De Filosofie van Karma -van Maharishi’s Science of Being and Art of Living

De filosofie van Karma legt uit dat wat een mens ook is, is het resultaat van zijn eigen verleden. Als hij gelukkig is, is dat het resultaat van goede dingen in het verleden. Het is het resultaat van het feit dat hij in het verleden goede, gelukkige en harmonieuze vibraties in de atmosfeer heeft voortgebracht door zijn deugdzame daden.  

Als een mens in het heden lijdt, is dat een gevolg van zijn eigen daden die ooit een invloed van ellende, slechte gezondheid en lijden in de atmosfeer hadden verspreid.  

Niemand minder dan hijzelf is verantwoordelijk voor zijn geluk of lijden. Als een man geniet, geniet hij van zijn eigen doen en laten; als een mens lijdt, lijdt hij door zijn eigen daden. Als een man – noem hem meneer X – naar ons toe komt en heel gelukkig en goedmoedig is en ons veel vreugde schenkt, denken we dat hij niets anders is dan een bundel geluk. Maar de filosofie van Karma zegt dat meneer X slechts een bundel geluk voor jou is, omdat hij je op dat moment het geluk bezorgt dat je ooit in de wereld hebt verspreid. De reactie van je goede Karma komt door hem heen. Hij bezorgt u alleen een bestelling, net zoals een postbode een aan u geadresseerde brief bezorgt. Als meneer X werkelijk een bundel van geluk was geweest, dan zou hij geen ongelukkige metgezel zijn voor sommige anderen aan een andere kant van zijn leven.  

Als een man goed lijkt te zijn voor sommigen en slecht voor anderen, kan hij niet allemaal goed zijn, anders zou hij goed zijn voor iedereen. Als hij helemaal slecht is, zou hij voor iedereen slecht zijn. Maar niemand is helemaal slecht en niemand is helemaal goed. Iedereen is deels goed en deels slecht. De man wordt dus de drager van het goede of slechte karma van andere mensen. Als hij de drager van het goede voor je is, komt hij en brengt geluk. Dezelfde man kan de volgende dag een middel van ongeluk voor u worden. Hij veroorzaakt ongeluk wanneer hij de drager van uw slechte daden wordt, en hij schenkt u vreugde wanneer hij de drager wordt van de invloed van uw goede daden.  

Daarom geven we anderen niet de schuld als er ellende komt, en als het geluk komt, moeten we voor altijd gelijkmoedigheid bewaren, wat de staat van harmonie in de goddelijke natuur is. Als men deze filosofie van karma kent, moet men altijd op het goede gericht zijn. Hoe kunnen we bepalen wat goed en wat slecht is? Globaal gesproken zegt de samenleving ons dat dit goed is, en dit is slecht; er is een gemeenschappelijk begrip onder de mensen over goed en slecht om hun daden te sturen.  

De wetten die iemands land beheersen, voorzien in één criterium van goed en slecht; men zou op zijn minst de wet van het land kunnen volgen om in één opzicht gelijk te hebben. Als we wat dieper willen ingaan op de waarde van goed en kwaad, dan moeten we de geschriften van onze religies bestuderen.  

Als we tot het hindoeïsme behoren, vertellen de geschriften van het hindoeïsme ons wat goed en fout is. Als we tot het christendom behoren, vertellen de geschriften van het christendom ons wat goed en fout is. En als we tot het boeddhisme behoren, vertellen de geschriften van het boeddhisme ons wat goed en fout is. ” ~ Maharishi Mahesh Yogi in ‘Science of Being and Art of Living 

Ian G. Thijm, TM Leraar