Pitra Paksha / Shráddh – Oorsprong en Overzicht van de Pitri pujá

Shráddha (श्राद्ध), kortweg Shráddh, oorspronkelijk een Sanskritwoord, is een combinatie van twee woorden “Sat”, dat waarheid betekent en “Adhár”, dat basis betekent; alles of elke handeling die wordt uitgevoerd met alle oprechtheid en geloof. Shráddha (श्राद्ध) is het ritueel om voorouders te vereren, dit ritueel drukt iemands onvoorwaardelijke eerbied voor de voorouders uit.
Pitra Paksha valt volgens de Hindu Pancáng vanaf de 1e Tithi van de Áshvin Más en gaat door tot de dag van de Nieuwe Maan (Amávasyá), ook bekend als Sarvapitri Amávasyá of Mahálayá Amávasyá.
Pitra is voorouder en paksha verwijst naar de donkere maandhelft, dat deel van de maanmaand, waarin de maan afneemt.
Gedurende deze periode wordt de Shráddha of Tarpaṇ van de voorouders uitgevoerd op de Tithi waarop ze de eeuwigheid ontmoetten.

Tarpaṇ

Oorsprong van Shráddh(a):
Volgens de heilige Hindú teksten was Rishi Atri, van de 10 zonen van Shrí Brahmá de eerste die de rituelen van Shráddha ontcijferde, zoals doorgegeven  door Shrí Brahmá aan zijn zoon Nimi Rishi. Bedroefd door de plotselinge dood van zijn zoon begon Nimi Rishi, geleid door Nárad Muni, zijn voorouders in te schakelen die al snel voor hem verschenen en zeiden: “Nimi, uw zoon heeft de plaats al ingenomen onder Pitra Deva’s. Aangezien je de daad hebt verricht van het voeden en aanbidden van de ziel van je overleden zoon, is het hetzelfde als wanneer je Pitri Yajnya had uitgevoerd.” Sinds die tijd wordt de Shráddh beschouwd als een belangrijk ritueel van de Dharma.

Shráddh is een gebruikelijk ritueel dat elk jaar wordt uitgevoerd op de sterfdag voor de heengegane zielen volgens de Hindú kalender. Hindú Geschriften hebben een aantal voorschriften die door hun nazaten moeten worden uitgevoerd.

De  Bhagavad Gítá vermeld:
“na jayate mriyate va kadacin, nayam bhutva bhavita va na bhuyah, ajo nityah sasvato ‘yam purano, na hanyate hanyamane sarire” (Bhagavad Gítá: hoofdstuk 2 vers 20)
“Shrí Krishṇa zei: De ziel wordt nooit geboren en sterft nooit, de ziel is niet ontstaan, komt niet tot leven en zal niet ontstaan.” De ziel is ongeboren, eeuwig, altijd bestaand en wordt niet gedood als het lichaam wordt gedood.”

Er is een tussenvlak genaamd Pitru Loka oftewel de wereld van de overleden zielen. De meeste vertrokken zielen komen deze wereld binnen voor een tijdelijk bestaan, totdat hun lot is beschoren  om verder te gaan in hun verblijf. De Shráddh-ceremonieën richten zich tot de heengegane zielen tijdens hun verblijf in de Pitru Loka. De Shráddh-ceremonie kan de heengegane ziel in staat stellen op te stijgen naar een hoger bestaansniveau.

Rishi Kindam beschrijft 3 soorten schulden die moeten worden vrijgemaakt voordat ze deze wereld verlaten. Deze omvatten:
– Dev Riṇ – Schuld tegenover Shrí  Vishṇu die kan worden opgelost door Dán te doen (donatie)
– Rishi Riṇ – Schuld van Shrí Shiva die wordt geschrapt door kennis te bereiken en te delen
– Pitru Riṇ – Schuld van Shrí Brahmá die wordt kwijt gescholden  wanneer de nazaten Pinddán / Shráddh doen  voor hun voorouders.

Iemand die de drie schulden niet opruimt, verzaakt zijn plichten jegens Shri Vishṇu, Shiva en Brahmá.
Schuld betekent verlangens van onze voorouders die niet werden vervuld tijdens hun leven en als ze niet worden vervuld weerspiegelt het zich als een schuldstoornis in het gezin en kan zich klinisch presenteren met verlies van rijkdom, verlies van regie, moed en gezondheid. De daaruit voortvloeiende problemen in de teksten  werden Pitru Dosh genoemd.We ontlenen ons bestaan aan onze voorouders, we zijn onze voorouders verschuldigd. En als onze ouders dood zijn, zijn we zo veel verschuldigd aan hen dat we  de schulden op geen enkele manier aan hun ziel kunnen  terugbetalen, behalve dan door de Shrádh-ceremonie voor hen te doen, omdat het de enige manier is om hen te helpen tijdens hun leven na de dood.

Shrádh bestaat voornamelijk uit deze componenten:

  1. Tarpaṇ : of het aanbieden van water aan de voorouders tijdens het reciteren van mantra’s.
  2. Arpan (voedsel bereiden op de dag van Shrádh wat de voorouders altijd leuk vonden)
  3. Brahmin bhoj (aanbieden van Satvische -voedsel aan brahmanen)
  4. Pinddán (offer van zwarte sesam, Kushá Ghás, Jwar en kook of gebakken rijst) waargenomen door sommigen.

 Overzicht van de Pitri pujá:
14  september (zaterdag)  Purnimá Shráddha
15 september (zondag) Pratipadá Shráddha
16 september (maandag) – Dwitiya Shráddha
17 september (dinsdag) Tritiya Shráddha
18 september (woensdag) Máhá Bharáni, Chaturthi Shráddha
19 september (donderdag) Panchami Shráddha
20 september (vrijdag) Shashthi Shráddha
21 september (zaterdag) Saptami Shráddha
22 september (zondag) Ashtami Shráddha
23 september (maandag) Navami Shráddha
24 september (dinsdag) Dashami Shraddhá
25 september (woensdag) Ekadashi Shráddha
26 september (donderdag) Mágha Shráddha, Dwadashi Shráddha
27 september (vrijdag) Trayodashi Shráddha, Chaturdashi Shráddha
28 september (zaterdag) Sarva Pitru Amávasyá

De laatste dag van Pitru Paksha staat bekend als Sarvapitri Amávasyá of Maháláya Amávasyá. Het wordt beschouwd als de belangrijkste dag van Pitru Paksha, want op deze dag kan een persoon die de precieze datum van het overlijden van zijn voorvaderen niet kent, hen hulde betuigen en eten aanbieden.

Pitra Paksha of Shrádh is de periode van 15 dagen gewijd aan de overleden voorvaderen vanaf maandag 24 september en eindigend op maandag 8 oktober 2018.

Bron: OHM-Bewerkt

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *