Maak je zes of meer selfies per dag? Dan lijd je aan zware selfitis
Dat selfies maken gevaarlijk kan zijn, bewijzen de talloze mensen die zijn overleden terwijl ze gevaarlijke capriolen uithaalden om een plaatje te schieten. In november kwam de 26-jarige Chinese stuntman Wu Yongning om, die bij zijn duizenden volgers op het Chinese netwerk Weibo bekend stond om selfies en video’s op wolkenkrabbers.
Hij maakte ze zonder veiligheidsuitrusting. Hij overleed toen hij van de 62ste verdieping van een gebouw viel.
Maar ook als selfies maken niet fataal is, kunnen ze tot problemen leiden, blijkt uit nieuw onderzoek: namelijk selfitis, de obsessieve behoefte om jezelf op beeld vast te leggen en dit met de wereld te delen.
De term dook voor het eerst op in 2014 in The Adobo Chronicles, een satirische site die lijkt op De Speld. Daar werd gemeld dat de Amerikaanse beroepsvereniging voor psychologen het obsessief-compulsief maken van zelfportretten met een smartphone voor sociale media had aangemerkt als officiële psychische stoornis.
Het bericht groeide uit tot een wereldwijde hoax, en belandde in talloze serieuze media. Ook De Telegraaf bracht het bericht.
Technologie en welzijn
Het broodjeaapverhaal inspireerde wetenschappers om toch eens te kijken naar de gevolgen van het nemen van veel selfies. Op zich is dat niet gek: het fenomeen internetverslaving werd eerst ook geopperd als grap, terwijl dat nu een geaccepteerde term is.
Mensen met de aandoening zouden met hun zelfportretten proberen aansluiting te vinden bij een sociale groep
Er zijn bovendien allerlei stoornissen die technologie verbinden aan psychische gezondheid, zoals nomofobie (de angst om niet bereikbaar te zijn) en cyberchondrie (net als hypochondrie een ongefundeerde angst om ziek te worden, maar dan door continu ziektebeelden te googelen).
Hoewel er nog veel onderzoek nodig is, vermoeden wetenschappers van de Nottingham Trent University en de Thiagarajar School of Management in India dat selfitis in de toekomst aan dat rijtje wordt toegevoegd.
Mensen met de aandoening zouden meestal weinig zelfvertrouwen hebben en met hun zelfportretten proberen aansluiting te vinden bij een sociale groep. Mogelijk vertonen ze symptomen van een andere gedragsverslaving.
Geen fabel
Op basis van interviews met ruim tweehonderd Indiase studenten stellen de onderzoekers dat jezelf obsessief fotograferen voor sociale media geen fabeltje is.
Met deze input ontwikkelden ze een schaal waarmee vastgesteld kan worden of je lijdt aan selfitis, door te reageren op twintig stellingen zoals ‘Ik voel me zelfverzekerd als ik een selfie maak’ en ‘Meer selfies maken verbetert mijn stemming en maakt me blij’.
Het onderzoek deugt best, zegt Mark Deuze, hoogleraar mediastudies aan de UvA. “Het zegt alleen niets over mensen of internet in het algemeen, omdat alleen Indiase studenten eraan hebben meegewerkt.”
Door sociale media gaan sommige mensen zich hyperconformistisch gedragen, dat is link
“Zij hebben te maken met een heel andere cultuur – denk aan het kastesysteem of man-vrouwverhoudingen. Maar dat sommige mensen buitensporig veel selfies nemen en daar misschien eens met iemand over zouden moeten praten, geloof ik zeker.”
Vooral de schaal waarmee is te bepalen of en waarom iemand zo veel selfies maakt en online plaatst, kan volgens Deuze nuttig zijn. “Als iemand veel selfies maakt om herinneringen vast te leggen of meer zelfvertrouwen te ontwikkelen, is dat waarschijnlijk geen problematisch gedrag.”
“Maar door sociale media gaan sommige mensen zich hyperconformistisch gedragen: ze voelen een enorme sociale druk om erbij te horen. Dan wordt het link. De aandoening past in aan bredere zorg die reden is jongeren te leren op een gezonde manier om te gaan met de macht van technologie.”
De drie niveaus van selfitis
Grensgeval: Je maakt minstens drie selfies per dag, maar plaatst ze niet op sociale media.
Acuut: Je maakt minstens drie selfies per dag en plaatst ze allemaal op sociale media.
Chronisch: Je hebt een niet te beheersen, constante behoefte om selfies te maken, minstens zes keer per dag, en je zet ze allemaal op sociale media.
Bron: Het Parool
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!