De 5 Kwaden en de 8 Deugden om ze te bestrijden
1. Kám: verwijst naar lust en buitenechtelijke seks. Het is een van de grootste kwaden die mensen van God wegleidt. Het maakt van een individu iemand met een zwakke wil en die onbetrouwbaar is. Een normale seksuele relatie als echtpaar is op geen enkele wijze beperkt in het Sikhisme. Maar seks buiten het huwelijk en seks tegen de wil van de partner is taboe, omdat het onbeperkt verdriet kan veroorzaken.
2. Krodh: is woede en moet worden gecontroleerd. Een persoon overwonnen door ‘krodh’ verliest zijn geestelijk evenwicht en is niet in staat om nuchter te denken. Volgens het Sikhisme neemt ‘krodh’ een persoon weg van God doordat haat geen plaats heeft in de religieuze praktijk.
3. Lobh: betekent hebzucht, een sterk verlangen om te bezitten wat rechtmatig toebehoort aan anderen. Het maakt een individu egoïstisch en egocentrisch. Het duwt een persoon weg van zijn religieuze en sociale verplichtingen. Een persoon kan blind door hebzucht worden als het verlangen voor een onbeperkt aantal bezittingen niet onder controle wordt gebracht.
4. Moh: verwijst naar de sterke gehechtheid die een individu heeft aan wereldse bezittingen en relaties. Het vervaagt het perspectief van een mens en maakt hem bekrompen. Het haalt een persoon uit zijn morele plichten en verantwoordelijkheden en leidt hem naar een pad van de zonde.
5. Ahankár: betekent valse trots als gevolg van iemands bezittingen, materiële rijkdom, intelligentie of bevoegdheden. Het geeft een individu een gevoel dat hij superieur is aan anderen en daarom zijn ze op een lager niveau dan hem. Het leidt tot jaloezie, gevoelens van vijandigheid en onrust onder de mensen. Sikhisme vereist dat een persoon de samenleving en de gemeenschap bedient met nederigheid. Vandaar dat de praktijk van het reinigen van de schoenen van de bezoekers van een Gurudwárá (Sikhtempel) ge-volgd wordt door vele toegewijde Sikhs.
8 Deugden om de 5 Kwaden te bestrijden
1. Wijsheid (gyán): is de volledige kennis van een reeks religieuze principes. Het kan worden bereikt door het horen van het goede, goed denken en goed doen. Een man van wijsheid probeert een hoge morele standaard in zijn leven en interactie met anderen te bereiken. Volgens het Sikhisme zijn de eerste stappen naar wijsheid zichzelf te beschouwen als een onwetende persoon die veel in het leven heeft te leren.
2. Waarheidsgetrouw bestaan (sat): Dit is meer dan ‘waarheid’. Het betekent leven volgens de weg van God, dat wil zeggen de gedachten moeten overeenkomen met de woorden die een persoon spreekt en zijn acties moeten ook overeenkomen met zijn woorden. Een waarheidsgetrouw bestaan brengt een persoon dichter bij God.
3. Rechtvaardigheid (niyáon): betekent vrijheid en gelijke kansen voor iedereen. Respect voor de rechten van anderen en de strikte afwezigheid van pogingen om een medemens te exploiteren. Sikhisme verbiedt het verlangen naar het plunderen een ander zijn eigendom. Het
instrueert de Sikhs ook strikt om respect te tonen, ook voor de vrouwen en kinderen van een vijand.
4. Zelfbeheersing (santokh): betekent zelfbeheersing die moet worden ontwikkeld door middel van meditatie en gebed. Een Sikh moet kwade gedachten uit zijn geest zien te bannen door het voortdurend herhalen van Gods naam en het reciteren van gebeden. Het kwellen van het lichaam om zelfbeheersing te ontwikkelen wordt niet bepleit in het Sikhisme.
5. Geduld (dhíraj): impliceert een hoge mate van tolerantie en empathie voor anderen. Het vereist controle over het ego en de bereidheid om anderen hun zwakte of fouten door de vingers te zien. Het vereist dat een Sikh een sterke wil moet hebben, maar tegelijkertijd goedhartig moet zijn.
6. Moed (himmat): betekent moed d.w.z. afwezigheid van angst. Het is het in staat zijn om het leven op het spel te zetten voor zijn overtuigingen, voor anderen en voor het redden van anderen in geval van
onrecht of wreedheid.
7. Nederigheid (namartá): is een bewuste ontkenning van het genieten van eigen lof en bewondering. Het betekent de eigen sterke punten bagatelliseren en het respecteren van de capaciteiten van anderen. Het is het tegengif voor ‘ahankár’
8. Tevredenheid (sabar): betekent het afzien van wereldse angsten en het overgeven van zichzelf aan de wil van God. De typische wereldse angsten kunnen zijn angst voor de dood, armoede, gebrek aan respect en een nederlaag. Het is deze deugd die de Sikhs de morele kracht heeft gegeven om in de afgelopen drie eeuwen de diverse wreedheden tegen hun gemeenschap te doorstaan.