Suriname kent vanaf 1944 vermogensbelasting

Hoewel het fiscale recht niet tot mijn specialiteiten behoort, heb ik mij geroepen gevoeld dit artikel te schrijven, omdat in verscheidene radio- en televisieprogramma’s door bellers of aanwezigen de vraag gesteld is of het geen tijd is dat in Suriname een vermogensbelasting wordt ingevoerd.

Tot mijn verbazing heb ik meerdere keren gehoord dat als antwoord gegeven werd dat hier zeker aandacht aan besteed moet worden. Dit betekent dat het in brede kring niet bekend lijkt te zijn dat Suriname reeds vanaf 1944 een Wet op de vermogensbelasting (G.B. 1944 no. 185, hierna afgekort VB) kent. Bij de recente wijziging van de fiscale wetgeving is de vermogensbelasting niet belicht.

De onbekendheid met deze wet geeft aan dat de vermogensbelasting of niet geïnd wordt, of dat belastingplichtigen zich onttrekken aan hun verplichting om deze belasting te betalen.

Ik besef terdege dat mij het verwijt gemaakt kan worden dat ik slapende honden wakker maak. Dit zou echter niet terecht zijn, daar de wet bestaat en wij huldigen nog steeds het principe dat wetten nageleefd moeten worden. Wordt de vermogensbelasting in de praktijk wel geheven?

Ik ga ervan uit dat dit wel het geval is, maar dat er blijkbaar zo weinig belastingplichtigen zijn of dat de opbrengsten van dien aard zijn dat de gemiddelde burger er geen weet van heeft.

Ik hoop dat mijn artikel ertoe zal leiden dat er van deskundige zijde reacties komen.

Ik beperk mij tot enkele punten die ik uit de wet gehaald heb.

Belastingplichtigen

Artikel 1 VB stelt dat vermogensbelasting een directe belasting is, waaraan onderworpen zijn zij die in Suriname wonen. De vermogensbelasting is alleen van toepassing op natuurlijke personen. Rechtspersonen (bijv. naamloze vennootschappen en stichtingen) zijn dus niet belastingplichtig.

In de praktijk komt het veelvuldig voor dat onroerend goed aangekocht wordt t.n.v. stichtingen. Er zijn tienduizenden stichtingen opgericht speciaal voor dit doel.

De vraag is of de bedoeling hiervan is dat vermogensbelasting ontgaan wordt of dat het een onverwacht voordeel is voor de personen die een onroerend goed t.n.v. stichting aankopen. M.i. is dit laatste het geval.

De rechtsvorm van stichting was aanvankelijk bedoeld voor ideële doeleinden, maar wordt voornamelijk gebruikt voor het aankopen van onroerende goederen en veelal door personen die niet voldoen aan de eisen van de Surinaamse nationaliteit en ingezetenschap.

In sommige landen heeft men wetgevingsproducten gemaakt waarbij de stichting wordt vereenzelvigd met de bestuurders. Dit betekent dat de fiscus door de stichtingsconstructie kan heenkijken en de bestuurders fiscaal aanslaan. In Suriname is het echter nog lang niet zover. De internationale wetgeving op het gebied van witwassen is steeds meer voelbaar, in het bijzonder bij de banken, die verplicht worden hun regels aan te passen aan de internationale eisen om nog deel te kunnen hebben aan het mondiale betalingsverkeer.

Object van de belasting.

De belangrijkste objecten waarover VB betaald moet worden zijn:

  1. eigendom van een in Suriname gelegen of gevestigde onroerende zaak ofwel van zulk een zaak genot hebben krachtens zakelijk recht (bijv. erfpacht of grondhuur).
  2. schuldvorderingen verzekerd door hypotheek op een in Suriname gelegen of gevestigd onroerende zaak.

Het gaat dus primair om onroerende goederen en hypotheken.

Tarief

Artikel 14 VB zegt dat het bedrag der belasting bedraagt Sf. 8,– voor elk geheel bedrag van Sf.1000,–. Dit komt neer op 8 promille van de waarde van het vermogen[1].

Indien wij ervan uitgaan dat het belastbare vermogen in Suriname USD 1.000.000.000,– zou zijn, dan zou dat een belastingopbrengst van USD 8.000.000,– opleveren.

Uiteraard bedraagt de waarde van de in Suriname gelegen onroerende goederen en hypotheken een veelvoud van één miljard USD.

Alleen natuurlijke personen belastingplichtig

Volgens de VB zijn alleen natuurlijke personen belastingplichtig.

De consequentie hiervan is dat de opbrengst van de vermogensbelasting beperkt zal blijven als de onroerendgoedstichtingen niet onder de werking van de VB worden gebracht.

Andere rechtspersonen zoals NV’s zouden niet onder de werking van de VB moeten vallen, omdat zij reeds zorgen voor de betaling van andere vormen van belasting bijv. inkomstenbelasting. De stichtingen zijn in de Surinaamse praktijk niet belastingplichtig, behalve wanneer zij duidelijk commercieel handelen.

Aangifte

Artikel 17 VB stelt dat belastingplichtigen of hun wettelijke vertegenwoordigers tot het doen van een aangifte uitgenodigd worden door uitreiking van een daarvoor te bezigen biljet bevattende summiere aanwijzing van de bestanddelen van het vermogen.

De zorg voor de uitreiking der aangiftebiljetten is opgedragen aan de controleur. Degene aan wie het biljet is gezonden is verplicht binnen 20 dagen na de uitreiking aangifte van zijn vermogen te doen.

Wat zonneklaar is, is dat de Staat grote inkomsten misloopt door het niet of niet op de juiste wijze toepassen van de VB.

 

Carlo Jadnanansing

Paramaribo, 27 januari 2021

[.

 

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *