Enkele principes van de Vedische Dharma
*Het grootste principe dat de vedische dharma karakteriseert is, dat het gebaseerd is op Gods kennis, genaamd Veda. De Veda’s werden niet geopenbaard voor een individu, een groep van personen of voor een land, integendeel bestaan de Veda’s voor heil van de gehele mensheid. Deze kennis werd geopenbaard via 4 rishi’s met de bedoeling welzijn te brengen voor de gehele wereld. De Veda’s verschenen aan het begin van de schepping, zodat geen enkel wezen verstoken zou blijven van de voordelen van deze kennis, en beschuldigd zou worden van onrechtvaardigheid of partijdigheid, omdat het niet aan hen is onthuld. Zou het niet onrechtvaardig zijn van God, de schepper van alles, als hij de mensheid niet vanaf de eerste verschijning op aarde Goddelijke kennis zou hebben gegeven? De vedische dharma stijgt boven de beperkingen van religie en traditie, en roept de persoon op om mens te worden: manur bhava. Mens word je als je handelt, na onderscheid gemaakt te hebben tussen dharma (deugd) en adharma (ondeugd). M.a.w. een mens die zijn denken gebruikt vóór het handelen, wordt mens genoemd. Wie zijn handelen niet toetst aan dharma en adharma wordt een duivel (dánav).
*Het vestigen van een directe relatie met God karakteriseert de grootheid van de vedische dharma. De Veda’s onderwijzen dat slechts met de kennis van God je de vrees voor de dood kan overwinnen. Als mens kunnen we rechtstreeks tot onze Vader spreken, zonder tussenkomst van iets of iemand.
*Een ander principe van de vedische dharma is de onfeilbare theorie van karma. Er is een bekend gezegde: ”Wat je zaait zul je oogsten.” Deze wet van karma veran dert onder geen enkele omstandigheid. In de Veda wordt gezegd dat de kruik van een mens voor hem wordt geplaatst; er is geen enkele gelegenheid voor bemoeienis van een ander. Wat er ook in de kruik geplaatst wordt, zal hij/zij ook terugkrijgen. Niemand kan gered worden van zijn zonden of kan boeten voor de zonden van een ander.
Manu Maháráj verklaart dan ook, dat niemand, noch vader, moeder, echtgenoot, of andere familieleden hulp kan bieden in de wereld na de dood.
Slechts dharma kan ons daarbij helpen. Dit leven wordt alleen geboren en wordt ook alleen vernietigd; het geniet de vruchten van zijn goede en slechte daden. Door deze wet van karma wordt de mens aangemaand om zich niet over te geven aan slechte handelingen, maar om in aanraking te blijven met de draad van goedheid.
Bron: art. Vasudevarao