De Maya’s lieten zich leiden door de sterrenregens
Belangrijke gebeurtenissen in de Mayacultuur lijken in de pas te lopen met sterrenregens. Konden zij die voorspellen?
Voor wie op de vroege ochtend van 10 april 531 in Midden-Amerika de goede kant op keek, naar het oosten, en bofte met een wolkenloze hemel, was een schouwspel te zien dat je hoogstens een paar keer in je leven gegund is: een intense sterrenregen, die uren aanhield. Een wolk interplanetair gruis kwam in botsing met de aarde en verbrandde in de atmosfeer, met duizenden meteoren per uur tot gevolg.
Daar houdt het wel een beetje mee op, want van de Maya’s is bijna het enige wat we weten dat ze in stenen monumenten beitelden en dat waren vooral data van belangrijke gebeurtenissen.
Over het adembenemende schouwspel van 10 april werd met geen enkele hiëroglief gerept. Was het niet gezien? Of stond deze beschaving, die steden bouwde, een schrift ontwikkelde en nauwkeurige kalenders opstelde, zo nuchter tegenover dat natuurverschijnsel dat het niet het opschrijven waard werd gevonden?
Boeken verbrand
Geen van beide, denkt de Amerikaanse Maya-deskundige Hutch Kinsman. Volgens Kinsman waren sterrenregens juist heel belangrijk voor de Maya, en is het goed mogelijk dat de sterrenstorm van april 531 het sein was de regeerperiode van K’an I te laten beginnen.
Dat de Maya-monumenten er niets directs over zeggen, hoeft zijn theorie niet in de weg te staan, zegt Kinsman, een gepensioneerde fysicus die zich al tientallen jaren in Maya-teksten verdiept. “De Maya’s hebben ook veel opgeschreven in boeken, maar die hebben de Spanjaarden in de zestiende eeuw bijna allemaal verbrand. Er zijn er maar vier over, en daar staat weinig astronomische informatie in.”
Kinsman denkt dat hij indirect kan aantonen dat de Maya’s sterrenregens waarnamen: via de datums op hun monumenten. In totaal zijn er ongeveer 1000 gebeurtenissen op de dag af vastgelegd: regeerperioden, oorlogen, aankomsten van belangrijke bezoekers, het oprichten van gebouwen. Als blijkt dat sommige van die gebeurtenissen relatief vaak op of rond de datum van een sterrenstorm vallen, dan is dat een sterke aanwijzing dat die sterrenstorm gezien is en invloed had op de gebeurtenissen.
Samen met de Britse sterrenkundige David Asher, van het Royal Armagh Observatory in Noord-Ierland, publiceert Kinsman binnenkort in vakblad Planetary and Space Science het resultaat van een onderzoek dat dit misschien nog niet keihard bewijst, maar wel plausibel maakt.
Sterrenstorm
De twee concentreerden zich op de serie sterrenregens waarvan die van 10 april 531 een aflevering was: de Eta Aquariden, zo genoemd omdat alle meteoren uit de richting lijken te komen van de ster Eta Aquarii, in het sterrenbeeld Waterman. De Eta Aquariden komen elk jaar in april langs. Het zijn stofdeeltjes die zijn uitgestoten door een van de beroemdste kometen die regelmatig in de buurt van de aarde en de zon komen, de komeet van Halley, legt Asher uit. “Een komeet bestaat uit ijs, met stukjes hard materiaal erin. Als het warmer wordt, gaat het ijs in waterdamp over, het uitzettende gas duwt die korrels weg en uiteindelijk verdelen die zich als een stroom deeltjes over de baan van de komeet.”
Als de aardbaan die komeetbaan kruist, en dus in botsing komt met die deeltjesstroom, is er elk jaar op zijn minst een sterrenregen te zien. “Maar als er structuur in de stroom zit, dan heb je heel smalle gebieden waar het gruis heel dicht op elkaar zit. De aarde kan midden door zo’n gebied rammen, of het net missen. In het eerste geval heb je een sterrenstorm”, zegt Asher.
Zulke structuur kan veroorzaakt worden door de aantrekkingskracht van andere planeten, met name de reus Jupiter. Computerprogramma’s die rekening houden met die effecten, en zelfs met de druk die zonlicht uitoefent op de gruisdeeltjes, kunnen het ontstaan en vergaan van zulke dichte bundels met enorme nauwkeurigheid en over lange perioden voorspellen. Daardoor weten we nu bijvoorbeeld al, zegt Asher, dat de eerstvolgende grote sterrenstorm (van de Leoniden) in 2034 zal komen.
Dezelfde natuurwetten die voorspellen mogelijk maken, stellen je ook in staat tot ‘naspellen’. Asher schreef voor het Maya-onderzoek een computerprogramma dat het spoor terug volgt van de komeet van Halley, zijn ontmoetingen met de zon en de lotgevallen van het uitgestoten gruis.
Normaal gesproken wordt, naarmate je de baan van een komeet verder terugrekent naar het verleden, de invloed van kleine onnauwkeurigheden waarmee je begon steeds groter. Maar wie het verleden van de komeet van Halley onderzoekt, staat er niet alleen voor: het verschijnen van die komeet aan de hemel is in voorbije eeuwen behoorlijk goed bijgehouden door Chinese astronomen. Op gezette tijden krijgt het computerprogramma van Asher daardoor weer goed houvast wat betreft de lokatie van de komeet. Voor de jaren waarin de Maya-cultuur zijn bloeitijd beleefde, 250 tot 900, is daardoor het optreden van een Eta Aquariden sterrenstorm tot op de minuut te geven.
De volgende stap is aannemelijk te maken dat de Maya’s daar belang aan hechtten. Kinsman turfde alle gebeurtenissen die in april plaatsvonden, en ontdekte dat ze niet willekeurig over de dagen van die maand verdeeld zijn: ze klonteren rond de data waarop de Eta Aquariden sterrenregen opduikt, en waarop in sommige jaren sterrenstormen te zien zijn geweest.
Niet alle soorten gebeurtenissen laten dat effect zien, en van de soorten die het wel doen, zoals troonsbestijgingen, waren er meer die, net zoals die van koning K’an I, pas een paar dagen na een sterrenstorm vielen. Volgens Kinsman is dat niet strijdig met zijn hypothese. “Bij troonsbestijgingen is er geloof ik niet één voorbeeld waar een heerser stierf en zijn opvolger het de volgende dag overnam. Er ging tijd overheen. Er is een goede kans dat heersers sterrenstormen gebruikten als startsein, misschien ook als teken van de hemel dat de macht hen toekwam. Er zijn ook een paar voorbeelden van troonsbestijgingen die een paar dagen voor een gewone Eta Aquariden sterrenregen plaatsvonden. Het is mogelijk dat ze die konden voorspellen.”
Een apart geval is een raadselachtige gebeurtenis die op de monumenten ontcijferd is als ‘sla de stenen weg’. Kinsman: “Die komt vier keer voor, en twee daarvan zouden zijn gevallen op de dag van een Eta Aquariden uitbarsting. Over wat ‘sla de stenen weg’ betekent, is veel gespeculeerd. Maar nu kun je er een interpretatie aan toevoegen: dat het een manier is om te zeggen dat er een sterrenstorm was.”
In dat geval zouden de Maya’s toch expliciet geschreven hebben over sterrenregens. En als dat zo is, of als de veronderstelling klopt dat ze er belangrijke gebeurtenissen op afstemden, wat weten we dan eigenlijk meer over ze? Kinsman: “Het zegt iets over hoe ze dachten. Ik zou geen andere cultuur weten die zich liet leiden door sterrenregens.”
Zonnejaar en sterrenjaar
Als de Maya’s echt aandacht schonken aan sterrenregens en hun jaarlijkse terugkeer bestudeerden, mogen we de reikwijdte van hun astronomische kennis dubbel zo groot inschatten. Ze moeten dan, volgens Maya-onderzoeker Hutch Kinsman,niet alleen de lengte hebben geweten van het tropisch jaar, maar ook van het siderisch jaar. Het eerste meet de terugkeer na zo’n 365,25 dagen van de positie van de zon aan de hemel. Het tweede meet de terugkeer na datzelfde aantal dagen, plus 20 minuten en 24 seconden, van de positie van de vaste sterren aan de hemel. Het verschil wordt veroorzaakt door de precessie, het langzaam ’tollen’ van de aardas. Een ster die op 1 augustus voor het eerst weer zichtbaar wordt, verschijnt daardoor na 72 van die verschuivingen een volle dag eerder. Dat de Maya’s weet hadden van het siderisch jaar, denkt ook Kinsmans collega Mark van Stone, op grond van Maya-inscripties over leeftijden, waarin het getal 72 vaak opduikt. “Ze zeiden: ‘We eren deze koning, die meer dan 72 jaar leefde’.”
Bron: TROUW