Hou het Centrum van Paramaribo groen en vooral leefbaar!
Op 1 september 2018 ontving ik van de Surinaamse regering de eremedaille in goud in de orde van de Gele Ster. Naast het vastleggen van de Surinaamse geschiedenis is mijn bijdrage aan Suriname -als beleidsadviseur- het nadenken over i.c. het analyseren van vraagstukken en het doen van haalbare voorstellen. Omdat mijn bijdrage wordt gewaardeerd en mede uit dank voor deze onderscheiding, maar vooral ook omdat ik mij zorgen maak over het ‘verdwijnend groen’ en de leefbaarheid in het Centrum van Paramaribo doe ik tien voorstellen om het tij te keren. Het toerisme zal steeds meer een van de trekpaarden van de Surinaamse economie (moeten) worden. Naast het prachtige binnenland is natuurlijk Paramaribo ook een interessante bestemming. Paramaribo is een uitgestrekte of beter gezegd een uitdijende stad geworden. Toeristen die naar het binnenland gaan, verblijven doorgaans enkele dagen in Paramaribo. Er moet voor hen wat te zien en te doen zijn. Het Centrum van Paramaribo is het aanschouwen waard. Sterker nog: het Centrum van Paramaribo is in 2002 terecht opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO –een orgaan van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Naast de erkenning van de kwaliteit in structuur en architectuur van dit stedelijk gebied, vormden ook de bomen in Paramaribo een onderdeel van deze erkenning. In aantal en verscheidenheid waren de bomen uniek en waren geplant voor de –zogenoemde- schaduwwerking in lanen en op erven. Op veel plaatsen zijn echter deze bomen gekapt om ruimte maken voor parkeerplaatsen; andere bomen (dreigen te) bezwijken door slecht onderhoud en fowroedotie. Verwaarlozing, maar ook uitlaatgassen en dergelijke doen de rest. De mahoniebomen aan de Heerenstraat, de Domineestraat en de Nassylaan waren niet inheems, maar zijn 200 jaar geleden geplant. Ongeveer 100 jaar geleden wees de Surinaamse bacterioloog, prof. Christiaan Flu al op de waarde van deze bomen en de schaduwwerking, maar ook op het nodige onderhoud.
Klimaatverandering
De klimaatverandering i.c. opwarming van de aarde gaat niet aan Suriname voorbij. In Suriname is vergeleken met enkele decennia geleden -hoogstwaarschijnlijk- enkele graden Celsius warmer geworden. Vooral in Paramaribo Centrum is de toegenomen hitte vergeleken met 50 jaar geleden merkbaar. Overigens: niet alleen vanwege de opwarming van de aarde, maar ook door steeds meer beton, asfalt, wegkappen van bomen en het verdwijnen van water als gevolg van demping van de verschillende grachten. Er zijn parkeerplaatsen verrezen door de toegenomen mobiliteit en bevolking. Sterker nog: het stikt er als het ware van auto’s en bussen. Natuurlijk: door de airco in veel auto’s en bussen is het draaglijk om je ondanks de hitte te verplaatsen in de stad. Maar met name veel toeristen willen de stad verkennen en dat kan men het beste lopend doen. Dat wil zeggen wandelend door de stad zoals dat vroeger vaak gebeurde. Het moet worden gezegd: er wordt veel gedaan aan de verbetering van de infrastructuur in Suriname. Opeenvolgende regeringen hebben het een en ander aangepakt. De huidige regering en ook het vaak bekritiseerde Ministerie van Openbare Werken en hun medewerkers doen met weinig middelen al het mogelijke om Paramaribo Centrum leefbaar te houden en vooral het toenemende verkeer in goede banen te leiden. Zij verdienen in dit verband wel degelijk een compliment! Zo is de Palmentuin ‘gerehabiliteerd’; de Sommelsdijkskreek wordt uitgegraven en de kade wordt verbeterd en er komen daar parkeerplaatsen. Ook aan kwaliteitsverbetering met betrekking tot het toerisme wordt gewerkt; ondermeer wat betreft verbetering van de dienstverlening. De klantvriendelijkheid en hospitality (gastvrijheid) wordt steeds beter. Ik kom elk jaar in Suriname en neem dat waar. Maar het is onmiskenbaar dat de leefbaarheid in Paramaribo Centrum achteruit gaat. Vooral de zogeheten elite gaat daarom liever naar de Hermitage mall, de Maretraite mall en andere plekken/winkelcentra in booming Paramaribo Noord.
Upgrading
Een upgrading van Paramaribo is dus nodig. Alvorens tien voorstellen te doen, stel ik een belangrijke blokkade bij de uitvoering van dergelijke voorstellen aan de orde. Ik heb toen ik in juni /juli in Suriname was met verschillende mensen i.c. hooggeplaatsten gesproken en mijn ogen goed de kost gegeven. Ik heb enkele voorstellen voorgelegd en de haalbaarheid getoetst. Natuurlijk: vooral de financiering is een groot probleem, temeer daar de Surinaamse economie zich nog steeds in een crisis bevindt. Maar naast geld zijn er ook andere belemmeringen. Bij deze gesprekken was de reactie meestal: prof, het is mooi idee, maar het zal toch niet worden uitgevoerd. Want de mensen die hierover beslissen willen een njang/tjuku (steekpenning) of wat levert het hen persoonlijk op. Als dat niet het geval is, volgt afwijzing of vertraging of zelfs boycot; ook al heeft betrokkene zelf voldoende inkomen. Het is een soort hossel geworden om maar toepasselijke Surinaamse term te gebruiken. In Suriname gebruikt men de term rehabilitatie. Welaan: rehabilitatie van het Centrum van Paramaribo is nu urgent geworden.
Hindermacht en doorzettingsmacht
Het verschijnsel in Suriname dat veel plannen niet van de grond komen of erger nog: tijdens de uitvoering bewust worden getraineerd of gefrustreerd, kunnen wij duiden als hindermacht. Hindermacht is de macht om iets te verhinderen. Het is de macht van een ambtenaar of een bepaalde stakeholder of zelfs van de burger om de uitvoering te voorkomen. Een voorbeeld van hindermacht:
Ik sprak in juni van dit jaar met een zeer invloedrijke persoon in Suriname, terwijl wij van boven uitkeken op de Surinamerivier en de scheepswrakken zagen liggen. Hij liet mij weten dat er al een tijdje geleden plannen waren om het wrak van het schip Goslar te bergen en ook de Surinamerivier uit te baggeren; zelfs de financiering zou zijn geregeld. Maar bepaalde figuren wilden geld voor zichzelf hebben in dit project. Toen dat niet lukte hebben zij er voor gezorgd dat dit project niet is uitgevoerd.
Kwalijk is dat degenen die al een salaris ontvangen om het algemeen belang te dienen blijkbaar hun private belangen (extra inkomsten) laten prevaleren en als dat niet schijnt te lukken de ontwikkeling van Suriname tegen houden. Tegenover de hindermacht kunnen wij doorzettingsmacht zetten. Bij doorzettingsmacht gaat het om ingrijpen of besluiten nemen bij impasses of stagnaties in besluitvormings- of werkprocessen (de uitvoering dus). In transparante afspraken kan bijvoorbeeld van tevoren worden vastgelegd wie de doorzettingsmacht heeft. Het in praktijk brengen van doorzettingsmacht vereist leiderschap. Een voorbeeld van 60 jaar geleden:
De charismatische Minister President J.A. Pengel gebruikte wel zijn doorzettingsmacht. Het gezaghebbende voormalige Statenlid en leider van de religieuze Hindoe stroming Arya Samaj, Baba Oedayraisingh Varma kwam in 1968 vrij onverwacht te overlijden. Pengel was goed bevriend met deze moreel hoogstaande persoon en had veel respect voor hem. Hij vroeg aan de weduwe die hij Mai noemde, wat de wens van Baba was. Mai antwoordde dat Baba graag in de open lucht gecremeerd wilde worden. Er bestond toentertijd een verbod hier op. Minister President Pengel heeft toen besloten dat deze religieuze wens direct moest worden gehonoreerd. De ambtenaren moesten toen heel hard werken om het verbod juridisch te doen op heffen en de crematie mogelijk te maken. Men zei toen schertsend dat Surinaamse ambtenaren nog nooit zo hard hadden gewerkt. Baba Oedayraisingh Varma werd de eerste persoon die is gecremeerd in de open lucht in Suriname.
- Upgrade de Sophie Redmondstraat tot de Boulevard van Paramaribo
Een tropische stad als Paramaribo heeft een boulevard nodig; dat wil zeggen een brede laan met schaduwrijke bomen in het Centrum van de stad. De Sophie Redmondstraat leent zich uitstekend hier voor. Juist omdat het Paramaribo doorkruist van oost naar west en eigenlijk symbolisch de stad verdeelt in noord en zuid. Vroeger was deze laan met in het midden een gracht genaamd Steenbakkersgracht met aan weerszijden mooie schaduwrijke mahoniebomen. Daarom heette het in de volksmond Ondrobong (onder de bomen). Deze bomen werden onderhouden en de fowroedotie regelmatig verwijderd. Eind jaren vijftig werd deze brede straat terecht na het plotseling overlijden van de vrouwelijke arts Sophie Redmond naar haar vernoemd.
De Afro-Surinaamse Sophie Redmond werd op 14 januari 1907 geboren te Paramaribo. Zij wilde in 1925 ingeschreven worden op de Geneeskundige School. Haar vader raadde het haar af; onderwijzeres worden was in die tijd voor een zwarte vrouw het hoogst haalbare. De directeur van de school weigerde zelfs haar aanvankelijk in te schrijven. Maar de doortastende Sophie zette door en ondanks alle discriminatie die zij tijdens haar studie ondervond studeerde ze in 1935 af als eerste Afro–Surinaamse vrouw. Zij vestigde zich als arts in Paramaribo en behandelde arme patiënten dikwijls gratis. Deze potisma datra gaf ook adviezen over huwelijksproblemen en financiële problemen. Sophie Redmond overleed op 18 september 1955 op 48-jarige leeftijd in het ’s Landshospitaal te Paramaribo, nadat ze eerder die dag plotseling onwel was geworden tijdens een vergadering. Zij is dus een Surinaamse heldin en een voorbeeldstellende vrouw.
De Sophie Redmondstraat begon gaandeweg eind 20ste eeuw minder groen te worden. Vooral in de 21ste eeuw begonnen de bomen te verpieteren en een deel van de gracht werd gedempt. Er kwam beton en asfalt in de plaats van water en er kwamen parkeerplaatsen. Later werd een ook bus parkeerplaats ingericht. Dit gedeelte van de Sophie Redmondstraat is welhaast onleefbaar geworden door de uitlaatgassen en de hitte. Het tweede gedeelte vanaf de Derbystraat ziet er -ook ruimtelijk gezien- aantrekkelijker uit met aan weerszijden de Calorschool, het Regeringsgebouw en de voormalige Amerikaanse ambassade. Ten behoeve van de Amerikaanse ambassade werd -ondanks aanvankelijke bezwaren- een inham (detour) in de straat geplaatst in verband met de veiligheid – over doorzettingsmacht gesproken! Deze plek is nu vrij. Het is niet meer zinvol om Mahoniebomen te planten. Wel kan langs de hele Sophie Redmondstraat aan weerszijden zogeheten Koningspalmen worden geplant en andere functioneel groen, die bloemen dragen. Zo verwerft deze brede laan de allure van een boulevard. Voor het Regeringsgebouw moet ook het nodige sierlijke groen worden geplaatst, bijvoorbeeld sierlijke palmbomen. Na de zogeheten Pengelstraat (voorheen Wanicastraat) kan de gracht worden uitgegraven (gerehabiliteerd) en met aan weerszijden Koningspalmen en functioneel groen een upgrade krijgen. Er kunnen zitbanken worden geplaatst en de rotonde voor het Academisch Ziekenhuis Paramaribo zou ook van functioneel groen moeten worden voorzien. Dit gedeelte krijgt meer het karakter van een wandelpark.
- Verplaats het standbeeld van Kwakoe naar Kwakoeplein/terrein Ston oso
Het was in 1963 zeer toepasselijk dat het beeld van Kwakoe dat de afschaffing van de slavernij (Keti Koti) verzinnebeeldt op de hoek van de Redmondstraat en de Zwartenhovenbrugstraat werd geplaatst. Maar de plek waar het standbeeld van Kwakoe staat, is intussen door het drukke verkeer nauwelijks meer aantrekkelijk te noemen. Het is zelfs gevaarlijk om over te steken en het standbeeld te aanschouwen. Maar vlakbij staat het verloederde terrein van (de voormalige) Ston oso. Dat was het gerechtsgebouw, waar vroeger het volk op de rode bakstenen betonnen veranda zat. Het gebouw is echter nu in zodanige staat dat restauratie niet zinvol is. Dit historisch terrein kan echter een passende bestemming krijgen, in het bijzonder ten behoeve van herdenking van de afschaffing van de slavernij. Het terrein van Ston oso moet door de overheid worden ‘overgenomen’ i.c. gekocht voor een redelijke prijs of zou ter beschikking wordt gesteld door de eigenaar(s) als geste om het standbeeld van Kwakoe daar te plaatsen. Het terrein kan de naam Kwakoeplein dragen. Het terrein is ongeveer 20 meter breed en ongeveer tweemaal zo lang. Groot genoeg om een plein genoemd te worden. Rond het beeld worden zitbanken geplaatst en palmbomen geplant; de rode bakstenen worden gebruikt als plaveisel. Zo zal het beeld van Kwakoe beter tot zijn recht komen en kunnen burgers zich verpozen op dit plein. Het huidige plein rond het beeld van Kwakoe is slechts een driehoek van een paar meter. Op de vrijgekomen plek kan een koningspalm worden geplant. Natuurlijk zullen er nodige belemmeringen zijn voor het verwerven van het terrein Ston oso en het inrichten van het (nieuwe) Kwakoeplein. Ik weet het: er zijn allerlei complicaties rond de boedel, eigenaarschap, etc. Maar de vraag is of deze particuliere kwesties bepalend moeten zijn voor beeldbepalende objecten /gebouwen en terreinen in Paramaribo! In dit verband is de doorzettingsmacht van de President van belang.
- Sierlijke en schaduwrijke bomen planten
Op verschillende plekken in Paramaribo zijn bomen gekapt of langzamerhand afgestorven. Het beplanten van Paramaribo met sierlijke en schaduwrijke bomen is een investering in toerismebevordering en leefbaarheid, in het bijzonder ook voor meer zuurstof en reductie van CO2. De beroemde amandelbomen van Waterkant verpieteren als het ware. En de amandelbomen van Poelepantje (William Kraanplein) zijn gekapt. Het plein is nu van beton!! Ik weet het: vanwege onderhoud, zoals het dagelijks harken van de bladeren en de werking van de wortels, waardoor na verloop van tijd scheuren ontstaan aan de oppervlakte bij de boomstam heeft men voor deze oplossing gekozen. Het onderhoudsarm maken is waarschijnlijk gedaan om ‘geen dagelijkse ochtendarbeid’ te hoeven verrichten. Maar tegenwoordig zijn er ook zogeheten elektrische bladblazers, indien met niet wil harken. Maar onderhoud en schoonmaak van de stad moet toch de taak blijven van het Ministerie van Openbare Werken. Ook burgers kunnen een vrijwillige bijdrage leveren. Op Poelepantje heeft mevrouw Claudette Toney de Surinaamse gemeenschap een trefcentrum geschonken. Er wordt daar vergaderd en er vinden activiteiten plaats. De vrijwilligers zouden hun Poelepantje plein mèt amandelbomen kunnen onderhouden. Ook moeten bedrijven en bewoners gestimuleerd worden om bomen te planten op hun terreinen en hun erven. Een mooi voorbeeld van majestueuze bomen die wel zijn gered vormen de bomen aan het begin van de Kwattaweg (de groene poort naar Kwatta). Deze landerij is eigendom van een loge Concordia en deze bomen zullen –laten wij hopen – niet worden gekapt. De mooie sierlijke palmbomen op het terrein van het iets verder gelegen Mata Gauri Centrum zijn helaas wel gekapt ten behoeve van parkeerplaatsen.
- Luifels en schaduw gevende overkappingen
Een wandeling door het zogeheten winkelcentrum van Paramaribo moet aantrekkelijk zijn -ondanks de hitte. Toeristen houden doorgaans geen siësta en lopen ook wanneer de zon fel schijnt (tussen 12.00-16.00 uur) door de stad. Men heeft beperkte tijd en wil zoveel mogelijk zien en ervaren. Maar er is weinig beschutting tegen de zon en ook niet tegen de regen! Het is immers niet de bedoeling dat de toeristen allen maar gaan schuilen in de gekoelde ruimten in de hotels. Of erger: Paramaribo centrum links laten liggen en net als een deel van de elite zich liever terugtrekken in de mall’s buiten het centrum. De winkeliers van het centrum zouden luifels en overkappingen moeten aanbrengen voor de schaduwwerking. En de overheid kan daarbij een rol spelen. Men kan in de stad Singapore te rade gaan en wellicht zelfs sponsoring verwerven. Een stedenband tussen deze rijke stad en Paramaribo (‘jumelage’) is een goed middel. Trouwens: de winkel s zouden ook een deel van het trottoir voor hun pand kunnen renoveren en zo leveren zij naast de overheid ook een bijdrage aan een leefbare stad.
- Monument en fontein van Vaiiliantsplein in ere herstellen
Veel objecten i.c. monumenten worden verwaarloosd en niet regelmatig schoongemaakt i.c. onderhouden. Een voorbeeld is het monument en fontein op het Valliantsplein. Deze moet in ere worden hersteld. Het opspuitende water van de fontein brengt verkoeling en door het zien van water wordt het gevoel van koelte versterkt. De Surinaamse overheid schijnt geen of weinig geld over te hebben voor rehabilitatie en beheer. De kosten zouden gedragen kunnen worden door grote bedrijven, in het kader van corporate responsibility. De eerst aangewezene is het bedrijf Fernandes, dat jarenlang vlakbij was gevestigd. Maar ook Staatsolie, Newmont, IAM Gold en dergelijke bedrijven komen in aanmerking. De zogeheten serviceclubs zoals Lions doen het een en ander voor de stadsverfraaiing, maar zijn niet kapitaalkrachtig genoeg. Trouwens: in landen als de Verenigde Staten doneren de rijken (miljardairs) hoge bedragen die worden besteed aan objecten die de overheid niet kan of wil onderhouden en beheren. Een fonds waar Surinaamse miljonairs bedragen in storten ten behoeve van de upgrading van Paramaribo zou ook een goed alternatief zijn. Maar dat is kennelijk een ijdele hoop, want ze zijn gierig (Den mang gridi), zo liet men mij weten. Toch blijft het een vreemd gezicht: grote kapitale en goed onderhouden villa’s aan de rand van de stad en verloederde gebouwen in het centrum. Alsof Paramaribo een arme stad is, terwijl er veel geld in omloop is en wordt verdiend.
- Een regeling 5% voor groenstrook
Paramaribo telde ook prachtige en majestueuze kankantrie bomen. Deze zijn geveld, maar in het verder uitdijende Paramaribo richting noorden voorbij Geyersvlijt wordt veel verkaveld. Mooie bomen worden geveld. De overheid zou de verkavelaars een verplichting moeten opleggen om 5% van het areaal intact te laten ten behoeve van een groenstrook en liefst de karakteristieke bomen niet vellen. Ook burgers buiten Paramaribo Centrum moeten gestimuleerd worden om geen bomen te kappen, maar juist om meer bomen te planten. Voorts moet het bestaande groen worden gered. De Cultuurtuin (Cuul) is bijvoorbeeld nog steeds als het ware de groene long van Paramaribo. Deze moet worden verdedigd tegen de oprukkende verstedelijking. Suriname prijst zich het groenste land ter wereld te zijn. Laat de hoofdstad dan ook opnieuw groener worden. Paramaribo kan een van de groenste steden worden. Dat bevordert ook het toerisme en het imago van Suriname.
- Actief burgerschap bevorderen
De overheid (Lanti) kan niet alles; de burgers hebben ook een verantwoordelijkheid. Wat betreft onderhoud, weet ik mij te herinneren dat tijdens de ontgroening op de AMS wij de stoplichten in de stad moesten schoonmaken. De traditie om studenten in te schakelen om verschillende objecten en panden schoon te houden moet opnieuw worden ingevoerd. Men leert iets terug doen voor het land/samenleving en dit bevordert actief burgerschap. Bedrijven en gefortuneerde burgers kunnen schoonmiddelen en spullen doneren. Zo levert iedereen naar vermogen een bijdrage om de verloedering van Paramaribo te voorkomen.
Ik had in juli een afspraak voor een televisie uitzending bij het Nola Hatterman instituut grenzend aan het Fort Zeelandia. Zoals gebruikelijk (?) arriveerde de betrokkenen niet op tijd. Ik nam de gelegenheid te baat om een gesprek aan te knopen met de schoonmaakster die de vloer van de veranda eerst bezemde (er lag heel veel zand); daarna dweilde zij vloer van het gebouw. Ik besefte eens te meer hoe belangrijk dagelijks onderhoud is in de tropen. Ik keek ook naar de muur van het fort die niet werd onderhouden en vol schimmels zat. Ik dacht: als er geen geld is voor regelmatig onderhoud, dan kunnen studenten toch worden ingeschakeld. De borstels en schoonmaakspullen kunnen worden gedoneerd door bedrijven.
Er zijn al Krien Kondre acties, maar Krien Foto acties zouden meer dan thans worden ingevoerd. De monumenten moeten regelmatig worden onderhouden en er worden ook lezingen aan de studenten gegeven bij deze monumenten. Kortom: er wordt een besef bijgebracht dat ook zij verantwoordelijk zijn voor hun stad en de leefbaarheid en vooral ook dat onderhoud en beheer belangrijk zijn om verloedering te voorkomen.
- Opkopen van beeldbepalende panden/terreinen tegen een redelijke prijs
Mede als gevolg van de boedelproblematiek zijn er veel verloederde gebouwen en verwaarloosde terreinen/erven te ontwaren in Paramaribo. Dat is bepaald niet positief voor het aangezicht van de stad. De zogeheten boedelproblematiek en het speculeren met panden en terreinen moet geen excuus worden voor het laten verloederen van Paramaribo. Deze terreinen moeten na verloop van tijd worden opgekocht tegen een redelijke prijs door de overheid en bestemd worden als groenvoorziening (parken). Op deze wijze kan Paramaribo weer worden ‘vergroend’ i.c. de leefbaar worden bevorderd. De verloederde panden hoeven niet per se vervangen te worden, maar er komen bomen voor in de plaats en deze dragen bij aan de vergroening van Paramaribo.
- Beeldbepalende panden/objecten renoveren goed onderhouden
In Paramaribo zijn er verschillende beeldbepalende panden/objecten die het aangezicht van de stad ontsieren. Sommige staan als het ware als karkassen overeind, waaronder overheidsgebouwen die nog wachten op renovatie, terwijl de verf verder afbladdert en planken loshangen. Andere zijn slecht onderhouden. Een voorbeeld van een pand buiten het Centrum is het grote pand van het Lalla Rookh complex aan de Lalla Rookh weg.
Tijdens de internationale diaspora conferentie in juni op de Anton De Kom Universiteit spraken enkele internationale gasten mij op aan. Zij kenden mij uit de tijd toen ik als hoogleraar was verbonden aan de Lalla Rookh Leerstoel. Waarom in dit geval de Hindostaanse gemeenschap zo’n belangrijk en symbolisch object liet verloederen. Het koste toch niet zoveel geld om het hoofdpand een goede verfbeurt te geven? Gezien de grote Bollywood huizen was volgens hen geld toch geen probleem. Een paar rijke personen kunnen toch geld doneren, merkte men op. Prof: it a shame, this Lalla Rookh building, merkte een internationale dichter op. In Trinidad bijvoorbeeld zorgt de rijke klasse dat bepaalde culturele gebouwen goed worden onderhouden. Ik was twee jaar geleden daar op een soortgelijke conferentie geweest en heb gezien dat door hen zelfs een heel grote conferentie complex wordt gefinancierd, de zogeheten Divali Nagar. Ik kon deze gasten moeilijk uitleggen dat er allerlei ruzies zijn met het bestuur van deze stichting en daarom het gebouw niet wordt geschilderd. Althans deze reden werd bij navraag aan mij gedebiteerd en dat heb ik aan he verteld.
Er moet een besef komen bij de verantwoordelijken om deze verloederde panden en objecten niet in stand te blijven houden. Dit vereist daadkracht, maar ook een bewustzijn dat de stad daardoor als het ware wordt ontsierd. Ook de ambtenaren die in slecht onderhouden gebouwen werken kunnen op zijn minst de buitenkant (de gevel) zelf verven of via sponsoring laten verven. De mentaliteit dat lanti alles moet doen en wachten op lanti zou in de 21ste eeuw tot het verleden moeten gaan behoren.
Gelukkig zijn er enkele goed onderhouden objecten, zoals de prachtige Watertoren op Poelepantje. De prachtige en fier prijzende watertoren van Paramribo op Poelepantje gebouwd in 1933 is industrieel erfgoed. De mooie witte kleur en donkerblauwe raamkozijnen passen uitstekend in het stadsgezicht van Paramaribo. Meer dan voorheen is het zaak dat Suriname het industrieel erfgoed gaat koesteren. De toren van Mariënburg en de toren van Suralco op Paranam bijvoorbeeld. Als straks de ‘plant’(aluminiumfabriek) wordt ontmanteld en hopelijk goed gesaneerd is, is het zaak een deel ervan (de hoge structuur van 20 meter te midden van omringend groen ) te behouden als industrieel erfgoed. Het behoort immers tot de geschiedenis van Suriname. Bovendien kan het een toeristische attractie worden en kunnen excursies worden georganiseerd naar Paranam om geschiedenis van het Surinaamse bauxiet te beleven. Dat is overigens ook interessant voor schoolkinderen en eigenlijk voor alle Surinaamse burgers!
- Verf de huizen en vooral de daken wit
Van oudsher waren de meeste huizen in Paramaribo wit geverfd voorzien van groene kozijnen en ramen. Deze kleuren van Paramribo dreigen bij de nieuwbouw te verdwijnen. Maar de kleur wit was niet alleen esthetisch bedoeld maar ook vanwege het warme klimaat. De kleur wit reflecteert het zonlicht en laat dus minder warmte binnen, terwijl donkere kleuren en vooral zwart het zonlicht absorberen en daardoor meer warmte opslaan. Daarom droeg men vroeger ook vaak witte kleding! Het is dus beter -ook gelet op de temperatuurstijging- de huizen wit te verven. Maar vooral ook de daken zouden wit of witgrijs geverfd moeten worden. Dat scheelt enkele graden warmte. Het wordt koeler onder het dak. Degenen die mij niet willen geloven of twijfelen raad ik aan om naar het dak van het Marriott by Courtyard hotel te kijken. Bovendien kan men ‘googlen’ naar deze informatie. In Suriname is men vaak niet snel geneigd iets te veranderen. Laten wij hopen dat sommige wel de durf hebben hun dak wit te verven. Daarna zullen anderen volgen. Als velen het voorbeeld volgen krijgt Paramaribo Centrum als het ware zijn oorspronkelijke kleuren terug: het groen van de bomen en het wit van daken en muren/gevels.
Al met al is durf en vernieuwingsgezindheid, maar vooral het zichtbaar maken en bestrijden van hindermacht en het inschakelen van doorzettingsmacht nodig om deze voorstellen in meer of mindere mate uit te voeren. Tenslotte zij vermeld dat er recent twee boeken zijn verschenen over -de architectuur van- Paramaribo. Beide boeken zijn uitgegeven door de bekende uitgeverij LM Publishers, die de laatste jaren goed verzorgde boeken over Suriname en Surinamers in Nederland en Suriname uitgeeft. Het eerste boek uitgegeven in 2017 is van de hand van Wim Verboven, getiteld Zinkplaat en planken; het verdwijnen van de houten volkswoning in Paramaribo. In dit boek staan prachtige forto’s en beschrijvingen van houten woningen, zowel van verloederde als gerenoveerde woningen. Gelukkig zijn er stichtingen die zich bekommeren om het gebouwd erfgoed van Suriname en panden en woningen renoveren.
Vermeldenswaard is dat veel van deze woningen waren gebouwd door competente Afro-Surinaamse timmerlieden. Zij werden vroeger vaak baas genoemd en hadden meestal een duimstok in de hand of in hun broekzak en een potlood boven een van hun oorschelpen. Helaas hebben zij weinig opvolgers gehad, terwijl de renovatie van de oude panden schreeuwt om goede timmerlieden/ambachtslieden. Zijn hun zonen ambtenaar geworden? Terzijde: moeten veel leerlingen nog steeds naar de Mulo? Om voorbereid te worden om ambtenaar te worden? Is het niet zinvoller om meer dan thans belangstelling voor technische scholen of toerisme en agrarisch onderwijs te kweken?
Ir. Peter Nagel
Het tweede boek uitgegeven in 2018 is van Aad Lambert en Frits Strik. Dit boek is getiteld Paramaribo: de modernistische architectuur van ir. Peter J. Nagel (1921-1997). Ik heb nooit geweten dat de meeste ‘moderne’ architectuur gebouwen/objecten van Paramaribo zijn ontworpen door één persoon. Namelijk: de Nederlandse ingenieur Nagel die een hele tijd in Suriname heeft gewoond en door zijn werk een deel van het stadsgezicht van Paramaribo heeft bepaald. Ik noem enkele gebouwen: het pand van het Park (nu DNA gebouw), de Surinaamsche bank, HBU (nu Republic bank), Hoofdpostkantoor/PTT gebouw (nu vervallen), het CHM gebouw, hotel Torarica, het Diaconessenziekenhuis, de Centrale Markt (waterkant), OGEM (nu EBS gebouw), de oude winkel Kirpalani aan de Maagdenstraat en de St.Lousieschool en natuurlijk het prachtige gebouw van Centrale Bank aan de Waterkant. En ja: ook het Surinamestadion (nu Andre Kampoerveen stadion) evenals het karakteristieke gebouw van Surmac (hoek slangenhoutstraat en van ’t Hogerhuistraat) met de ronde hoek is ontworpen door Nagel. Ik ben daar vlakbij geboren en heb voor het gebouw gespeeld, niet wetende dat ik pas na ruim 50 jaar te weten zou komen wie de ontwerper is. Ir. Peter Nagel verdient dan ook postuum een eresaluut voor zijn verdienstelijke en beeldbepalende ontwerpen. Een aantal van zijn gebouwen zijn helaas gesloopt of herbouwd/aangepast, zoals het gebouw van Fatum en de bioscoop Star. De laatste is verworden tot casino Princess, waarbij de prachtige ingang is vervangen door een pompeuze aanbouw. Helaas is de geplaatste foto in het boek van Ir. Peter Nagel en profil. De lezer kan niet goed kan zien wie deze bijzondere ingenieur was. De man die mooie gebouwen in Paramaribo heeft nagelaten oogt heel bescheiden. Gelukkig bestaat nu een mooi en handzaam boekje waarin de gebouwen die hij heeft ontworpen zijn vastgelegd. Laten wij hopen dat niet op onnadenkende wijze zijn nog bestaande creaties worden verbouwd of gesloopt.
Prof. Chan Choenni
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!