Gaan festivals ten onder aan hun eigen succes?
Vandaag begint de 32ste editie van Zomercarnaval Rotterdam. Een oudgediende in een tijd dat festivals de steden overspoelen. Gaan ze ten onder aan hun eigen succes?
Het plafond is bereikt: nog meer festivals kunnen de steden niet aan. Deze hartekreet komt niet eens van omwonenden, maar van een festivalorganisator. Guus Dutrieux, organisator van het Rotterdamse Zomercarnaval, begrijpt dat de havenstad een festivalstop heeft ingevoerd. “Evenementen zijn goed voor de economie en de saamhorigheid, je moet het niet overvoeren.”
In Rotterdam komen er deze zomer geen grote evenementen meer bij. Organisatoren van kleine festivals kunnen zich nog wel melden. De politie moet worden ontlast, vindt de gemeente, na het drukke voorjaar met Turkse onrust en het kampioenschap van Feyenoord.
Dutrieux: “Het is goed dat er even een status quo komt. Dan kunnen we nadenken over de komende jaren, in plaats van steeds maar meer festivals.” Toch krijgt de politie het komend weekend weer druk, met twee voetbalwedstrijden, het carnaval én kleinschalige festivals.
In 2013 waren er 92 festivals in Rotterdam, nu 224. Amsterdam telt er zo’n 300. De hoofdstad kondigde recent aan de geluidsnormen te verscherpen. De festivalisering heeft toegeslagen en Dutrieux kan het weten. In 1981 organiseerde hij de eerste editie van Parkpop. “Toen waren er 30 festivals in het land. Inmiddels meer dan 900.” Vooral in de steden.
Die festivalisering is, net als massatoerisme, een van de keerzijden van het succes van de stad, zegt Martijn Mulder, hoofddocent leisure en stad aan de Hogeschool Rotterdam. “Vooral in Amsterdam heeft het toerisme een grens bereikt. Voor festivals is dat niet anders.” Vijftien jaar geleden kwamen de grote dance-festivals op weilanden buiten de stad op. Inmiddels zijn kleinschalige ‘niche-festivals’ populair. Vaak in stadsparken, dichtbij de doelgroep.
Mensen willen uitdaging, afwisseling en ‘instant entertainment op afroep’, zegt Mulder: “De populariteit van discotheken neemt in gelijke tred af met de opkomst van festivals. Mensen willen het liefst elke week een andere sfeer en omgeving.” Ondernemers spelen erop in. Mulder noemt het ‘de festivalisering van alles’. “Zet tien foodtrucks bij elkaar en het is een festival. Winkeliers die buiten een kraam neerzetten noemen dat ook een festival.”
Maar de binnensteden zijn voller. Vroeger eindigde de Rotterdamse Danceparade op de Mullerpier. Die
is volgebouwd, met alle overlast van dien. De Maasstad heeft weinig geschikte parken, en je wilt niet na ieder weekend nieuw gras inzaaien.
Organisatoren doen veel om omwonenden niet tegen zich te krijgen. Ze gaan de deuren langs of geven gratis toegangskaarten weg. Dutrieux betrekt al in de voorbereiding de omgeving bij het carnaval. “We overleggen met bewonersverenigingen en winkeliersverenigingen. En het volume gaat zachter bij de podia die dichtbij woningen staan.” Daardoor, en omdat de Latin muziek toegankelijk is voor een groot publiek, valt het aantal klachten mee.
Het aantal bezoekers aan dancefestivals stijgt nog, maar in hun concurrentiestrijd verlagen organisatoren de ticketprijzen en investeren ze meer, staat in de laatste Dance Festival Monitor.
Mulder: “Vaak komt na jaren ongebreidelde groei een periode van ¬selectie, waarna de sterksten overleven.” De grote traditionele festivals zullen wel blijven, denkt hij, net als de selecte niche-festivals.
In de Rotterdamse binnenstad zijn dit weekend optredens en andere evenementen. De belangrijkste zijn The Battle of the Drums en de grote straatparade.
The Battle of the Drums
Pavailly Zuniga Chaux (26) doet vanavond met zijn brassband The Rhytm All Stars mee aan The Battle of the Drums.
“Wij spelen in de finale tegen twee andere brassbands. Of we gaan winnen? Tuurlijk, wij zijn de beste. In 2014 wonnen we al, in 2015 werden we tweede. Vorig jaar deden we niet mee. Wij zijn uitzonderlijk, omdat we al heel lang met dezelfde jongens spelen. Dit is de spannendste tijd van het jaar voor ons. Omdat je bij het Zomercarnaval ergens om strijdt. Je moet heel Nederland en andere brassbands laten zien hoe goed je bent. Dat geeft stress. Daarom oefenen we voor het optreden ook niet heel veel meer. Je moet ook uitrusten, de spanning maakt het spelen heel zwaar. Fysiek en mentaal.”
Queen van het zomercarnaval
Geneitha Russell (26), Queen van het Zomercarnaval, gaat voorop tijdens de straatparade morgen. “Als Queen vertegenwoordig je in de eerste plaats je eigen groep.
Die van mij is ‘Kingdoms under the Sun’ uit Amsterdam. Onze wagen mag de optocht openen en ons thema is ‘The road to Shangri-La’, naar een mythisch land in de Himalaya. Een oase waar altijd tropische bloemen bloeien, vandaar mijn kostuum. Na het Zomercarnaval zit mijn werk er nog niet op. Samen met de koninginnen die bij de verkiezing tweede en derde werden, reis ik dan Europa rond als ambassadeurs van het carnaval. Dat ben je het hele jaar. We gaan naar Tenerife en Parijs, en ook naar België.”
Bron: TROUW