De betekenis van de dagen rondom het Diválifeest

Het Diválifeest begint 2 dagen voor de eigenlijke Diválidag met Dhanteras (17 okt.); Dhanteras is de geboortedag van Dhanvantari, de grondlegger van de Áyurveda. Op deze dag kan de gelovige een diyá aanmaken voor gezondheid, geluk en rijkdom. De dag hierna, 18 okt., is Narak Caturdashí en valt op de 14e dag van de donkere maandhelft van de maand Áshvin; op deze dag heeft Shrí Krishṇa de demon Narakásur verslagen. Op een schone plek op het erf met het gezicht naar het zuiden wordt een diyá aangemaakt.
De dag na Diváli, 20 okt., is het Gobardhan Pújá; deze valt op de eerste dag van de nieuwe maan; op deze dag brak Shrí Krishṇa de trots van Indra door de berg Gobardhan op te tillen ter bescherming van de bevolking tegen de stormregen. De 2e dag na Diváli, 21 okt., is Yama Dvitíya, waarbij de goede relatie tussen broer en zus tot uiting moet komen ter versteviging van de band tussen hen. 

17 oktober: Dhanteras
 Twee dagen voor het Diválifeest wordt de geboortedag gevierd van Dhanvantari, goddelijk aspect van gezondheid en genezing. Deze dag is bekend als Dhanteras. Dhan is rijkdom en teras 13de dag. Dhanvantari is de incarnatie van Vishṇu Bhagaván en wordt beschouwd als de grondlegger van de Áyurveda. Hij was een Indiase arts en een van ’s werelds eerste chirurgen. Hij wordt gezien als Vishṇu met vier handen, geneeskundige kruiden in de ene hand en een pot met onsterfelijkheidsnectar, genaamd Amrit, in de andere hand. Hij verscheen tijdens het karnen van de kosmische oceaan van melk (samudra manthan) om Amrit te geven aan de Devtá’s. Vishṇu voorspelde toen dat Dhanvantari weer zou verschijnen in de wereld om aan de mensheid de wetenschap van Áyurveda te brengen. Bij de schemering wordt een diyá ten noorden of noordoosten aangestoken en geplaatst bij de ingang van het huis om Dhanvantari welkom te heten voor gezondheid en geluk in het leven.
 

18 oktober: Naraka Caturdashí
Naraka is de naam van een demon en caturdashí staat voor 14de dag. Het volgende mythologische verhaal wordt  als achtergrond voor de viering van dit feest gezien.
Er regeerde eens een koning, die Naraka of Narakásur heette.  Hij werd erg machtig en begon zijn volk te kwellen. Uiteindelijk werd het volk deze kwellingen beu. Shrí Krishṇa  doodde hem. Het volk toonde haar blijdschap door vol vreugde het lichtfeest te vieren, dat ter herinnering aan dit feit elk jaar herhaald wordt een dag voor het Diválifeest. Aan Yama, Heer van het dodenrijk, of Pitripati, Heer van de (overleden) voorvaderen, wordt op deze dag eer bewezen o.a. middels het ontsteken van Yama ke diyá’s na zonsondergang om van de angst voor de hel bevrijd te worden. Deze diyá moet met het gezicht naar het zuiden gekeerd, op een schone plek op het erf geplaatst worden. Door Yama gunstig te stemmen, hoopt men verlost te worden van leed na de dood.
Morgen, de overige dagen rondom Diváli.