Oproep bij Hoge Bloeddruk symposium: It is time to act NOW
Op zaterdag 3 maart werd voor artsen en andere gezondheidswerkers een Hypertensie (hoge bloeddruk) symposium “Beter bloeddruk behandelen” gehouden. Dit ter gelegenheid van de officiële eindrapportage van de HELISUR (Healthy Life in Suriname) studie en de alarmerende gezondheid bij de Surinaamse bevolking.
De aanleiding van het HELISUR onderzoek
Hart- en vaatziekten (HVZ) zijn doodsoorzaak nummer één in Suriname (26%). Waar in hoge inkomenslanden het vóórkomen van HVZ daalt, neemt deze in lage en midden inkomenslanden, zoals Suriname, nog steeds toe. Echter, data over het voorkomen van HVZ en de bijbehorende risicofactoren (hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht etc.) is gebrekkig in Suriname. Om meer data te genereren is de HELISUR studie gestart. Deze studie heeft met behulp van een vragenlijst en een uitgebreid lichamelijk onderzoek cardiovasculaire (hart- en bloedvaten) informatie verzameld over de stand van zaken bij 1,157 Surinamers woonachtig in Paramaribo. Deze informatie is essentieel voor het bepalen van de grootte van het HVZ-probleem. Naast het vaststellen van het overall voorkomen, werd ook gekeken naar cardiovasculaire verschillen tussen etnische groepen. Eerder onderzoek bij Nederlandse-Surinamers toonde aan dat Hindoestanen vaker diabetes mellitus ontwikkelen terwijl bij Creolen vaker een hoge bloeddruk wordt vastgesteld. Of dit in Suriname ook het geval is, was de tweede onderzoeksvraag die men trachtte te beantwoorden.
De resultaten van het onderzoek
Van de 1,157 participanten in Paramaribo die werden onderzocht, waren 429 mannen en 728 vrouwen. 43% waren van Aziatische en 39% van Afrikaanse afkomst en de gemiddelde leeftijd was 43 jaar.
40% had hypertensie en 31% prehypertensie (voorstadium van hoge bloeddruk; zie onder NOOT). Verder was 72% obese of had overgewicht, terwijl 63% diabetes of prediabetes (voorstadium van diabetes) had. Slechts 1% van de volwassen populatie had een optimale risicoprofiel voor hart-en vaatziekten.
68% was zich ervan bewust en 32% niet dat die hoge bloedddruk had, 56% was onder behandeling en slechts bij 20% was de bloeddruk goed onder controle. 22% van de volwassen populatie had nog geen klachten maar wel orgaanschade (verhoogde stijfheid van bloedvaten, hartvergroting, eiwit in de urine of chronisch nierziekte).
22% van de populatie had diabetes, terwijl 41% prediabetes had. De meerderheid van de deelnemers met diabetes was zich van bewust van zijn conditie (59%) en kreeg behandeling (54%), maar slechts 21% van zij die behandeld werden, waren goed onder controle. Dit is 11% van alle diabetes patiënten. Er was geen verschil in voorkomen tussen mannen en vrouwen, maar degenen met Aziatische voorouders hadden meer diabetes dan die van Afrikaanse afkomst (30% versus 18%).
95% van de populatie had of dyslipidemie (te hoog vetgehalte/cholersterol in het bloed) of grenswaarden ervan. Mannen en deelnemers van Aziatische afkomst hadden meer dyslipidemie dan vrouwen en die van Afrikaanse afkomst (51% versus 33%). Bovendien werd dyslipidemie meer gezien bij jongeren (≤ 40 jaar) van Aziatische afkomst vergeleken met die van Afrikaanse afkomst (39% versus 27%).
Tabakgebruik werd gezien bij 18% van de populatie, waarvan 35% mannen en 8% vrouwen; er waren geen verschillen in afkomst of leeftijdsgroep, ongeacht hun afkomst of leeftijdsgroep.
De meerderheid (77%) had tenminste één risicofactor voor hart- en vaatziekten, waarvan 42 % onder de 40 jaar was. Mannen van Aziatische afkomst hadden een hoger risico dan vrouwen of die van Afrikaanse afkomst (83 vs 74%).
Bewezen hart- en vaatziekten werd gevonden bij 5% van de deelnemers, waaronder inbegrepen beroerte 3%, hartziekten 2%, en andere 0.4%. HVZ werd meer bij mannen dan bij vrouwen gevonden (7 vs 3%) en meer bij die van Aziatische afkomst dan die van Afrikaanse afkomst (6 vs 3%).
Conclusie
Het hoge voorkomen van hoge bloeddruk en suikerziekte met slechte controle en behandeling ervan (slechts 20%!!) was opvallend bij de studieresultaten. Ook weten velen niet eens dat ze met een te hoge bloeddruk/suikergehalte/vetgehalte rondlopen.
Hoge bloeddruk komt meer voor bij Creolen en Marrons, terwijl Hindoestanen en Javanen meer suikerziekte, HVZ en een te hoge vetgehalte hebben. Ook komen de aandoeningen steeds meer voor op jonge leeftijd!!! Ook overgewicht komt veel voor.
De resultaten van het HELISUR onderzoek moeten worden geïncorporeerd in preventieve programma’s, welke uiteindelijk kunnen bijdragen aan de vermindering van HVZ in Suriname. Het is vanuit volksgezondheidsperspectief van groot belang om alle gezondheidswerkers in de eerste lijn te stimuleren om meer en betere cardiovasculaire preventie en behandeling te bedrijven, om in de nabije toekomst de kans op ernstige vaatschade te verminderen.
Noot:
Bij de studie werden de volgende waarden gehanteerd:
*Normale bloeddruk: 120/80
*Pre hypertensie: 120-129/80
*Hypertensie stadium1: 130-139/80-89
*Hypertensie stadium 2: ≥140 / ≥90
*Pre diabeet: HbA1C 5.7-6.4% (HbA1c is de gemiddelde suikerwaarde van de afgelopen 2-3 mnd)
*Diabeet: HbA1c ≥ 6.5%
*Goed ingestelde diabeet met medicijnen: HbA1C ≤ 7%
Dyslipidemie:
*Totaal cholesterol: ≥ 6.2%
*LDL ≥ 4.1%
*HDL ≤ 1.0
*Triglyceriden ≥ 2.3
BMI:
Afrikanen ≥ 30 kg/m2
Aziaten ≥ 27.5 kg/m2
DECLARING WAR ON CARDIOVASCULAR DISEASE IN SURINAME:
HELISUR THROUGH THE LENS OF SCIENCE, POLICY, AND PRACTICE
Objectives
The objectives of this final statement are three-fold: to examine the implications of the HELISUR study for public health science, policy, and practice; discuss opportunities for preventing cardiovascular disease risk factors, and identify strategic imperatives to address the public health crisis posed by CVD in Suriname. Among the many contributions of HELISUR are the following prominent ones: the study provides a close snapshot of the toll of CVDs on Suriname’s population; contributions to the public health practice and research pipeline; the identification of opportunities to strengthen CVD public health actions and health services; a delineation of the implicants of the CVD burden for public health science, policy, and practice in Suriname; and a strategic roadmap to address the country’s CVD public health crisis.
Implications of the HELISUR study for public health science, policy, and practice
From a workforce development perspective, HELISUR data served as the foundations for both MSPH research theses as well as Doctoral dissertations addressing issues ranging from CVD prevalence, racial and ethnic differences in CVD, and CVD risk factors including obesity. Sustaining a cadre of public health professionals such as those already graduated from the joint Anton de Kom University, Faculty of Medical Sciences and Tulane University School of Public Health and Tropical Medicine joint MSPH program, is pivotal. Significant health policy shifts are needed to address the burden of non-communicable diseases (NCDs) in general and CVD crisis, specifically. Emphasis should be placed on adopting a national system of client-centered primary care medical homes, providing holistic, rather than disease-specific treatments. Similarly, sustained investment in the public health infrastructure, in particular workforce development, organizational capacity (effective workplace), and knowledge management (health informatics) are pivotal to support the rest of the public health “home”. From a science perspective, there is a growing body of knowledge pointing to the multigenerational, lifespan impact of CVD risk factors including those associated with exposures to toxic substances and fine particulate matter. To further advance the HELISUR epidemiologic design, longitudinal studies should be developed to assess the effectiveness of tailored risk reduction strategies. To CVD-related health disparities, develop predictive risk models to prioritize CVD interventions in the most vulnerable subpopulations.
A call to action: strategic imperatives to address the CVD crisis in Suriname
To win the war against NCDs in general and CVD specifically, Suriname must urgently take the following actions as outlined in Table 1:
Table 1: A CVD action agenda by actor and action
ACTOR | ACTION(S) |
Policy makers | · Shift health funding from CVD care only to CVD prevention
· Add CVD prevention as a permanent budget line item in the Ministry of Health’s annual appropriations · Develop a long term 2030-2040 strategic health plan to address the key non-communicable diseases, including CVD, hypertension, diabetes, and obesity |
Education and training institutions (AdeKUS/FMEW, COVAB) | · Train the frontline health workforce, i.e. MSPH students, future physicians, psychical therapists nurses, dieticians to implement CVD health education/health promotion programs
|
Public and private health /medical care organizations (i.e. MOH, SZF, RGD | · Shift primary care practice from CVD sick care to prevention
· Embed CVD prevention actions in every patient/client clinical visit, regardless whether CVD is a health concern · Improve the general public’s health literacy in general and CVD literacy specifically |
Insurance companies | · Incentivize wellness |
Teachers (K-12 grade) | · Embed a public health curriculum emphasizing CVD risk factors (obesity, lack of physical activity) at all educational levels |
Supermarkets
|
· Increase the visibility of healthy foods |
Pharmacies
|
· Transform pharmacies to an NCD “information warehouse” |
Community organizations | · Make CVD the topic of health fairs |
Media | · Mobilize reporters as CVD prevention promotors |
Fast food take outs
|
· Work with MOH to adopt nutritional standards to combat the risk factors associated NCDs |
The prerequisites to successfully accomplish the proposed agenda are the following:
- A participatory approach engaging all stakeholders including all actors identified in Table 1 as well as the general population;
- Collaborative leadership, both technically and organizationally;
- A built-in evaluation system with measurable benchmarks assigned to each action to monitor performance.
The Helisur Research Group
Paramaribo, 28 February 2018
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!