HET MENSELIJK LICHAAM BEKEKEN VOLGENS HET YOGÁYURVEDA

Het leven wezen (átmá) is een deelaspect van God (Paramátmá). In de materiële wereld reïncarneert het in 8. 400.000 levensvormen. a. Plantenrijk, b. Dierenrijk, c. Menselijke samenleving.

De menselijke samenleving omvat 400.000 soorten. Het karma uit het vorig leven is bepalend voor de activiteiten in dit leven. Onder invloed van de 9 planeten en de 3 geaardheden (guna’s): satwa (goedheid) rájas (hartstocht) en tamas (onwetendheid) wordt karma geactiveerd.

Karma komt voor als zaadkarma’s (wásana’s) in het hart van het causale lichaam. Op het juiste moment komen de zaadkarma’s vrij in het causale lichaam en stromen van het Mercurius cakra(5e) naar de Saturnus cakra(1e).

Nadat ze het causaal lichaam verlaten hebben, komen ze in het astraal lichaam en raken verstrikt in de netten van diverse astrale cakra’s. Hier mengen ze zich met de krachten van je spirituele aard en evenals met een kracht die we in dit leven, op dit moment het hoofd moeten bieden. Tijdens het inen uitademen, vormt de adem vocht en warmte, waardoor de wásana’s ontkiemen en in het astraal lichaam groeien.

Vervolgens komen ze in het fysieke lichaam waar ze fysieke karmische omstandigheden veroorzaken.

Ons lichaam bestaat uit drie delen en deze 3 hebben samen 5 omhulsels, nl:

  1. het fysieke lichaam (sharíra) is het grofstoffelijk lichaam en heeft 2 omhulsels:
    1. annamaya kosha (voedsel omhulsel)
    2. pránamaya kosha (prána omhulsel).
  2. het astraal lichaam (sukshma sharíra) heeft 2 omhulsels:
    1. manamaya kosha (geestelijk omhulsel)
    2. wijnánamaya kosha (intellectueel omhulsel).
  3. het causaal lichaam (kárana sharíra) heeft: ánandamaya kosha (gelukzalig omhulsel).

Bij de dood is er geen prána in het grofstoffelijk lichaam aanwezig. Het astrale en causale lichaam (fijnstoffelijk) worden losgemaakt van het grofstoffelijk lichaam. Het astrale en causale lichaam begeleiden de ziel naar de volgende bestemming. Ze zijn dus een vervoermiddel van de ziel in de materiële wereld. De lichamen zijn met 72000 nádís (energetische kanalen) verbonden; de nadís met 107 marma’s (energiepunten) en de marma’s met 7 cakra’s. De cakra’s zijn met de planeten verbonden en wel alsvolgt:

  1. Múládhára cakra – Saturnus
  2. Swadishthána cakra – Jupiter
  3. Manipura – Mars
  4. Anahata cakra – Venus
  5. Wishudha cakra – Mercurius
  6. Ajna cakra – Maan

Als men de 7e cakra ( Sahasrara) bereikt dan komt men in samádhi en is men vrij van dualiteiten (tegenstellingen).

Waidya Shyam Bihari Sharan Bansi