Ter nagedachtenis aan Harry Sewbálak

In de ochtend van 01 mei 2017 is de wereldbekende muzikant en zanger Johan Siewsankar ‘ Harry’ Sewbálak op de leeftijd van 77 jaar heengegaan . Hij heeft een grote leegte binnen de Hindustaanse muziek en zangwereld achtergelaten.
De vader van Harry Sewbálak was Sewrádj Sewbálak en was immigrant uit het toenmalige Brits-Indië (India) en zijn moeder, Boedhia Rámsaroep, een Surinaamse.
Zijn ouders waren van huis uit landbouwers en woonden aan de Groot Blijdenshoop no. 18 te Pad van Wanica, thans het District Wanica. Later verhuisde de familie naar de Tjon A Kietweg no. BR. 99, in hetzelfde district. Harry Sewbálak zoals men hem kent is gehuwd geweest met Tikai Kewlápatie.
Hij was geboren op 29 juni 1939 in het district Wanica en heeft samen met zijn vrouw zes kinderen gehad, 5 dochters en 1 zoon.
Bhaiyá Harry, zoals wij hem kenden, had de zesde klasse van de Wilhelmusschool in de omgeving van Rahamalweg, afgemaakt . Al vanaf zijn veertiende jaar ging Harry bij zijn Káká (een jongere broer van zijn vader) als leerling schilder werken. Hij had dit beroep tot en met zijn zeventigste jaar uitgeoefend. In die tijd verdiende hij een redelijk bedrag ad. Sf. 1,- per dag. Na ruim vier jaren gewerkt te hebben kreeg Bhaiyá Harry al ruim Sf. 4,- op dagbasis. Vanaf 1974 begon hij zelfstandig als schilder te werken.

Zang en Muziek carrière
Op zestien jarige leeftijd sloot hij zich aan bij een toneelgezelschap in de omgeving van Tjon A Kietweg. Ook vanaf dat moment begon zijn muziek en zang carrière.
Achtereenvolgens speelde hij in de volgende toneelstukken:
Nawlakháhár, Amarsingh Ráthor, A-chut ke udhár en Hari Darsan. Tot op heden wordt er over deze toneelstukken gesproken, daar in de vertolkte verhandelingen van de toneelstukken het leven van de ex-contractanten verweven waren. Te weten:
– Hun geschiedenis en levenservaringen in de dorpen van India wat deel uitmaakte van hun cultureel erfgoed; de immigranten leefden immers met toneel, zang en muziek als traditionele cultuur uit die tijd; ze kenden India als basis en oorsprong van hun cultuur en traditie. De immigranten hadden bij het verlaten van India, deels van hun leefwijze overgebracht naar Suriname.
Bhaiyá Harry had in zijn jonge jaren een passend statige postuur en kreeg vaak de rol van een koning te vervullen of een rol die bij hem paste. Tijdens het toneelspelen leerde hij een aantal muziekinstrumenten bespelen, waaronder harmonium, dantál en bulbultarang. Simultaan bij het leren bespelen van de muziekinstrumenten, leerde hij ook zingen. Op negentien jarige leeftijd zong hij zijn eerste lied ‘Duniyá rang-rangili bábá’ … (1ste lied van zijn 2de LP), bij een biha (huwelijkspartij) te Vredenburg.
Toen hij twintig jaar oud was, merkte hij op dat het toneelgezelschap uitelkaar viel. Uit het toen uit negentien leden bestaande toneelgezelschap, vormde hij samen met acht leden een nieuwe muziekformatie, genaamd: ‘Nawlakháhár band’.
Na ruim vijf jaren richtte hij samen met Sewpersad Sardjoe van Livorno, de ‘Prakash sangít Samáj’ op. Een aantal nieuwe leden sloten zich bij zijn groep aan, waaronder: Nanká Loetáwan (zanger), Kesripersad (de allrouder muzikant) van Nieuw Weergevondenweg, en Rámbali Gunai van Leiding 21 (Cinwá Kandál).

Furore
Vanaf het prille begin heeft Bhaiyá Harry Sewbálak in de baithak-gáná muziek heel veel furore gemaakt. Dit omdat hij al in de begin jaren van zijn zang en muziek carriere kennis droeg van de hindustaanse geschiedenis uit de boeken, voornamelijk uit de verhalen, welke hij samen met zijn groep moest vertolken in de toneelstukken. In die tijd moest hij ook het Hindi kennen om de verhalen uit de boeken te kunnen lezen, vertelde hij. De liederen die hij zong en de verhandeliingen bij het toneelspelen moest hij zo realistisch mogelijk presenteren, daar ook vele anderen de verhalen reeds kenden.
Waarom Harry veel populariteit genoot in zijn periode en daarna, was, dat hij meestal de verhandelingen uit het leven van de Hindustanen bezong (geschiedenis, contractperiode van de immigranten, bidesiyáliederen met veel emoties uit het moederland van de immigranten (de meeste mannen lieten de kinderen, echtgenoten en ouders achter ,om de armoede het hoofd te bieden en elders arbeid te verrrichten voor langere of onbepaalde tijd), culturele momenten en ook gezellige en andere genres.
Een groot deel van de populariteit oogste hij ook in het buitenland. Hij heeft veel in het buitenland opgetreden : Guyana, Trinidad, Jamaica (Carifesta), New York, Nederland en India. Vanwege zijn stijl van zingen en om de inhoud werd hij veel gevraagd in het buitenland op te treden waar er diaspora Hindustanen woonachtig waren. Jaarlijks verzorgde hij optredens in Nederland.
Hij had ook meegedaan met een aantal contesten. Zo eindigde hij in 1971 op de tweede plaats in een contest van baithak-gáná in Suriname; in 1972 veroverde hij de eerste plaats; in 1974 eindigde hij wederom op de tweede plaats.
Bhaiyá Harry Sewbálak heeft zijn zang carrière. vereeuwigd in 1 EP, 1 single, 3 LP’s en 17 CD’s. Hiernaast heeft hij vele oorkondes mogen ontvangen voor zijn zang en muziektalent, zeven gouden medailles, en de rest in zilveren en bronzen medailles. In totaal ontving hij 16 medailles. Als bekroning van zijn zang carriere mag genoemd worden dat hij de titel droeg van Ustád (meesterschap) en een ‘Lifetime Achievement Award’ had ontvangen. Op You tube zijn er ook veel clipjes van hem te zien .
Naast zijn buitenlandse optreden heeft hij samen met wijlen Bábá Rebái en de artiesten Tedjoe en Jagesar Baktáwar een reis gemaakt door alle districten van Suriname. De laatste jaren deed hij het rustig aan met zijn muziek en zang carrière.
Echter, de vraag naar zijn zang en muziek was en is nog steeds groot. De laatste jaren trad hij op met Dewperkásh Ghiráw (Nieuw Weergevondenweg/harmonium, viool, mandolin en zanger). Dewperkásh Ghiráw is een leerling van wijlen Kesripersád geweest en Ramesh Bechoe (dholak bespeler).
In 2007 nam hij ook deel aan het Bidesiyá workshop-project (een project dat in samenwerking met de GB Pant Social Science Institute, Allahabad (India), Suriname en Nederland werd uitgevoerd: “ International Cultural Workshop: a creative Interface between Poets and Musicians of Suriname, the Netherlands and the Bhojpuri region of India” (15-18 January, 2007/ project van de Imwo-Adek)), welke gehouden werd in Allahabad-India.
In de omgang was Bhaiyá Harry een zeer bewogen en een vriendelijk mens. Hem kon je makkelijk tot je vriend maken. Binnen de Hindustaanse muziek en de zangwereld was hij een zeer beminde en gevraagde zanger die wel wist wat muziek maken was.
De laatste jaren had hij zich ook toegelegd om de jongeren muziek- en zanglessen bij te brengen en om zijn kennis en kunde over te dragen.
In Johan Siewsankar Sewbálak, meer bekend als Harry Sewbálak verliest Suriname een zeer goede en een internationaal befaamde artiest. De Hindustaanse samenleving zal hem altijd blijven gedenken als de legendarische zanger vanwege zijn nalatenschap op het gebied van muziek en zang.

Jan Soebhág