Lezing Brahma Kumaris: “Onthechting maakt je sterk … durf om los te laten”

Waarom maakt onthechting je sterk? En waarom maakt hechting je zwak?

Hoe dieper de hechting aan iets of iemand, hoe meer pijn je te wachten staat want ooit zal je weer moeten loslaten. Hoe meer jij je hecht, hoe meer ondersteuning je daarvan denkt te kunnen nemen. Als je bijvoorbeeld ondersteuning neemt van een mobiele telefoon, kan jij je onzeker of onveilig voelen zonder telefoon. Waar je ondersteuning van neemt, daar neemt gehechtheid gemakkelijk over. Hoe meer je iemand wilt vasthouden, hoe meer de ander gaat vechten voor zijn/haar vrijheid omdat wij als spirituele wezens niet vastgehouden willen worden. We willen vrij, onafhankelijk en zelfstandig zijn. We zijn het meest gelukkig wanneer we vrij zijn.

Als de ondeugd van gehechtheid gevoed wordt, zal het sterker worden en de deugd van vrijheid zal steeds minder krachtig worden. Als ik me hecht, geef ik mijn kracht uithanden. Vaak denken wij dat gehechtheid nodig is in een relatie, maar wat ik doe is mijzelf afhankelijk maken van de ander. Liefde is nodig in een relatie in plaats van gehechtheid. Hoe meer gehechtheid er is, hoe meer problemen er komen. Wanneer je gehecht bent, geef je de ander niet de ruimte om tot zijn volheid te komen; je beperkt jezelf en de ander. Er is een verschil tussen gehechtheid en companionship. Wanneer er  gehechtheid is, zijn er verwachtingen. Bij companionship zijn er geen verpichtingen of verwachtingen, maar er wordt door beide partijen iets toegevoegd. Als je iets doet uit je pure kern, dan wordt waarde toegevoegd. Als je iets doet vanuit zuiverheid, zal de kwaliteit goed zijn.

Hechting kan plaatsvinden in een relatie, aan fysieke objecten of aan een idee. Gehechtheid aan eigen ideeën is subtiel. Als je verwacht dat anderen jouw ideeën moeten volgen, wordt het moeilijker om met anderen samen te werken. Goede ideeën vinden altijd hun plek, maar er zou geen onzuiverheid eraan toegevoegd moeten worden door gehechtheid eraan te hebben. Vastberadenheid is goed, maar anderen forceren of dwingen jouw ideeën te volgen veroorzaakt negativiteit. Koppigheid wordt gevoed door ego, die rechtvaardiging zoekt.

Wanneer je iets puurs hebt en geeft vanuit jouw pure kern, dan wordt er energie gegenereerd; het voegt toe. Hoe puurder, hoe nederiger je kan zijn. En dan zal je gemakkelijker kunnen loslaten.

Hoe diep vertrouw ik in mijn eigen waarheid? Ik heb eigenlijk geen ondersteuning nodig van deze materiële wereld. Als ik me goed voel wanneer ik complimenten krijg, wordt mijn ego geboost. Daartegenover zal ook ik mij ook sneller verslagen voelen als er kritiek geleverd wordt. Ik word dan afhankelijk van wat anderen over me denken. Maar wat is míjn zelfbeeld?

Gehechtheid aan het lichaam is over het algemeen groot. Ziel en lichaam hebben elkaar nodig, maar wie stuurt aan? Wie is de baas? De ziel of het lichaam. De ziel bestuurt het lichaam, dus is de ziel de baas. De mind is een subtiel orgaan van de ziel. De hersenen zijn echter het substraat om gedachten om te zetten in actie. Alleen als de ziel in het lichaam is, is het lichaam levend.

Door meditatie, realisatie en contemplatie kan ik me ontkoppelen van wat ik via het lichaam ervaar. Toen ik geboren werd, had ik niets en als ik moet gaan neem ik niets mee. Ik heb alles hier verzameld, wat vergankelijk is. Het oorspronkelijke spirituele wezen maakt gebruik van alles om zich heen maar is van nature onthecht van alles, sterk en gelukkig.

Verdriet ervaren we omdat we ons afhankelijk maken van dingen van buiten. Een spiritueel bewustzijn zorgt ervoor dat ik onthecht en sterk ben. Ik moet durven om los te laten. Ik moet erop vertrouwen dat als ik loslaat wat me bindt, dat wat komt beter zal zijn.

Brahma Kumaris Spirituele Organisatie

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *