Ouders komen in opstand: de juf is niet goed genoeg
De school is blij dat ze een juf voor groep 7 hebben gevonden, maar de ouders denken daar heel anders over. Voor de zomervakantie breekt de opstand al uit. Vader Jan van Mersbergen doet verslag.
Op een maandag, vlak voor de vakantie, werd duidelijk welke juf volgend schooljaar in groep zeven voor de klas van mijn dochter zal staan. Juf Floor. Het nieuws kwam in een mail van de schooldirectie: ‘Floor heeft het hele jaar parttime groep 5 ‘gedraaid’ en de afgelopen weken groep 6B.’ Om drie uur kwam de mail binnen, al voor het avondeten lagen er vier reacties in de mailbox, van verontruste ouders.
In de eerste mail, ondertekend met: ‘een ongeruste groet’, termen als ‘met stomheid geslagen…’, ‘met ongeloof lees ik net de brief over de formatie…’, ‘mijn ongeloof en woede…’, ‘onbegrijpelijk dat…’, ‘allesbehalve geruststellend…’, ‘absoluut geen vertrouwen…’, en verder de uitleg: ‘Een leerkracht die een jaar parttime heeft ‘meegedraaid’ is het laatste waar deze klas recht op heeft en voor mij dan ook onacceptabel.’
De moeder drong aan om ‘dit in een ouderavond/vergadering te bespreken. Het liefst nog deze week.’
Deze moeder was niet ongerust, ze was in paniek. Omdat de nieuwe juf alleen nog maar als invaller had gewerkt. Dit kon niet goed gaan.
Deze reactie heeft een voorgeschiedenis. In groep vijf gold de klas als een probleemklas: groot, druk en onrustig. De juf van dat jaar werd overspannen, er kwamen een paar invallers, de resultaten van veel kinderen leden hieronder, er ging zelfs een flink aantal leerlingen naar een andere school.
Overspannen
Wat ik destijds belangrijk vond: zorgen dat mijn dochter opgewassen was tegen de onrust, dat ze zich op zichzelf en haar schooltaken bleef richten, dat we rustig bleven. Elk jaar heeft ze een nieuwe meester of juf, de een beter dan de ander, en net als in het volwassen leven dat straks komt, heb je daarmee om te gaan. Hobbels in de weg kun je zelf nemen, als er werkelijke misstanden zijn trek ik aan de bel.
Opvallend: de ouders vroegen zich destijds niet af hoe die problemen ontstonden, alleen wie het op moest lossen: de school. Ik weet ook wel dat een overspannen juf niet ideaal is voor de klas, maar niemand stelde de vraag waarom zij overspannen was.
Dat jaar huisde in die klas een flinke groep kinderen die niks van anderen aannam, ook niet als ze iets vriendelijk gevraagd werd. Dat was de bagage waarmee de ouders hun kinderen naar school stuurden. Brutaliteit verpakt als mondigheid. Direct reageren en roepen. Vooral vanuit jezelf denken, niet naar het geheel kijken.
Bij het ouderlezen vroeg ik aan de drie jongens van het groepje: ‘Zullen we beginnen?’
Dan was de reactie: ‘Eerst even dit…’ Of: ‘Ja, zo meteen…’ Of: ‘Echt niet!’
Op elke vraag kreeg ik een grote bek terug, in dat kleine uurtje. Waarschijnlijk was dat dezelfde grote bek die de juf ook kreeg, alle dagen van de week.
Maar het probleem lag bij de school.
Veeleisende ouders
Bij het ophalen van mijn dochter zag ik op het schoolplein een jongen die bij een vriendje wilde spelen terwijl hij naar de tandarts moest. Hij wist van die afspraak, maar bleef net zo lang en heftig zeuren bij zijn moeder, hij huilde en sloeg haar op haar kont, dat ze de tandarts belde en zei: ‘Het komt vandaag toch niet zo goed uit.’
De tandartsafspraak werd verzet. Ze bracht haar zoon zelfs naar het vriendje. Met een zelfvoldane grijns zat het prinsje achter op haar fiets.
Hetzelfde jochie gaf de juf dagelijks dergelijke reacties, maar als zijn gedrag ter sprake kwam, dan was die jongen het slachtoffer: hij werd gepest en buitengesloten en de school moest eerst die protocollen maar wat steviger volgen.
Kortom: het lag nooit aan de kinderen, het lag nooit aan de ouders.
Afgelopen schooljaar stond er een sterke juf voor groep 6 die zich niet gek liet maken. Niet door de kinderen, en ook niet door de ouders. Ze deed haar eigen ding en hield dat vol, en ze had de klas er prima onder. Ook de veeleisende ouders waren tevreden.
Persoonlijke paniek
Aan het einde van dat schooljaar werd dus die onbekende nieuwe juf aangekondigd, en die eerste verontruste mail kreeg onmiddellijk bijval in andere mails, opvallend genoeg allemaal verstuurd door moeders. Ik las angst, ik las eisen, ik las de vraag om garanties. Ik las een waarschuwing: ‘Groep 7 wordt zeer pittig en de kinderen krijgen voorlopig advies voor de middelbare school.’ De toekomst van de kinderen liep gevaar door de keuze voor een ‘onbekwame’ juf, zonder die juf te kennen en zonder haar een kans te geven.
Persoonlijke paniek bij een ander neerleggen, dat geven deze ouders hun kinderen mee. De school zou een spiegel in de gang moeten hangen, dan kunnen deze ouders zichzelf daarin bekijken.
Soms moet je voor jezelf opkomen, dat is tegenwoordig nu eenmaal zo, zelfs bij het kinderdagverblijf waar mijn jongste zoon rondkruipt, maar onderwijs begint bij onderling vertrouwen, bij leerkrachten die niet alleen de kans krijgen kinderen iets te leren, maar ook de kans kinderen dat vertrouwen terug te geven.
Sterke juf
Ik reageerde kort die maandagavond, ook per mail. Ik vroeg me af of bovenstaande moeders bekend waren met de nieuwe juf. Hadden ze slechte ervaringen met haar of hadden ze dingen over haar gehoord? Zonder werkelijke bezwaren een gesprek aanvragen met de school leek me voorbarig.
Meer kon ik er niet van maken. Antwoorden op mijn bezwaren-vraag heb ik nooit gekregen, wel een berichtje van de schoolleiding dat het fijn was ook een ander geluid te horen. De school reageerde trouwens kalm en goed, dezelfde avond nog. Toch was het krankzinnig. De mensen die onderwijs voor mijn dochter verzorgen moesten op maandagavond een reactie mailen over de indeling van de leerkrachten. En er zijn vijftien klassen, en die krijgen allemaal een nieuwe leerkracht, en in elke klas zitten paniekerige ouders die graag mailen.
Van die gedachte raakte ik in paniek.
Mijn oudste zoon, nu in de derde klas middelbare school, heeft zowel de overspannen juf, die tien jaar geleden heel capabel was, als de sterke juf meegemaakt. Ik dus ook. De kinderen en de school zijn de afgelopen tien jaar niet veranderd. De ouders zijn veranderd.
Bron: TROUW