Enkele Vormen van Karma
Een voorbeeld van Karma op lange termijn (dirghakálik Karma) is te vinden in het Ramáyaṇ. Koning Dashrath die gedwongen werd zijn zoon Ram te verbannen, herinnerde zich in zijn ellende op zijn sterfbed, dat hij in zijn jongelingsjaren tijdens de jacht de plichtsgetrouwe Shravan-Kumar had gedood, zodat diens blinde ouders zonder steun waren geworden. En de grijze koning besefte, dat de scheiding van zijn eigen zoon Ram nu het gevolg was van die daad uit het verre verleden. Een voorbeeld van Karma op korte termijn (alpkálik Karma) is b.v. het goede rapport van een leerling die ijverig heeft gewerkt. De inspanning die hij zich getroost heeft, heeft geleid tot een goed rapport, althans een beter rapport dan wanneer hij deze inspanning niet zou hebben opgebracht. Een voorbeeld van onmiddellijk of ‘contant’ Karma(tatkálik Karma) vinden we o.a. in de volgende les: Een celá (leerling) zat midden op de weg, terwijl een olifant aankwam; de kornak schreeuwde maar de celá bleef gewoon zitten, ervan uitgaande dat hem niets kon gebeuren als het niet in zijn Karma lag; en toch kreeg hij een geweldige slag van de olifant. Nadat hij hersteld was, vroeg hij aan zijn Guru om uitleg. En deze vertelde hem, dat men nooit het gevaar moet tarten, want men kan hierdoor ‘contant’ Karma maken: wie het gevaar opzoekt, zal erin vergaan.
Naast het individuele Karma of Karma van de enkeling (klein-Karma) bestaat natuurlijk ook sociaal Karma of Karma van een groep mensen(groot-Karma), aangezien de levens van vele mensen met elkaar verweven kunnen zijn. Dat maakt dat grote groepen mensen moeten lijden. Zelfs hele volkeren kunnen worden weggevaagd door oorlogen, hongersnood, epidemieën, vulkanische uitbarstingen, aardbevingen,enz. Wanneer het Karma zal uitwerken is een van de geheimen van het menselijk leven. In elk geval leert aanvaarding van de Wet van Karma ons te berusten in het onvermijdelijke, maar te gelijk met hoop en vertrouwen de toekomst tegemoet te zien, we tende dat ons doen en laten mede vorm en inhoud aan de toekomst geven.
Bron: Jnan Adhin