Racisme kan wel degelijk als ideologie bestempeld worden

Mensen betuigen hun steun aan vluchtelingen, roepen op tot verdraagzaamheid en keren zich tegen racisme.

Racisme is niet een woord met een troebele betekenis, het is een woord met een troebele geschiedenis, stelt Liedeke Plate, universitair hoofddocent genderstudies en cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit.

Ton den Boon betreurt in zijn taalrubriek het ‘vrije gebruik’ van het woord ‘racisme’, waardoor ‘de woordenboekbetekenis van racisme op drift’ zou raken. Hij ageert daarmee in het bijzonder tegen het benoemen van racisme als ‘ideologie’ en ziet het liever als ‘een alledaags kwaad’ dat wordt uitgevoerd door individuen.

Ik vraag me af welke woordenboekbetekenis van racisme hij bedoelt: voor elk woordenboek dat racisme een ‘geloof’ of een ‘opvatting’ noemt (o.a. Van Dale, Oxford English Dictionary) kan ik er ook een vinden dat racisme als een ideologie opvat (bijv. Larousse, Oxford Dictionary of Human Resource Management).

Racisme als ideologie

Ook historisch bestaat deze betekenis. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal wordt racisme gedefinieerd als ‘Geheel van theorieën of opvattingen dat de bijzondere eigenschappen van volkeren, lichamelijk of geestelijk, bepaald acht door het biologische onderscheid der menschenrassen; veelal gekoppeld aan het geloof dat het eigen ras superieur is, zoowel physiek als door de op dit hiërarchische rasbeginsel gefundeerde cultureele, politieke en godsdienstige waarden. Bep. ook: houding, gedrag waarbij men een ander in woord of daad discrimineert of vervolgt op grond van het minderwaardig geachte ras waartoe hij behoort.’

Deze historische definitie komt zeer dicht bij de notie van racisme als ideologie, een definitie die experts op het terrein bevestigen. Lees Anoushka Nzumes inzichtelijke ‘Hallo witte mensen’, of Philomena Essed, of Gloria Wekker. Misschien dat wij witte mensen dan kunnen leren om in te zien dat, zoals de Amerikaanse Peggy McIntosh het verwoordt, het probleem precies ligt in het feit dat ons wordt geleerd racisme alleen in individuele daden van gemeenheid, angst of onwetendheid te zien, niet in onzichtbare systemen die onze groep dominantie geven.

Juist daarom is het jammer dat Den Boon zich, als lexicograaf, opwerpt als hoeder van een neoliberale racismeopvatting, als ware racisme een kwestie van individuele levensstijl. Zo’n definitie ontneemt immers het zicht op het systematische karakter van (wit) racisme, alsook zijn relatie tot macht. Racisme is niet een woord met een troebele betekenis, het is een woord met een troebele geschiedenis; een geschiedenis die bovendien nog als het ware ‘in de maak’ is en waarin lexicografen een belangrijke rol spelen. Den Boons artikel werkt daarbij niet verhelderend.

Bron: TROUW