Indian Diaspora Tour 2022 in Trinidad
Van donderdag 4 augustus tot donderdag 11 augustus heeft het Indo-Caribbean Cultural Centre, ICC, onder leiding van dr. Kumar Mahabir voor de eerste maal een Indian Diaspora Tour gehouden op Trinidad. Uit de 135 vooraanmeldingen ontstond er uiteindelijk een groep van 35 personen, deels van Trinidad zelf en uit landen als Fiji, Zuid-Afrika, Suriname, Guyana.
Het lijvige programma over 1 week verspreid gaf een goed overzicht van de aankomst van de Trinidadiaanse voorouders, de vestiging op de suikerrietplantages en hun vestiging en verdere ontwikkeling in Trinidad.
Van 1845 tot 1866 landden de kantráki’s bij de bekende vuurtoren in Port of Spain en vanaf 1866 werd dit Nelson’s Island op ongeveer 20 minuten varen van de hoofdstad. Hier ging men eerst in quarantaine voor men geplaatst werd op de plantages. Het verhaal is in een foto-expo weergegeven.
De 24 m hoge Hanumán múrti werd bezocht, de “Mandir in the sea” en langs het crematie-oord werd gereden.
Een masjid, de Jinnah Memorial Mosque, werd bezocht, waar een uiteenzetting gegeven werd over de plaats van de islám onder de immigranten (5%) en de huidige plek (5%) in de gemeenschap. Hindustáni muslim’s zijn goed bemiddeld op het eiland en nemen een voorgeschoven positie in.
Een Sanátan Shiva Mandir werd bezocht in Exchange village, Couva, waar ook de oudste klei mandir van Trinidad staat. Vooraf was een verlaten suikerrietverwerkingsfabriek van Tate & Lyle bezocht, die helemaal leeg geplunderd was.
Opmerkelijk is de constante druk op de Sanátani’s om zich te bekeren tot het christendom, waardoor nu reeds 180.000 Trinidadiaanse Hindustáni’s zich tot de presbyteriaanse stroming en nu steeds meer ook tot de pentecostal stroming hebben bekeerd. Van de 500.000 Hindustáni’s zijn 250.000 Sanátani’s en verder 70.000 Muslims. Ook de Sikhs zijn er in Trinidad en hebben er hun eigen Gurudvár, de enige in het Caraïbisch gebied.
In het Mahátmá Gándhi Cultureel Centrum van de Indiase Ambassade werd een 45 minuten durende show bezocht die speciaal voor de delegatie in elkaar werd gezet.
Een bezoek aan het Hosay (Tájiyá) festival in St. James, west Port of Spain gaf een inzicht in de culturele kant van de islám. Dit festival werd tot de jaren zestig van de vorige eeuw ook in Suriname gevierd.
Geïnteresseerden bezochten de Hindustáni-culturele shops, waar een uitmuntende verzameling culturele en culinaire spullen in voorraad was, met ook ruime voorraden aan boeken over Hindustáni’s en de Sanátan Dharm.
De vele momenten van discussie binnen de groep, deed een oud – wij Hindustáni – gevoel herleven. Ondanks de grote geografische afstanden en latere religieuze verschillen bleek de gemeenschappelijke Hindustáni cultuur met eten, drinken, zingen, kleding, emotionaliteit en maatschappelijke visies toch recht overeind te zijn gebleven.
Met een emotionele Rakshá Bandhan festiviteit, compleet met mantra’s en zegen van de ouderen werd van de Surinamers afscheid genomen. ‘Bhái-bahan ká amar pyár’ werd geuit.
De groep die in Trinidad achterbleef bezocht nog de natuurlijke asfaltmijn, Pitch Lake, in het zuiden van Trinidad.
Van Suriname namen de heren mr. G. Gangaram Panday en drs. R. Baldew, ondervoorzitter van de OHM, deel aan deze tour en zij voerden ook gesprekken met de National Council of Indian Culture of Trinidad & Tobago.
In augustus 2023 zal Suriname het gastland zijn voor de volgende ICC-Diaspora Tour. Een tentatief programma wordt voorbereid en te zijner tijd bekend gemaakt.
Radjen Baldew