Deví

Wat betekent Deví ?
Deví is het Sanskritwoord voor ‘godin’. Het is de vrouwelijke vorm van het mannelijke, Deva, wat ‘god’ betekent. Deví en Deva vertalen zich als ‘hemels’, ‘goddelijk’ of ‘iets van uitmuntendheid’.

Het idee van een godin is veelzijdig. Ze is bekend onder een groot aantal namen, aanbeden en gepersonifieerd in vele vormen. Deví Lakshmí is bijvoorbeeld de godin van rijkdom, fortuin en welvaart. Saraswatí is de godin van kunst, wijsheid en leren. Párvatí is de godin van liefde, vruchtbaarheid en toewijding. Durgá is de godin van de macht.

In de Shákta-sampradáyak (school, traditie) van de Sanátan Dharm is Deví het Opperwezen; terwijl Zij, in de Smárta- sampradáya, een van de vijf primaire vormen van Brahmá is. In andere Sanátan Dharm tradities belichaamt Deví de actieve energie en kracht van Deva. Ze verschijnt altijd met hem, hem aan te vullen: zoals Lakshmí met Vishṇu in het Vaishnavisme, en Párvatí met Shiva in het Shaivisme.
Deví kan worden aanbeden en bezongen door middel van yogabeoefening. Er zijn zelfs enkele houdingen en oefeningen in yoga, zoals de godin-houding, die zijn geïnspireerd door Deví.

Deví volgens Yogapedia:
Deví kan worden beschouwd door haar zes hoofdfuncties. Ten eerste is ze een kosmische kracht die demonische krachten vernietigt, die het evenwicht van de wereld bedreigen. Ze creëert, vernietigt en herschept het universum. Dan, in haar zachte en stralende dáyiní-vorm, is ze de genadige schenker van zegeningen, rijkdom, fortuin en succes. In haar derde aspect komt ze op Aarde als de heldin en de geliefde. Ze zorgt voor inspirerende modellen voor aardse vrouwen.
Deví wordt in de vierde plaats gezien als een lokale beschermer van dorpen, steden en individuele stammen. In haar vijfde en zesde aspect kan Deví worden voorgesteld als halfgoddelijk. Ze wordt weerspiegeld in vrouwelijke heiligen en yoginí’s die op aarde zijn geboren, maar die diepe spirituele en buitenaardse krachten bezitten.

Deví pújá is de spirituele aanbidding van Deví, die in vier vormen wordt waargenomen:
Tárá: bestaat in het rijk van de vierde cakra (anáhata), die het spirituele hart vertegenwoordigt.
Saraswatí: komt voort uit de eerste cakra (múládhára)
Lakshmí: vormt het tweede cakra (svádhishthána)
Kálí: het hart van de derde cakra ( maṇipura )
Deze aanbidding leidt tot de realisatie van kosmische energie in jezelf.

Deví yoga verwijst naar een vorm van yoga die kan worden beoefend om een godin in jezelf te realiseren en te identificeren. Beoefenaars visualiseren de Godin, bidden tot en mediteren op Haar, wekken hun kuṇdaliní -energie op en brengen genezing en geluk.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *