GOEDE VRIJDAG & PASEN IN HINDUÏSTISCHE BESCHOUWING

DE RELIGIE

Jezus, de zoon van God wordt door Pontius Pilatus, de prefect van Judea, veroordeeld tot de dood op aandrang van de  priesters en de menigte die Hem valselijk beschuldigen. Op Witte Donderdag houdt Jezus het laatste avondmaal met zijn apostelen en wordt Hij op Goede Vrijdag gekruisigd, na verloochening door Petrus en verraad door Judas Iskariot die hiervoor 30 zilverlingen kreeg. Op de derde dag hierna, de eerste Paasdag, herreist Hij uit de dood en verschijnt voor Maria Magdalena. De boodschap is geloof, hoop en verlossing van de zonden door Jezus Christus De Verlosser, overwinning van het goede op het kwaad.

DE HINDUÏSTISCHE BESCHOUWING

In de hinduïstische wijsbegeerte is de Vedānta-filosofie toonaangevend. In de Bhagvat Geetā (Goddellijke zang van wijsheid) één van de bekendste vedāntische geschriften, zegt Shrí Krishnā dat het menselijk leven wordt beheerst door drie innerlijke karakter bepalende geaardheden, de drie gunahs. Deze zijn: goedheid (satvagunah), de hartstocht (rajasgunah) en onwetendheid (tamasgunah).

Jezus als zoon van God, symboliseert de geaardheid goedheid. Maria Magdalena verpersoonlijkt tezamen met Petrus en enkele anderen, de hartstocht.  Pontius Pilatus en de menigte die om Zijn dood roept, vormen  de onwetendheid in de mens. De goedheid staat vaak alleen en wordt dan overtroeft door de onwetendheid. 

In de aanloop naar Goede Vrijdag, de dag van zijn kruisiging, was Jezus de voeten van de apostelen. Analoog hieraan is het wassen van de voeten van zijn vriend en discipel Sudāma door Shrí Krishnā, zoals in de Bhāgvat Mahā Purān is verhaald.  Dit ritueel bebenadrukt de portee, het gebod van nederigheid en de vedāntische visie van gelijkheid tussen allen; op zielsniveau zijn allen gelijkwaardig, daar de ātmā (ziel) een volkomen deel van de Almachtige is.

 Maria Magdalena werd door Jezus verlost van zeven duivels en zoals vermeld in Johannes 20, is zij getuige van de opstanding van Jezus Christus uit de dood.

De zevens duivels zijn de zeven hoofdzonden die voortkomen uit onwetendheid ( tamasgunah), welke de gevoelens, de hartstochten trachten te overmeesteren en in negatief denken om te zetten en zijn 1. Superbia (hoogmoed),  2. Avaritia (hebzucht), 3. Luxuria (wellust), 4. Invidia (jaloezie), 5. Gula (gulzigheid), 6. Ira (woede) en 7. Acedia(luiheid).

Magdalena’s overgave, haar genegenheid, haar reine hartstocht maakten dat Jezus deze negatieve eigenschappen wegnam en daarom verscheen Hij enkel voor haar na zijn  wederopstanding. Evenzo verkrijgt men de Goddelijke touch, het ontwaken van de Goddelijke innerlijke kracht, door bhakti d.i. liefdevolle toewijding aan de Schepper (zie bhaktiyogah in Bhagvat Geetā) en door het verdrijven van deze zeven slechte neigingen uit het het denken.

Op Goede Vrijdag, met de kruisinging van Jezus,  behaalt de onwetendheid in en om de mens de overwinning op het goede, zoals dat menigmaal gebeurt in het leven. Deze dag is echter tegelijk ook goed (Goede Vrijdag) omdat de aanzet wordt gegeven tot overwinning op het kwaad, door de herreizenis van Jezus Christus, de personificatie van de geaardheid goedheid in de mens.

Vaak wordt men onrecht aangedaan, al het goede wat iemand gedaan heeft wordt vergeten, zoals men ook al het goede vergat wat Jezus had verricht en wordt men, zoals Hij, aan de schandpaal gezet en aan het kruis genageld.

Zoals Jezus, in onmacht tegen al de valse beschuldigingen,  het onrecht moest ondergaan en aan hoon en spot van de onrechtvaardigen, belichaamd door Pilatus, de hoge priesters en het volk, was  overgeleverd, zo is dit ook wat ondergaan wordt in het menselijk leven.

De wederopstanding van Jezus is de wedergeboorte van de mens, de inluiding van een nieuw leven, de peacefull living door liefdevolle devotie (bhakti) en het opdoen van de juiste kennis en wijsheid waardoor het bewustzijn wordt gereinigd en de onwetendheid wordt overwonnen. 

Het verraad door Judas en de de verloochening door Petrus die Hem trouw zwoer, weergeven een van de duistere zijden van de menselijke aard; daarom had Jezus dit al voorspeld.

In de intermenselijke relaties blijken velen alleen in voorspoed trouw te zijn. Degenen die als eigen worden beschouwd keren hun rug  en schromen niet om verraad te plegen voor persoonlijk gewin.

Jezus kondigde ook zijn eigen dood aan. Desondanks raakte hij zeer ontmoedigd aan het kruis en riep hij vol smart zoals in PSALM 22 staat: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten.

In tijden van hopeloosheid, de angst, de realiteit van onmacht, als gebeden niet lijken te helpen en het vertrouwen in het innerlijke wegkwijnt, is het heel menselijk als men zich ook door God en de natuur verlaten voelt.

De moraal hiervan is ook, dat het lijden, het ondergaan van teleurstellingen, van pijn op veler vlak, onlosmakelijk verbonden zijn aan het mens-zijn. Het kruis is het leed welk elk mens met zich meedraagt, als gevolg van zijn karma, zijn handelingen.  De kruisiging is o.a. het leed tot in het ergste toe, dat door derden wordt aangedaan. De ontmoediging is dus menselijk.

Echter, evenals de wederopstanding van Jezus Christus zeker is, is ook zeker de menselijke wederopstanding uit de ellende. Hiertoe moeten standvastigheid in de overtuiging om de innerlijke negatieve eigenschappen te overwinnen en liefdevolle overgave aan de Almachtige worden betracht.

Jezus aanhoort lijdzaam de valse beschuldigingen, de onterechte veroordeling  en de wrede kruisiging en vraagt dan nog aan God Zijn Vader, om zijn moordenaars te vergeven omdat die door onwetendheid niet wisten wat ze deden. Dit is de geweldloosheid en vergeving het hinduïsme eigen, welke Mohandas Karamchand verhieven tot Mahatma Gandhi.

RESUMEREND

De hinduïstische filosofische interpretatie van Goede Vrijdag en Pasen staaft dat deze christelijke hoogtijdagen door een ieder ongeacht de geloofsovertuiging kunnen worden gevierd en beleefd. De macht van het kwaad in het leven is een feit waarvan men goed bewust moet zijn.  De uiteindelijke overwinning van het goede is wat iedere religie dan ook nastreeft. Iedereen dient te trachten de wederopstanding van het Goddelijke in zich te bewerkstelligen, door o.a. de innerlijke geaardheden onwetendheid en hartstocht te overwinnen middels standvastige vertrouwensvolle devotie en het vergaren en toepassen van wijsheid.

Pandit drs. R.P.Sitaldin (hindupriester-bedrijfseconoom-filosoof)   r.p.sitaldin@hotmail.com