Jyotish: vedische astrologie

Het woord jyotish, het Sanskrit woord voor vedische astrologie, betekent “licht”. Het is gerelateerd aan het innerlijke licht, het licht van het pure bewustzijn van binnen. De studie van jyotish ontwikkelt dus dit innerlijke licht, het licht van puur bewustzijn dat van binnenuit komt. Het ontwikkelt in ons de visie dat dezelfde wet van de natuur die het heelal beheerst, ook heerst in onze eigen psyche. Dit eeuwenoude vedische principe komt tot uiting in de woorden “God heeft de mens met zijn verbeelding gecreëerd”. Jyotish legt het verband tussen de wet van de natuur die het universum beheert en de wet van de natuur die in het lichaam verblijft en legt een verband tussen de veranderingen en transformaties in het universum met de veranderingen en transformaties in het leven van het individu. Het plaatst het individu in de context van het hele universum. Het individu is inderdaad kosmisch. Jyotish is een van de 6 “Vedánga’s” (onderdelen van de Veda). De vedische teksten kennen 18 rishi’s (heiligen) als de bronnen voor jyotish t.w.: Súrya, Pitámaha (Brahma), Vyása, Vasishtha, Atri, Paráshara, Kashyapa, Nárada, Garga, Maríci, Manu, Angiras, Lomasha, Paulisha, Cyavan, Yavana, Bhrigu, and Shaunaka. Elk van deze rishi’s vertegenwoordigt een specifieke kwaliteit van hoger bewustzijn, waarmee ze in staat zijn die kwaliteiten van Moeder natuur te herkennen, die het geheel aan aspecten van jyotish omschrijven. Elke perspectief omvat dan ook de kennis die nodig is om de meest accurate voorspelling te doen. Mahárishi Mahesh Yogí heeft de veda’s omschreven als het begin en het einde van hogere kennis, transcendente bewustwording, de zitplaats van het geheel en de bron van diversiteit. Transcendente meditatie wakkert de herinneringen van hogere kennis in onze bewustwording aan.

Jyotish is de laatste Vedánga en omvat alle 5 voorgaande Vedánga’s samen en geeft het totale resultaat in 1 punt nl. je horoscoop. Om de Veda volledig te begrijpen is het slechts belangrijk om te transcenderen in een van de Veda’s en deze te ervaren in zijn geheel, in zijn eigen pure bewustzijnsvorm, waardoor de perspectieven van alle 18 rishi’s tot leven worden gebracht in een bewustwording.

Volgens Brihat Paráshara Horá Shástra van de gewaardeerde rishi Paráshara is jyotish opgesplitst in 3 skandha’s nl:

  1. Horá gaat over de voorspellingen gemaakt voor het individu gebaseerd op de geboortetijd, -dag en -plaats. Deze data stelt de expert in staat om alle kennis te vergaren van het individu vanaf zijn geboorte.
  2. Siddhánta (Gaṇita) omvat de basis mathematische principes welke gebruikt worden voor jyotish. M.n. de calculaties die gebruikt worden om de horoscoop van het individu te vervaardigen, inclusief de positie van de 9 planeten (graha’s) op elk gegeven tijdstip en plaats.
  3. Samhitá gaat over de gehele omgeving waarin individuen zijn geplaatst of met de algemene principes die op alle individuen van toepassing zijn, ongeacht hun individuele horoscoop. Bijvoorbeeld de Kurmacakra, dat voorspellingen voor de wereld en elk land toestaat. Ook worden hierin vervat wetenschappelijke voorspellingen voor gebeurtenissen en milieu, weervoorspellingen of klimaatveranderingen etc.

Bron: http://yagya.org/presentation