noodzaak van bloed- en plasmadonaties en de impact ervan op het leven van patiënten;
  • zowel nieuwe als bestaande donoren aanmoedigen om regelmatig bloed te geven, wat bijdraagt ​​aan een stabiele en voldoende bloedvoorziening;
  • de positieve impact van bloeddonoren op de gezondheid en het welzijn van anderen benadrukken en de waarden van solidariteit, mededogen en gemeenschapszin promoten door middel van bloeddonatie; en
  • steun mobiliseren van overheden en ontwikkelingspartners om te investeren in en te zorgen voor nationale bloedprogramma’s om wereldwijd universele toegang tot veilige bloedtransfusie te bereiken.

14 juni is de verjaardag van Karl Landsteiner, Nobelprijswinnaar en uitvinder van het ABO-bloedgroepsysteem. (14 juni 1868 – 26 juni 1943).

Bronnen: beleven.org

WHO