Essayist Pankaj Mishra: ‘We leggen te veel nadruk op religie als bron van geweld’
INTERVIEW
Het ideaal van gelijke kansen is voor velen niet meer dan een holle, lege belofte. De boosheid die dat
En we leefden nog lang en gelukkig. Althans, dat leek de belofte na de val van de Muur in 1989. Met de val van het communisme lag de weg open voor de wereldwijde uitwaaiering van de liberale democratie. Goed, het kon even duren voor de zegeningen van de vrije markt zich tot in alle hoeken en gaten zouden hebben verspreid, maar uiteindelijk was het slechts een kwestie van tijd.
Nog geen dertig jaar later lijkt er van dat optimisme weinig meer over. Onvrede, boosheid, zeg soms maar rustig razernij, heeft aanzienlijke delen van de wereld in zijn greep. De Indiase schrijver Pankaj Mishra zag het in zijn geboorteland, waar, tot zijn ontzetting, Hindu-nationalisten in 2014 een meerderheid in het parlement verwierven, hij zag het bij de jongeren die zich aansluiten bij IS. En tot zijn verbazing zag hij het daarna ook, met Brexit en de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president, opkomen in het westen zelf, de bakermat van die belofte van geluk.
Om deze ogenschijnlijk zeer verschillende zaken in uiteenlopende delen van de wereld te verklaren en verbinden, gebruikt Mishra het Franse woord ressentiment. Wat dat is? In een lawaaierig café in het centrum van London, waar medewerkers en gasten van de ernaast gevestigde BBC in en uit lopen, legt Mishra uit.
Vergaande ongelijkheid
“Het is een gevoel dat wordt opgeroepen in een samenleving die gelijkheid belooft, maar in werkelijkheid vergaande ongelijkheid kent. Als het om inkomen, status, aanzien en bezit gaat, wordt ons een ideaal voorgehouden van gelijke kansen. Tegelijkertijd lijden velen eronder dat het in het echt heel anders uitpakt.
“Dat zorgt voor een diep gevoel van ressentiment, afkeer van jezelf omdat je het niet redt, afkeer van anderen die het beter doen, die je passeren, die je voortdurend dwingen om de concurrentie aan te gaan. Het heeft te maken met jaloezie, vernedering, machteloosheid. Het is een situatie waarin je nooit innerlijke bevrediging kunt vinden omdat je zelfbeeld zo afhankelijk is van anderen.”
Geheel nieuw is deze emotie niet, wel relatief nieuw. Mishra spreekt van een ‘bij uitstek modern gevoel’. Ressentiment is, in zijn ogen, een essentieel onderdeel van de moderne samenleving zoals die zich de laatste eeuwen heeft ontwikkeld. In zijn boek, met de wat cryptische ondertitel ‘History of the Present’, gaat hij terug naar het achttiende eeuwse Europa om de wortels van ressentiment bloot te leggen.
‘IS is niet uniek’
Met de Verlichting wordt de mens steeds meer gezien als een individu dat, los van traditie en religie, op rationele wijze zijn beslissingen neemt. Maar de belofte van welvaart, gelijkheid en vrijheid die daarmee verbonden wordt, klinkt ook dan al menigeen hol in de oren. Tal van schrijvers, revolutionairen, anarchisten en nationalisten uit onder meer Rusland, Duitsland en Italië die in Mishra’s boek de revue passeren, zetten vraagtekens bij de nieuwe tijd. En die het om die onvrede te uiten ook nogal eens niet alleen bij woorden (willen) laten. Oproepen tot de vernietiging van musea en bibliotheken en zelfs het veroorzaken van ‘stromen van bloed’, haat jegens de ‘zondige’ stad; IS is bepaald niet uniek, aldus Mishra, we hebben het dicht bij huis eerder gehoord.
“Ik laat zien dat ressentiment al vanaf eind achttiende eeuw te traceren is en dat er momenten zijn geweest waarop dat gevoel politiek giftig is geworden. Dat het concreet gestalte heeft gekregen in de vorm van demagogen en extremistische bewegingen.”
Als meer recent voorbeeld van iemand die zich liet leiden door ressentiment noemt u Timothy McVeigh, de Amerikaan die in 1995 in Oklahoma City Amerikanen doodde door een met explosieven gevulde truck tot ontploffing te brengen. Had hij nog geleefd dan had hij begrip op kunnen brengen voor westerlingen die zich bij Isis aansluiten, suggereert u.
“Wat ik daarmee wil aangeven is dat we te veel nadruk leggen op religie of cultuur als bron van geweld. Door een merkwaardig toeval kwam Timothy McVeigh in dezelfde gevangenis terecht als Ramzi Ahmend Yousef, het brein achter de eerste aanslag op het World Trade Center in 1993. Ze sloten vriendschap. Na de executie van McVeigh zei Yousef dat hij nog nooit iemand in zijn leven had ontmoet die zoveel op hem leek. Blijkbaar herkenden ze zich in elkaar.
“Geweld is een existentiële ervaring. Het kan aantrekkelijk zijn voor mensen van welk geloof of cultuur dan ook. Ik geloof echt dat we een heel grote fout hebben gemaakt, waar we vandaag de dag ook zwaar voor betalen, door de wortels van militant geweld uitsluitend in de islam te lokaliseren. Daarmee zetten we 1,5 miljard mensen in het verdomhoekje als dé aanstichters van geweld en chaos in de wereld.
“We vergeten de lange geschiedenis van anarchistisch terrorisme in Europa in de tweede helft van de negentiende eeuw, we doen of de Raf niet heeft bestaan, of de Rode Brigades. We vergeten Anders Breivik en die Iraans-Duitse jongen die vorig jaar in München een aanslag pleegde. Iedere religie, iedere cultuur heeft jonge mannen voortgebracht die zichzelf willen vinden, willen bewijzen door extreem gewelddadige acties.”
Het gaat in uw boek hoofdzakelijk over boze mannen. Vrouwen komen er nauwelijks in voor. Hooguit als mede-schuldigen aan dat gevoel van afkeer. Zoals bijvoorbeeld bij Timothy McVeigh die zich afzette tegen het feminisme.
” Vrouwen zijn grotendeels afwezig in het boek, omdat ze nauwelijks aanwezig waren in het publieke debat. Maar vrouwen zijn altijd het eerste slachtoffer van onzekere mannen die zich een plaats willen verwerven in deze wereld. Want deze moderne wereld creëert niet zomaar ruimte voor je. In India hebben we daar ook grote problemen mee. Mannen, ontwortelde mannen, komen naar de grote stad en vergrijpen zich daar aan vrouwen. Ze missen de normen en waarden die door generaties zijn doorgegeven. Traditionele beperkingen gelden niet meer.”
Maar kun je niet zeggen dat de nadruk op gelijkheid vrouwen wel iets heeft gebracht?
“Voor sommigen geldt dit zeker, met name in het esten. Vooral daar waar vrouwen nodig waren voor economische groei, zijn ze erin geslaagd bepaalde rechten voor zichzelf op te eisen. Geen gelijke rechten, want die zijn er nog steeds niet. Maar de vraag is of die verbetering van de positie van vrouwen in het Westen niet tegelijk slecht nieuws was voor mensen elders. Want dat moet je wel in het achterhoofd houden. Westerse economieën konden groeien door kolonialisme en imperialisme. Aan de ene kant kregen vrouwen rechten, maar op andere plekken in de wereld werden rechten geschonden. We kunnen het een niet los zien van het ander. Het hele project van vooruitgang is problematisch.
“Kortgezegd: de liberale democratie is gegrondvest op geweld. Kijk naar Amerika, dat had genocide nodig, het had slavernij nodig. Kijk naar Groot-Brittannië, Nederland; landen die elders gebieden veroverden, grondstoffen roofden voor de eigen welvaart. En dan nog niet eens voor iedereen daar.”
Wat brengt het ons te weten dat ressentiment er al eerder was?
“Het is belangrijk om te realiseren dat mensen verschillende behoeften hebben. Het goede leven is niet voor iedereen hetzelfde. Wat werkte voor een kleine groep ambitieuze witte mannen in 19de-eeuws Europa of de VS is niet noodzakelijkerwijs een goede zaak voor anderen. In India was het doel bevrijding, spirituele bevrijding, vrijheid van materiële wensen. Dat is waar bijvoorbeeld Gandhi de nadruk oplegde, ook in zijn politiek. Het ressentiment vandaag de dag in India komt doordat we allemaal zijn aangemoedigd om de ideeën over te nemen van een kleine groep mannen aan het eind van de 18de eeuw.
“De vernietiging van diversiteit in de laatste 200 jaar, de verspreiding van identieke patronen van consumptie en wensen over heel verschillende delen van de wereld, heeft tot gevolg dat dat gevoel van ressentiment is geglobaliseerd.”
Een plek die tot nu toe gevrijwaard lijkt van ressentiment, althans in het openbaar, is China.
“Dat is waar. En op dit moment heeft China er baat bij dat de democratie zo in diskrediet is geraakt. Dat wordt mensen daar nu ook voorgehouden: dit krijg je als je mensen de vrije keus geeft. Zoals wij het in China geregeld hebben, is het veel beter. Het resultaat is een totalitaire samenleving waar alles en iedereen in de gaten wordt gehouden en gecontroleerd.”
Veel hoop voor de toekomst heeft u niet. U komt zelfs met het perspectief van een wereldwijde burgeroorlog, ook omdat de westerse levenswijze leidt tot uitputting van de natuur.
“Structuren die eeuwenlang het leven van mensen hebben georganiseerd zijn steeds meer aan het verdwijnen. De familie, de kerk, gilden, vakbonden, de media: ze waren belangrijke organisatoren van solidariteit. Maar ze verkeren in crisis. Net als de natie-staat, de grootste politieke gemeenschap.
“Tegelijkertijd wordt de nadruk steeds meer gelegd op het individu. In feite heeft het liberalisme de bodem gelegd voor zijn eigen vernietiging. Er is geen gevoel van gedeelde bestemming. Als alle traditionele vormen van samenwerken en samenleven verdwijnen, als je denkt dat de markt alles oplost, dat de markt individuele wensen en verlangens wel op elkaar afstemt, dan krijg je dat.”
Een richting aangeven om die burgeroorlog te vermijden doet u echter niet.
“Demagogen kunnen opbloeien omdat ze hoop bieden aan wanhopige mensen. Mijn boek gaat over die ervaring van machteloosheid en vernedering. Wij hebben dat zwaar verwaarloosd. Ik had het ook niet zo in de gaten. We kijken niet echt om ons heen. Ook journalisten zijn tekortgeschoten. Ze zijn te veel deel gaan uitmaken van de globale elite, zijn te close geworden met politici en zakenmensen. Ze hebben zichzelf losgemaakt van de ervaring van de doorsnee burger.
“Maar het is niet genoeg om aandacht te besteden aan de winnaars van vandaag de dag, ook de verliezers moeten aan bod komen. Als intellectuele elite moeten we ook met hen relaties opbouwen, verbindingen aangaan, anders kunnen we ook geen solidariteit opbrengen. We moeten onze veronderstellingen onderzoeken en harder werken om te begrijpen wat er gaande is.”
Wie is Pankaj Mishra?
Pankaj Mishra (1968, Jhansi, India) studeerde in Allahabad en New Dehli en verhuisde in 1992 naar Mashobra, een dorp in de Himalaya. Daar las hij heel veel (een boek per dag, zo zei hij eens in een interview) en begon hij met het publiceren van literaire essays en boekbesprekingen. Zijn eerste boek Butter Chicken in Ludhiana, verschenen in 1995, was een reisverslag dat de sociale en culturele veranderingen in India in de context van globalisering beschreef. Mishra is zeer kritisch over de wijze waarop het Westen in de loop der tijd andere delen van de wereld aan zich heeft onderworpen. Mede daarom kreeg hij het in 2011 aan de stok met de Britse historicus Niall Ferguson, nadat hij diens boek Civilisation; The West and the Rest zeer kritisch had besproken.
Voor zowel zijn fictie- als non-fictiewerk kreeg Mishra diverse toonaangevende prijzen. Hij woont in London, maar reist regelmatig naar Mashobra om te schrijven.
Onlangs publiceerde hij Age of Anger. A history of the present, dat binnenkort in het Nederlands op de markt zal komen onder de titel Tijd van woede. Een geschiedenis van het heden (Uitgeverij Atlas). Eerder verscheen van hem in het Nederlands Op de ruïnes van het imperialisme.
meebrengt kan heel giftige vormen aannemen, waarschuwt de Indiase schrijver en essayist Pankaj Mishra in zijn verontrustende boek ‘Tijd van woede. Een geschiedenis van het heden’.
uit Trouw