Prem Girjasing over reuring en culturele manifestaties in Den Haag
Elke twee weken vragen we een inwoner van Den Haag naar zijn of haar herinneringen aan onze stad. Wat is typische Haags, voelt thuis en mag dus niet ontbreken in ons archief? Deze keer is het woord aan Prem Girjasing.
Den Haag is veel minder duister dan Amsterdam. Ik ben na mijn komst uit Suriname in 1976 wel in Amsterdam begonnen, maar Den Haag trok mij veel meer. Als ik in Amsterdam uitging dan eindigde de avond altijd met geweld. Ook woonden er meer Hindoestanen in Den Haag en was er veel meer aandacht voor culturele dingen zoals het lichtjesfeest, Divali. Onze familie zat voor en na de onafhankelijkheid lang in de politiek in Suriname, in de VHP.
Op zoek naar reuring
Na mijn verhuizing heb ik op verschillende plekken gewoond, zoals aan de Hertenrade. Maar dat vond ik geen leuke buurt, er was weinig aan de gang. Ik heb gewoond aan de Valkenboslaan, daarna aan de Slachthuislaan en ook aan de Loosduinsekade. Maar op alle drie de plekken voelde ik mij niet echt thuis. Vooral in de Slachthuislaan kon ik mij niet echt vinden in de buurt, ik miste de reuring. Dat heb ik wel gevonden aan de Hobbemastraat, waar ik al jaren met veel plezier woon. Het is wel jammer dat de meeste Hindoestanen inmiddels uit de stad vertrokken zijn, naar Zoetermeer en naar Ypenburg. Vroeger kwam je iedereen tegen op het Hobbemaplein.
Ik heb Den Haag altijd een warme stad gevonden. Het zegt wel iets als de burgemeester van een stad op een Hindoestaans festival verschijnt om een praatje te houden. Burgemeester Deetman deed dat een aantal jaar geleden bij het Milan festival. Voor mij zijn de culturele manifestaties in de stad heel belangrijk, daar kom je iedereen tegen. Of natuurlijk de Divali-viering in het Atrium in het stadhuis, waar je een vegetarische lunch kan eten.
Stichting voor Surinamers
Toen ik naar Den Haag kwam, vroeg mijn oom Goeroedat Kalasingh aan mij wat ik – gelet op mijn culturele en politieke activiteiten in Suriname – kon bijdragen in deze stad. Goeroedat Kallasingh was een neef van mijn vader en beiden behoorden zij tot de 3e generatie nakomelingen van Brits Indische contractarbeiders. Zij hebben samen midden de jaren 50 gewerkt aan de opvoering van diverse hoorspelen over de sociale – en culturele situatie van de Hindoestanen in Suriname.
Daarnaast was oom Goeroedat een zeer bekende zanger, componist, acteur en toneelschrijver wiens roem en faam zowel in Suriname als in Nederland bekend was. Hij was werkzaam als cultureel werker bij de Stichting voor Surinamers en was de initiatiefnemer – en uitvoerder van tal van culturele manifestaties voor de Hindoestanen in Den Haag. Vaak in samenwerking met de stichting Federatie Eekta waarbij ik eveneens een bijdrage mocht leveren in de uitvoering.
Uit onze vele gesprekken kwam het voorstel om de pioniers die op het gebied van de traditionele zangkunst in Suriname en nu in Nederland woonachtig zijn, te huldigen voor hun bijdrage aan de Hindoestaanse cultuur. Die manifestatie vond plaats op zaterdag 12 april 1986 in het toenmalig Congresgebouw thans World Forum te Den Haag. Dit was de eerste groots opgezette – en succesvolle activiteit van de Stichting Surinamers en in samenwerking met de Stichting Eekta.
Topzangers uit de Indiase Film Industrie
Dit succes was een inspiratie voor de eigenaar van de grootste videotheek van Bollywood films in Den Haag e.o. John Rambali om de oude topzangers uit de Indiase Film Industrie naar Nederland te halen voor een aantal optredens en huldiging in Den Haag. De bekende artiesten die op bezoek kwamen, waren de zangers Hemant Kumar, Talat Mahmood en Manna Dey en de zangeressen Kavita Krishnamurty en Raj Koemari. Ook dat werd een succes: de Hindoestanen woonachtig in Nederland kregen de kans om hun zangidool uit de gouden periode (de jaren ’50 en ’60) tijdens liveoptredens te mogen bewonderen. Mijn bijdrage in deze was om als PR-officer bekendheid te geven aan deze manifestatie.
Na dit succes heeft John Rambali diverse Indiase zangers uit de Indiase filmwereld naar Nederland gehaald voor hun liveoptredens in het World Forum. Te denken valt aan de nog in leven zijnde Indiase nachtegaal van de filmindustrie in 1988, de diva van het Indiase filmlied – Lata Mangeshkar (thans 95 jaar). Ook haar jongere zus Asha Bhosle en de komediant acteur/zanger /film producer/componist Kishore Kumar zijn in 1987 ook door de Rambali naar Nederland gehaald voor succesvolle optredens in Den Haag. Bij deze optredens werd ik aangesteld als podiummanager. Het was voor mij een hele eer om deze grote sterren achter de coulissen van zeer dichtbij te mogen meemaken.
Hindoestaanse immigratie
Bij de herdenking van 120 jaar Hindoestaanse immigratie werd in 1993 een uitvoerend comité gevormd, bestaande uit bestuursleden van de Stichting voor Surinamers, de Hindoestaanse Stichting Eekta – beiden gevestigd in Den Haag en Stichting Lalla Rookh gevestigd te Utrecht. Namens de Stichting voor Surinamers werd ik aangewezen om mee te werken aan de programmering en uitvoering.
In de programmering was opgenomen een optocht met praalwagens die zou eindigen bij het World Forum. Dit had te maken met een stukje nostalgie dat er bij de kroonjaren van deze herdenking in Suriname steevast een optocht op deze dag door de straten van de Stad Paramaribo werd gehouden. Voor mij had deze nostalgie geen diepgang. Ik vond deze optocht door de stad Den Haag het toppunt van milieuvervuiling en na het aftuigen van de praalwagens bleef er niets tastbaar over wat aan deze dag kon worden herinnerd dan slechts foto’s en filmreportages. Ik moest dus wel met een goed plan komen ter vervanging van de optocht.
Een boom ter herinnering
Tijdens de vele gesprekken met mijn geestelijk gelijkgestemde Rabin Baldewsingh stelde hij voor om een boom te planten als blijvende herinnering van dit feit. Ik nam dit voorstel mee in de groep en zorgde voor de uitvoering. Deze boomplanting was iets nieuws voor de doelgroep en de lindeboom werd toen geplant op zaterdag 5 juni 1993 bij de in – en uitstap halte van tram 6 aan het Hobbemaplein.
In het kader van de herdenking van 130 jaar Hindoestaanse immigratie (1873 – 5 juni – 2003) had ik – als vrijwilliger van de stichting Federatie EEKTA BHAVAN – het initiatief genomen om een tentoonstelling in te richten in het Volksbuurtmuseum thans theater de Vaillant. Hierbij werden o.a. foto’s uit de vroege immigratie periode in Suriname, sieraden, muziekinstrumenten, literatuur en diverse gebruiksvoorwerpen tentoongesteld.
Stadspenning
Als persoonlijk hoogtepunt bij deze herdenking is de toekenning van de stadspenning door burgemeester Deetman voor mijn bijdrage als vrijwilliger in de afgelopen 20 jaar. Bij de samenstelling van de tentoonstelling over het 200 jaar komen en gaan van nieuwkomers, gelukzoekers en asielzoekers in Den Haag mocht ik ook een lezing houden over mijn komst naar de stad Den Haag.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!