SIKHISME (1) – Guru Nanak: de focus op de essentie
Uit onderzoek blijkt dat onvoldoende besef aanwezig is omtrent de diepe pracht van het Sikhisme en de bijzondere relatie en grote overeenkomsten met het hinduïsme. De algemene classificering als kleine religie, betreft enkel het aantal aanhangers/volgelingen (ruim 25 miljoen), daar het gedachtegoed zelf één der hoogste is; immers mijn citaat: niet de omvang, maar de essentie bepaalt de grootsheid. Getracht wordt om in deze tweeluik, enkele aspecten van deze grootsheid en de diepe verwantschap met het hinduïsme, kort te beschrijven.
Hiertoe is van belang om eerst de aanleiding tot ontstaan te kennen, van een beweging die uitgroeide tot een mondiale religie.(Notitie: algemeen bekende informatie zal enkel noodzakelijkerwijs worden aangehaald.)
DE WORDING. Verheugd moge de mensheid zijn, dat 550 jaar terug, de natuur haar een zeer verheven ziel (mahatma) schonk: GURU NANAK. Een van jongs af zeer toegewijde Hindu, verkerende in oprechte liefde voor de Almachtige en medemens, zag dat de hinduïstische waarden van monotheïsme en gelijkheid, ondergesneeuwd dreigden te geraken. De essentie van het hinduïsme, de levensfilosofie zoals vervat in de Vedánta, is namelijk: één enkele alomtegenwoordige, omnipotente, onkenbare Schepper en gelijkheid van allen ongeacht de afkomst.
Enerzijds was er de altijd weer oplaaiende strijd tussen Moslims en Hindus en anderzijds de misvattingen in de beleving van het hinduïsme. Dit laatste werd veroorzaakt door misinterpretatie van de geschriften door het brahmanisme en de priesters die de “lagere” kasten uitsloten van kennis en ingewikkelde, uitgebreide rituelen dwingend voorschreven om God te bereiken.
Guru Nanak kwam op tegen deze misstanden. Toen hij geen gehoor kreeg bij de gevestigde orden van priesters, die in eigen belang de status quo wilden bewaren, trok hij al zingend door het land geweldloos ten strijde. Hij verkondigde zijn verzoenende vredesboodschap van de gemeenschappelijke religieuze essentie: één enkele Almachtige zonder meerdere goden simpel te bereiken zonder de uitgebreide strenge rituelen, gelijkheid van allen en vrij van kastenstelsel, de weduwen mochten hertrouwen, zorgplicht naar de medemens….en het Sikhisme was geboren.
KENMERKEN
Zeer doordacht koos Nanak de naam Sikh (Sikhi) om de bescheidenheid, het leven lang blijven leren als levensdeugd en om de noodzaak van de Guru als levensgids te accentueren. Etymologisch is Sikh af te leiden uit het Sanskriet: shikshá (onderricht), shishyah (discipel/leerling) en Sīkhná (Hindi: leren)
Zoals eerder genoemd, heeft het sikhisme veel overeenkomsten met het hinduïsme. De hoofdkenmerken van het Sikhisme zijn dan ook: monotheïsme, eenvoud in verering van de Schepper, Zijn naam reciteren als zijnde de eeuwige Waarheid (Sat), onwrikbaar leidend vertrouwen in de Guru, in deze de Heilige Schrift Guru Grantha Sahib, de vijf uiterlijkheden de 5 K’s (zie vervolgartikel 2), strijdvaardigheid & eenheid, sevá (de zorg voor medemens) en gelijkheid van allen. De laatste twee komen vooral tot uiting gedurende de Langar (gezamenlijke maaltijd).
MONOTHEĪSME.
De stamschrift van het hinduïsme en oudste literatuur van de mensheid, de RigVeda, stelt Ekam SAt Vivrah: het Werkelijke is één, de wijzen benoemen Het met verschillende namen. Ram, Allah, Jehovah: allen zijn één. Deze basisgedachte is Nanak met de paplepel meegegeven en was het dan ook zijn stelling, dat enkel de liefdevolle innerlijke overgave (de bhakti) en niet rituelen en meerdere uitingen van God nodig zijn om Hem te bereiken. Ongetwijfeld is hij ook geïnspireerd door zijn tijdsgenoot, de rondreizende beroemde dichter Kabir, die geloofde in een enkele onpersoonlijke God, verblijvende ook in de mens en Die te bereiken was via de weg van het hart, de gepassioneerde verering zonder enig ritueel, ophef en tussenkomst van enig medium z.a. een priester. Kabir schreef: “mijn God is als suiker verstrooid over zand. Een olifant stampt eroverheen en kan geen korrel oppakken. De Guru gaf mij raad: word een mier en eet de suiker”.
Deze suiker is precies dezelfde essentie van het hinduïsme, die in de Vedánta wordt aangeduid als Brahma (Het Ultieme, Het Onpersoonlijke, De Zelf Scheppende Energie) en het bereiken Waarvan als enig levensdoel wordt genoemd, bekend als nirvána, moksha, de verlossing. De Vedántische innerlijke weg om dit te verwezenlijken, is ook door de westerse filosoof Heidegger beschreven en is ook de weg die Guru Nanak voorstaat om verbonden te worden met de Almachtige, namelijk via de Nam Simram.
DE NAM SIMRAM.
Hiermee wordt gedoeld op het met volle innerlijke overgave mediteren, concentreren op- en reciteren van de Mul Mantra (de kernformule): “EK ONGkar (OANkar) Sat Nam” ( de Absolute compromisloze eenheid van God als de enige Waarheid), zoals de AUM-kar bij de Hindus symboliserende de scheppende, in stand houdende en vernietigende oer energie van de Almachtige. Parallel aan de Hindus, geeft Het Woord de de openbaring van het innerlijke van God. De Vedánta zegt: eerst was er enkel het geluid, de AUM; ervoor en erachter ligt de essentie van God. Het blijvend herhalen van de naam van God, de Mul Mantra, zorgt ervoor dat niets anders dan alleen Dat wordt gevoeld en de verduistering van het innerlijke, de involutie, wordt weggenomen en de éénwording met de Schepper wordt gerealiseerd. Dit wordt bij de Hindus krachtig verwoord o.a.in de eenvoudige versregel: Ram se bara Ram ka naam: verhevener dan God is Zijn naam. Tevens wordt bij de yogah/meditatie in gedachten de naam gereciteerd. Het Sikh-geloof wordt vandaar ook wel benaamd als Nám-yogah: in de naam ziet de Sikh de Zelf-openbaring van de Schepper.
Het monotheïsme en het geloof in de kracht van de naam van de Almachtige als de Absolute Waarheid, zijn niet alleen gelijk het hinduïsme, maar idem de islam en het jodendom.
GELIJKHEID.
De Vedánta zegt: Purnam adah purnam idam etc. (Wij allen komen voort uit het Volmaakte en zijn derhalve allen ook volmaakt gelijk aan elkaar). Nanak streed dan ook tegen het kastenstelsel en de ongelijke behandeling van de vrouw. Dit wordt voortreffelijk geuit door de LANGAR: gezamenlijk op de grond naast elkaar zittend op gelijke hoogte, zonder enige rangschikking, zonder enig verschil in bediening, de maaltijd nuttigen die altijd vegetarisch is. Nimmer is er vlees, wat de geweldloosheid en het niet doden voor eigen behagen uitdrukt. Iedereen, ongeacht geloof, ras, etc. kan tijdens de Langar aanschuiven die dagelijks meerdere keren geschiedt in het gebedshuis, de Guru Dvár (letterlijk: de deur/poort van de Guru). Vrijwel uniek is zulk onbaatzuchtige zorg voor de medemens, met zulk een verheffende boodschap door belijders, op zo een grote schaal en in zo een continuïteit. Meer dan kleding(kaprá) en onderdak(makán), is voedsel(rôti) van belang. Het hoeft dus geen betoog dat de Langar heel veel bijdraagt tot het dagelijks overleven van velen. Moge anderen dit verheffende voorbeeld volgen…en moge u zoals Nanak, altijd gefocust zijn op de essentie. Vervolg in deel 2: de Guru Grantha Sahib als DE levensleidraad.
Pandit drs. Purushottam Rob Sitaldin (hindupriester/bedrijfseconoom/filosoof)
President Hindu Scientific InterCultural & -Religious Institute Netherlands
00 31 6 25 15 95 25
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!