Ruzie aan de bergachtige grens van China en India loopt hoog op

Chinese soldaten houden op de ruim 4300 meter hoge Nathula-pas de wacht bij de grensovergang. 

Het geschil aan de bergachtige grens van China en India illustreert de wedijver tussen de twee regionale machten.

De Chinese regering eist op hoge toon dat India zich houdt aan een grensverdrag dat China in 1890 sloot met Groot-Brittannië. Volgens Peking moeten Indiase troepen zich op grond van dat verdrag onmiddellijk terugtrekken uit Chinees grondgebied, waarop zij zich sinds vorige maand zouden bevinden. “Overeenkomsten moeten worden gerespecteerd”, aldus een Chinese regeringswoordvoerder maandag.

India op zijn beurt beschuldigt China ervan dat het met de aanleg van een weg langs de grens de veiligheid van India bedreigt. Volgens de Indiërs maken de Chinezen zich schuldig aan landje-pik. “Het is de bekende knabbeltactiek van de Chinezen”, aldus de Indiase oud-legerchef Ved Prakash Malik onlangs. “Ze doen dat de hele tijd, overal.”

Het escalerende grensgeschil, waarbij Chinese en Indiase troepen afgelopen week zelfs dreigend tegenover elkaar stonden, speelt zich af op het afgelegen Doklam-plateau aan de grens tussen China en het ministaatje Bhutan. Dat koninkrijkje in de Himalaya laat de behartiging van zijn buitenlandse relaties grotendeels over aan India. Het Chinese Volksleger legt in het berggebied een weg aan, die volgens de Indiërs over het grondgebied van Bhutan loopt.

Bhutan

Rivaliteit

Volgens de Chinezen trokken Indiase militairen vorige maand het gebied binnen, waar zij de aanleg van de weg zouden hebben geblokkeerd. Om de Indiërs een hak te zetten, sloten de Chinezen vervolgens de grensovergang op de nabijgelegen Nathula-pas. Deze pas wordt door Indiase pelgrims gebruikt om heiligdommen in Tibet te bezoeken. Een woordvoerder van de Chinese regering noemde de situatie aan de grens ‘zeer ernstig’.

Vrijwel niemand verwacht dat het grensgeschil in de Himalaya tot oorlog leidt. India en China delen een grens van 3500 kilometer, waarvan een groot deel omstreden is. Er zijn vaker spanningen en in ruim een halve eeuw hebben deze slechts drie keer tot bloedvergieten geleid.

Maar het Doklam-plateau is wel strategisch voor India, omdat het vlakbij de zogenoemde ‘Kippenek’ ligt. Dit is een smalle strook grondgebied ten noorden van Bangladesh die de meest oostelijke provincies van India verbindt met de rest van het land. Het grensconflict laat bovendien zien hoe makkelijk de rivaliteit tussen de twee opkomende regionale machten, die samen zo’n 40 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen, kan escaleren.

Ergernis

India is zeer beducht voor Chinese pogingen om een Sino-centrisch Azië te creëren. Tot ergernis van China doen de Indiërs ook nadrukkelijk niet mee aan het grote ‘One Belt, One Road’-project, waarmee Peking nieuwe handelsroutes door de regio aanlegt. En New Delhi volgt met argusogen hoe de snel groeiende Chinese marine steeds vaker opduikt in de Indische Oceaan.

Aan de andere kant van de grens kijken de Chinezen met bezorgdheid naar de Indiase toenadering tot de Verenigde Staten. Volgens sommige waarnemers was het dan ook geen toeval dat het grensgeschil oplaaide rond het bezoek van de Indiase premier Narendra Modi vorige week aan Washington. De Chinese staatstabloid Global Times waarschuwde in een opvallend hard commentaar dat India’s ‘capaciteiten niet in de buurt komen van die van China, en dat de strategische steun van de VS ook niks inhoudt. “Dat zal niks helpen als het nodig is.”

• Supermachten van de 21ste eeuw

De Chinese ‘draak’ en de Indiase ‘olifant’ ontpoppen zich als de opkomende supermachten van de 21ste eeuw. China is een stuk rijker en heeft zijn infrastructuur veel beter op orde.

De laatste jaren schroeven beide landen hun defensiebestedingen sterk op. China heeft net zijn tweede vliegdekschip in gebruik genomen en bouwt een derde. Tegelijk is India uitgegroeid tot de grootste importeur van wapens, na Saudi-Arabië.

Het is daarnaast ook een rivaliteit tussen twee politieke systemen. Chinese analisten gaan er vaak prat op dat hun autocratische, centraal geleide systeem veel meer welvaart heeft gebracht en dat de gemiddelde Chinees beter af is dan de gemiddelde Indiër. Maar Indiase experts brengen daar tegen in dat zij meer vrijheid en onafhankelijke rechters hebben. Zij voorspellen dat hun democratie op de lagere termijn stabieler zal zijn dat de Chinese autocratie.

Bron: TROUW