Heropening Shrí Rám Mandir in Ayodhyá
Op 22 januari 2024 zal in India na circa 2 eeuwen de heropening plaatsvinden van de Shrí Rám Janmabhúmi Mandir. Suriname en India liggen ongeveer 14.500 km uitelkaar; wat is het belang van de heropening van deze mandir voor Suriname?
In Suriname wonen circa 160.000 Hindustanen, waarvan ruim 125.000 volgers van de Sanátan Dharm. Shrí Rám is als 7de incarnatie van Bhagwán Shrí Vishṇu hier dan ook ruim aanbeden. De historische verbondenheid tussen Sanátan’s in Suriname en de rest van de wereld is dan ook evident.
De Sanátan Dharm Mahá Sabhá Suriname heeft dan ook op 21 januari a.s. een groots event gepland op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo ter gelegenheid van de heropening van de Shrí Rám Janmabhúmi Mandir in Ayodhyá, India. Een compleet 4 uren durend programma zal worden afgedraaid.
Een stuk uit de Rámlílá zal ook op het podium opgevoerd worden. Het verzoek is aan de Sanátani’s om op maandag 22 januari thuis ook diyá’s aan te steken zoals dat ook gebruikelijk is op de dag van Diváli.
Historie:
Bhárat (Áryávarta) heeft een lange en rijke geschiedenis. In deze geschiedenis is er ook overheersing geweest door vreemde volken. Grofweg 1000 jaar lang overheersten moslim (Mogul) regeerders eerst kleine en later grote delen van Bhárat en daarbij werd hardhandig de islám gevestigd. Van de 12e tot de 18e eeuw waren er zelfs grote sultanaten die heersten over grote delen van het land. Mandir’s werden afgebroken en op dezelfde plek werd er vaker een moskee opgezet. Dat gebeurde min of meer ook met de Shrí Rám Janmabhúmi Mandir.
Reeds in de Rámáyaṇ werd er melding gemaakt van de geboorteplaats van Shrí Rám in een plaats genaamd Ayodhyá aan de Sarayúrivier. Op deze plek werd een Shrí Rám Janmabhúmi Mandir gebouwd die eeuwenlang een pelgrimsoord was.
In de 16e eeuw werd de tempel aangevallen en verwoest door een overheerser genaamd Bábar tijdens zijn reeks tempelinvallen in Noord-India. Later bouwden de Mogul’s een moskee, de Bábrí Masjid, op de locatie van de Shrí Rám Janmabhúmi Mandir, de geboorteplaats van Rám. De vroegste vermelding van de moskee gaat terug tot 1767, in het Latijnse boek ‘Descriptio Indiae’, door Joseph Tiefenthaler. Volgens hem werd de moskee gebouwd door de Ramkot-tempel te vernietigen, vermoedelijk het fort van Rám in Ayodhyá en de Bedi, waar de geboorteplaats van Rám zich bevindt.
Een lange periode van religieuze steekspelletjes volgde op de bouw van de moskee, immers Sanátaní’s voelden zich in hun beleving tekort gedaan. Het eerste geval van religieus geweld werd gedocumenteerd in 1853. In december 1858 verbood de Britse regering hindú’s om pújá’s uit te voeren op de betwiste locatie. Er werd een platform gecreëerd voor het uitvoeren van Sanátan rituelen buiten de moskee.
In de nacht van 22 op 23 december 1949 werden múrti’s van Ráma en Sítá door Sanátaní’s in de Bábrí Masjid geïnstalleerd en de toegewijden begonnen er zich vanaf de volgende dag te verzamelen. In 1950 nam de staat de controle over de moskee over en stond hindu’s toe om er hun gebed op de plek uit te voeren.
In de jaren tachtig lanceerde de Vishwa Hindu Parishad (VHP), behorend tot de hindu-nationalistische familie Sangh Parivár, een nieuwe beweging om de plek terug te winnen voor Sanátaní’s om op deze plek een mandir op te richten die gewijd was aan de jonge Rám (Rám Lallá). De VHP begon geld en stenen in te zamelen met de tekst “Jai Shrí Rám” erop. Later gaf de regering onder leiding van premier Rajiv Gandhi de VHP toestemming om de Shilányás (vertaald: de eerste steenceremonie) door te laten gaan.
Aanvankelijk waren de regering van India en de regering van Uttar Pradesh overeengekomen dat de shilányás buiten de betwiste locatie zou plaatsvinden. Op 9 november 1989 legde een groep VHP-leiders en Sádhu’s echter de eerste steen door een kuil van 200 liter te graven naast het betwiste land. De singhdwár (vert. hoofdingang) van het sanctum sanctorum werd daar gebouwd. De VHP legde vervolgens de fundamenten van een tempel op het terrein grenzend aan de betwiste moskee. Op 6 december 1992 organiseerden de VHP en de Bháratiya Janatá-partij een bijeenkomst op de locatie met 150.000 vrijwilligers, bekend als kársevak’s. De bijeenkomst werd gewelddadig, de menigte overweldigde de veiligheidstroepen en brak de moskee af.
De vedische rituelen voor de Práṇ-Pratishthá (inwijding) ceremonie van Rám Lallá (het kind Shrí Rám) in Ayodhyá zullen beginnen op 16 januari 2024, een week voor de hoofdceremonie. Ayodhyá zal van 14 tot 22 januari het Amrit Mahá utsav markeren.
De activiteiten rondom de heropening van de Shrí Rám Janmabhúmi Mandir zullen ook in Suriname gevolgd en gevierd worden en wel op zondag 21 januari a.s. op het Onafhankelijkheidsplein.
Noot: ‘Sanátan Dharm’ is de correcte originele aanduiding voor wat in het westen nu nog bekend staat als Hinduïsme.
‘Sanátani’ is een volger van de Sanátan Dharm waarbij alle stromingen en denominaties voortkomende uit deze leer en levenswijze worden bedoeld.
Radjen Baldew
OHM
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!