HEILIGE GESCHRIFTEN VAN HET HINDOEÏSME

Het Hindoeïsme kent naast de Rámáyana, Mahábhárata en Bhagavad
Gitá ook andere dharma grantha’s (heilige geschriften) z.a: Veda’s, Upanishad’s, Purána’s, Shástra’s, Smriti’s.

De Veda’s: zijn heilige boeken, waarin het fundament van het Hindoeïsme is neergelegd. Ze bestaan uit hymnen geschreven in een oude vorm van het Sanskrit en werden ongeveer 7000 v. Chr. samengesteld. Deze werden geopenbaard aan de rishi’s (heiligen). Ze herbergen de kennis van het gehele universum, kennis van kunst, muziek, ruimtewetenschap, geometrie, logica, hypnotisme, wiskunde, filosofie, rituelen, gezondheid, magie, medicijnen, architectuur en spirituele kennis.
Er zijn vier Veda’s:
1. Rigveda: hierin worden de verschillende verschijningsvormen van de Almachtige Brahma beschreven
2. Yajurveda: hierin worden de ceremoniële regels aangegeven om goddelijke kracht te realiseren.
3. Sámaveda: hierin worden de verschillende aspecten van de verschijningsvorm van de Schepper in dichtvorm bezongen.
4. Atharvaveda: bevat regels voor een gezond leven: de Ayurveda is een onderdeel hiervan.

 

Upanishad’s: Er zijn meer dan 108 Upanishad’s, waarin de kennis van Brahma en átmá uitgelegd wordt en hoe de verhouding tussen Paramátmá en átmá is. Verder hoe de mens goddelijke kracht kan realiseren.

 

Purána’s: Er zijn achttien Purána’s, die beschouwd worden als oude, religieuze geschriften. Deze zijn in het oorspronkelijke Sanskrit beschikbaar.
Hierin zijn de daden van de goden beschreven. Een van de meest bekende is de Garur-purán, uit welke vooral wordt gereciteerd tijdens de rouwzittingen na de crematie of begrafenis.

Shástra’s: Er zijn zes Shástra’s. Deze zijn de meest oude geschriften van het Hindoeïsme, waarin belangrijke filosofische benaderingen over het leven van de mens worden uitgelegd.

 

* Sánkhya shástra door Máharishi Kapil;
* Yoga shástra door Máharishi Patanjali;
* Nyáya shástra door Maharishi Gautam;
* Vaisheshik shástra door Máharishi Kanád;
* Mímánsá shástra door Máharishi Jaimini;
* Vedánta shástra door Máharishi Vyás.

Smriti’s: hierin zit het hele werk van Hindoerecht, ondanks dat het voornamelijk bestaat uit het recht van Manu en andere heiligen, die deze wetten uit heilige bronnen hebben ontvangen. Deze wetten zijn verdeeld in drie delen:
* ácár of regels van omgang en gewoonten;
* vyavahára of gebruik/gedrag;
* práyashcitta of boetedoening.
De heiligen Manu en Yájnavalkya worden met name genoemd, omdat hun bijdrage noemenswaardiger was dan van de andere heiligen. Deze twee worden gevolgd door achttien andere geïnspireerde heiligen, die tot op de dag van vandaag gezien worden als autoriteiten op het gebied van het recht. De Manusmriti is het fundament is van Hindoewetgeving en bevat vele sociale en wettelijke regels. Het schijnt voor de 5de eeuw v. Chr. gemaakt te zijn.

Bron: Het Hindoeisme leren kennen, R en U. Dogra; De grongbeginselen van de S.D. Pt. B. Patandin