Pitra paksha: cheque voor doden

Het hindoeïsme kent een groot aantal hoogtijdagen. Op die dagen brengt de mens een verbinding tot stand tussen zichzelf en de Schepper, de kosmos, de voorouders, het hiernamaals, etc. Een van de minder bekende hoogtijdagen is Pitra paksha of plengofferfestival welke dit jaar van 2 tot en met 17 september plaatsvindt.  

De laatste dag is de dag van de nieuwe maan (amávasya). Tijdens dit festival worden plengoffers gebracht voor de doden en de Goden; aangenomen wordt dat de offers ook de kosmos ten goede komen. De organische stoffen in een offer worden ge-acht een helende werking te hebben op mens en milieu. Het offer wordt aangeduid als shráddha, de vloeiende liefde van het nageslacht. Ons innerlijk milieu staat in verbinding met het milieu daarbuiten. Volgens de hinduleer vindt tijdens het festival een reünie plaats van alle zielen (Sarva-pitri) in het universum. De zonen (vrij van ongesteldheid) helpen via shráddha en gebeden de voorouders aan chemie voor vreugde. Van de heer van de dood, Yama, mogen deze hun offer direct ontvangen. Het water van het offer verdampt en stijgt naar de voorouders. Op deze wijze krijgen die als het ware een cheque van hun nazaten. Zij betalen dit terug met succes, vooruitgang en bescherming binnen de gezinnen van hun nazaten. Demonen blijven dan ver van je.

Opgemerkt wordt dat de praktijk van het offer niet alleen in het hindoeïsme voorkomt. Oude volkeren zoals de Egyptenaren en de Grieken kenden deze praktijk eveneens. De vloeistof die daarbij gebruikt werd was veelal wijn, melk, olie, water, enz. Het plengoffer werd soms een aantal malen per dag gebracht. Helaas raakt de shráddha in onbruik.

Volgens de kosmische wetenschap (veda) moeten we voor verlossing slechts drie activiteiten uitvoeren, nl. ons bekwamen in kennis, wijsheid en spiritualiteit; offers (spirituele pujá) brengen in en voor het gezin, bijdragen leveren in de gemeenschap en voor milieuonderhoud; en zorgen voor het nageslacht omdat een stamboom ook ‘sterren’ moet produceren, zodat de shráddha verzekerd is. Dat kan men nalezen in de Rig- Veda.

De Mahábhárata vermeldt dat de gulle gever Karna na de dood voor 14 dagen terug moest komen op aarde omdat hij geen proviand kreeg. In zijn leven had hij alleen goud en zilver aan armen geschonken. Nadat hij deze error facti had verholpen met (pleng)offers, had hij ineens voedsel in overvloed. Een goede levenshouding op een lege maag bestaat dus niet! Ook niet in het paradijs. Het voedseloffer is daarom verheven tot het grootste geschenk in het universum. Wees dus redelijk: leef en laat leven. Stuur, al is het slechts eens per jaar, je cheque naar het hiernamaals.

Bron: art. dr. C. Baidjnath Misier