In het kader van Internationale Dag van Yoga op 21 juni
Acárya Patanjali, grondlegger van yoga
Ácárya Patanjali, de stichter van yoga, is afkomstig uit het district Goṇdá (Ganara) in Uttar Pradesh en leefde ongeveer 200 jaar voor Christus. De wetenschap van yoga is één van de meest unieke bijdragen van India aan de rest van de wereld. Yoga beschrijft hoe men de hoogste realiteit kan bereiken. De term Yoga komt uit het Sanskritwoord YUG en betekent een verbintenis/hereniging: de hereniging van de átmá (ziel) met de Paramátmá (Alziel).
Patanjali beschrijft de controle over adem om controle te verkrijgen over het lichaam, de geest en de ziel. Dit zorgt voor een goede gezondheid en innerlijk geluk. Patanjali’s 85 effectieve yogahoudingen bevorderen de efficiëntie van de ademhaling, de bloedsomloop, het zenuwstelsel, de spijsvertering en de stofwisseling en vele andere organen in het lichaam. Yoga heeft 8 takken (Ashtánga Yoga), waarin Patanjali de verkrijging van het ultieme geluk beschrijft, namelijk:
1.Yam (universele ethische discipline)
2.Niyam (zelfdiscipline)
3.Ásan (lichaamshoudingen)
4.Práṇáyám (beheersen van de ademhaling)
5.Pratyahár (beheersing van de zintuigen)
6.Dhyán (meditatie)
7.Dháraṇá (concentratie) en
8.Samádhi (opgaan in wijsheid).
De wetenschap van yoga heeft veel populariteit verkregen door de wetenschappelijke benadering en de voordelen. Yoga heeft ook een ereplaats als één van de zes basisfilosofieën van India. Het is geen religie.
Acárya Patanjali zal voor altijd bekend staan als een gerespecteerde en vooruitstrevende wetenschapper op het gebied van zelfdiscipline, geluk en zelfrealisatie.
Dus laten wij allen deze wijsgeer dat respect geven welke hij verdient en het doel van yoga voor ogen houden.