Ongehuwd samenwonen

Waar werd oprechter trouw
Dan tussen man en vrouw
Ter wereld ooit gevonden?

(fragment uit Joost van den Vondel: De Gijsbrecht van Aemstel, 1638)

In het zojuist verschenen derde nummer van het Surinaams Juristen Blad voor het jaar 2018 (SJB 2018 no. 3) heeft Monique A. Veira, hierna ook te noemen Veira of de auteur, een belangwekkend artikel geschreven getiteld: Ongehuwd samenwonen. Een voorstel voor de wettelijke erkenning en bescherming van de buitenhuwelijkse gemeenschappelijke huishouding.

Het huwelijk is in ons land nog steeds de enige samenlevingsvorm die in het Surinaams Burgerlijk Wetboek voorkomt. Dit terwijl volgens de auteur, gestaafd door cijfers van Algemeen Bureau voor Statistiek, ongehuwd samenwonen vaker voorkomt dan samenwonen op grond van een wettig huwelijk. Dit gegeven zal bij velen bevreemding opwekken (CJ).

De auteur maakt geen onderscheid naar etniciteit. In het kader van natievorming valt dit toe te juichen. Maar de realiteit drukt ons met de neus op de feiten.

Het lijkt erop dat mede op grond van historische redenen, bijvoorbeeld slavernij, het ongehuwd samenwonen bij het creoolse bevolkingsdeel inderdaad in de meerderheid van de gevallen voorkomt, maar of dit ook geldt voor de overige segmenten van de Surinaamse bevolking, zou nader onderzocht moeten worden (CJ). Maar ook zonder onderzoek durf ik te stellen dat bij de overige groepen het conventioneel huwelijk overheersend is.

Een verrassende opmerking van Veira is dat ook in het Ontwerp Nieuw Burgerlijk Wetboek (ONBW), dat omstreeks 2008 is afgerond, maar nog niet in De Nationale Assemblee (DNA) is behandeld, voor ons land nauwelijks enige regeling getroffen is voor het ongehuwd samenwonen. Op dit moment is het zo dat juridische problemen in concubinaatrelaties door de rechter in concrete gevallen beslecht worden. Hierbij wordt opgemerkt dat de uitspraken niet altijd consistent zijn.  

Het geregistreerd partnerschap zoals dat geregeld is in Nederland, is niet in ons ONBW opgenomen. Het ONBW geeft alleen maar een vergoedingsbeding voor partners die langdurig met elkaar samenleven, als waren zij gehuwd. Wat onder ‘langdurig met elkaar samenleven, als waren zij gehuwd’ moet worden verstaan wordt door de auteur nader onder de loep genomen. De jurisprudentie heeft het laatstgenoemde begrip ook aangeduid als een tot lotsverbondenheid leidende samenleving. Hiervoor zijn vijf cumulatieve eisen ontwikkeld, waarvan vier hier genoemd worden. Het moet gaan om:

  1. Een duurzame relatie.

De partners moeten niet de bedoeling hebben om slechts tijdelijk met elkaar samen te wonen.

  1. De relatie moet affectief zijn.

Dit houdt in dat de partners een bijzondere vorm van genegenheid jegens elkaar moeten hebben.

  1. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding.
  2. Wederzijdse verzorging door bijdragen aan de huishouding of op andere wijze.

Veira wijst er terecht op dat de genoemde criteria bedoeld om langdurig samenleven te kunnen aantonen, vaak moeilijk te verifiëren zijn, terwijl het bestaan van een huwelijk op eenvoudige wijze bewezen kan worden.

 

Gemeenschappelijke gevolgen van het ongehuwd samenwonen en het huwelijk

Een wettelijke bijdrage in de kosten van de levensonderhoud bestaat in Suriname tussen (ex)echtgenoten en tussen hen die minimaal vijf jaren duurzaam samenwonen en een notarieel samenlevingscontract hebben gesloten dat ook is ingeschreven in het Centrale Bevolkingsregister.

Voor ongehuwd samenwonenden is het recht op levensonderhoud gebaseerd op artikel 1 Wet Algemeen Pensioen 2014 dat geen algemene bekendheid heeft in onze samenleving. Bovendien worden in de notariële praktijk sporadisch samenlevingscontracten gemaakt (CJ). Desondanks moet aan de auteur toegegeven worden dat het recht op levensonderhoud inderdaad het enige gemeenschappelijke wettelijk gevolg is van het huwelijk en het ongehuwd samenwonen. Het laatste uiteraard als dit samenwonen voldoet aan de wettelijke vereisten.

 

Een optie voor de wettelijke erkenning van het ongehuwd samenwonen en de bescherming van de gemeenschappelijke huishouding

Voor de wettelijke erkenning van het ongehuwd samenwonen is het noodzakelijk dat er een wettelijke definitie komt van het begrip ongehuwd samenwonenden. In dit verband moet aansluiting gezocht worden bij een rechtstelsel dat past bij dat van ons land. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan het Nederlandse recht, aangezien het Surinaams recht zijn wortels heeft in het Nederlandse.

De Nederlandse jurisprudentie kan dan ook voor Surinaamse gevallen gebruikt worden. Dit gebeurt overigens nog steeds in ons land, hoewel Suriname vanaf 1975 staatsrechtelijk los staat van het voormalige moederland.

De aandacht wordt er wel opgevestigd dat dan de desbetreffende wetsartikelen van Nederlandse en Surinaamse wetboeken gelijkluidend moeten zijn. Door de invoering van het Nieuw B.W. in Nederland is dat vaak niet meer het geval. Dit betekent dat de rechter bij het toepassen van de Nederlandse jurisprudentie op Surinaamse gevallen zich er terdege van moet vergewissen dat de tekst van de desbetreffende artikelen niet van elkaar verschilt.

Bij het overnemen van wetgeving ligt het daarom voor de hand eerst te rade te gaan bij het Nederlands recht, maar de auteur wijst erop dat ook het Belgische recht als voorbeeld gebruikt zou kunnen worden. Beide laatstgenoemde rechtstelsels liggen namelijk heel dicht bij elkaar. De auteur geeft voor wat betreft het ongehuwd samenwonen er de voorkeur aan ‘af te kijken’ bij het Belgische recht. Alleen wil zij de navolgende correctie aanbrengen. Zij stelt voor niet te spreken van wettelijk samenwonenden, maar van wettelijk en ongehuwd samenwonenden. Hierdoor ontstaan volgens Veira drie groepen samenwonenden in Suriname, te weten: 1. de gehuwden; 2. de wettelijk samenwonenden, en 3. de niet wettelijk ongehuwd samenwonenden.

Zij stelt verder voor om analoog aan het huwelijk een akte van het besluit tot samenwonen in de registers van de Burgerlijke Stand te doen overschrijven. Zij hoopt hierdoor tegemoet te komen aan de wens van de ongehuwd samenwonenden om op een minder formele wijze de samenwoonrelatie tot stand te brengen en te ontbinden.

 

Conclusies en een voorstel voor de wettelijke erkenning van ongehuwd samenwonen.

Veira vindt dat na 150 jaar BW-huwelijk eindelijk de tijd lijkt te zijn aangebroken om ongehuwd samenleven wettelijk te erkennen.

Zij wijst erop dat het geregistreerd partnerschap zoals dat in Nederland bestaat niet in ons ONBW is opgenomen. Dit omdat de tijd in Suriname nog niet rijp zou zijn om ongehuwd samenwonenden gelijke rechten als gehuwden te verlenen. Een wetswijziging conform het Belgische recht acht zij voor Suriname beter op zijn plaats.

In haar artikel geeft zij precies aan welke gedeelten uit het Belgische recht zouden moeten worden overgenomen. De belangrijkste zijn:

– Onder wettelijke ongehuwd samenwonen wordt verstaan: de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeenschappelijke woonplaats.

Dit geschrift moet bepaalde gegevens verschaffen m.b.t. de personalia van de samenwonenden.

– Anders dan bij het huwelijk kan het samenwonen worden beëindigd door onderling overeenstemming, maar ook door een eenzijdige schriftelijke verklaring door één van partijen die moet worden overhandigd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand en moet voldoen aan bepaalde vereisten.

– De samenwonenden dragen bij in de lasten van de samenleving naar evenredigheid van de mogelijkheden.

– (Vermogenrechtelijk) Elk der samenwonenden behoudt de goederen waarvan hij/zij de eigendom kan bewijzen, de inkomsten van deze goederen en de opbrengsten uit arbeid.

– De goederen waarvan geen eigendom kan worden bewezen en de inkomsten daarvan, worden geacht in onverdeeldheid te zijn, hetgeen betekent dat deze geacht worden aan beide partijen gezamenlijk toe te behoren.

– Verder regelen partijen hun samenwoning door middel van een overeenkomst.

De bovengeschetste vorm van wettelijk ongehuwd samenwonen vertoont trekken van een huwelijk gesloten onder huwelijkse voorwaarden, maar er zijn ook belangrijke verschillen.

De regeling zoals voorgesteld door Veira heeft het grote voordeel dat vele conflicten in concubinaatrelaties, die thans door de rechter moet worden opgelost, voorkomen kunnen worden.

Het is te hopen dat DNA aandacht zal besteden aan haar wetsvoorstel.

 

                           door: Carlo Jadnanansing

Paramaribo, 21 januari 2019

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *