Slavernij en Indiase contractarbeid zijn twee kanten van dezelfde munt

Op 1 juli herdenken en vieren de nakomelingen van de tot slaafgemaakten in Nederland en Suriname de Kitti kotti dag. Een deel van deze bevolkingsgroepen, de Marrons, wisten zich decennia eerder de koloniale ketenen van zich af te rukken. Daar moest wel hard voor worden gestreden, waarbij zich ernstige gevallen van slachtoffers voordeden. Hoewel de slavernij en slavenhandel uit Afrika mondiaal al in 1933 wettelijk waren verboden, besloot de toenmalige Nederlandse koning dit afschuwelijke euvel pas 30 jaar later in Suriname en de Nederlandse Antillen af te schaffen. Wel moesten bepaalde categorieën nog 10 jaar met karige loom op de plantages blijven doorwerken. En frappant genoeg volgde na 160 jaar de excuses door de Nederlandse regering en de huidige koning Willen Alexanderlanger voor het aandeel aan dit koloniale verleden. Daarna begon het post-slavernij verleden van dit land. Niet zonder valse voorwendsels zijn ruim 34 000 Indiase contractarbeiders naar Suriname gehaald om de ‘verboden’ slavenarbeid over te nemen. Ook hier is sprake van mensenhandel geweest. Waren ze bij de werving goed ingelicht over het werk en de verre locatie van hun verplaatsing dan waren weinigen bereid zijn geweest de kalapani tocht te trotseren. Om de grote winsten van de plantagebazen niet achteruit te laten gaan, waren de lonen van deze contractarbeiders zo laag mogelijk gehouden, terwijl hun woon- en werkomstandigheden niet veel anders waren dan van hun voorgangers uit Afrika.. Omdat het behalen van grote winsten voor de kolonisten als de hoogste doel van hun bedrijvigheid was, voerde het koloniale beleid de ‘poenale sancties’ in. Dit middel hing als zwaard van Damocles 24 uur per dag boven het hoofd van elke kantraki. Deze psychische druk is door ILO gekenmerkt als dwang of verplicht arbeid. Het was zeer bevreesd, want bij minste geringste afwijking van de arbeidsovereenkomst mocht de planter zelf strafrechtelijke maatregels op de persoon (laten) toepassen. Kromsluitingen, loonkorting, onthouding van voedsel, vernederingen, dehumanisering, etc. waren geen incidentele straffen. Er heeste dus voortdurend angst onder deze gehuurde plantagewerkers. En dat vijf jaar lang! Juist dit feit maakt dat de contractarbeid en de slavenarbeid twee kanten zijn van dezelfde munt.

Dr Shardhanand Harinanadan Singh (PhD)