Valt de mens in data te vangen?
We leven in een wereld waarin data belangrijk zijn en bedrijven steeds meer over ons weten. Wat betekent dat voor onze menselijkheid?
De online wereld beheerst ons leven steeds meer. Data en internetsystemen waarvan we niet alles weten, krijgen de mens steeds verder in hun greep. Zo was afgelopen weekend de zogeheten sleepwet weer in het nieuws, waarover een referendum is afgedwongen. De wet geeft de overheid ruimere toegang tot telefoon- en internetgegevens van burgers.
En dan zijn er de gratis game-apps, die via de microfoon van smartphones beluisteren welke reclames we precies horen, om ons op basis daarvan nog meer reclames voor te schotelen. Wat betekent het voor onze menselijkheid om te leven in een wereld waarin data zo belangrijk zijn geworden?
Illusie van veiligheid
“In de media hoor je vaak verhalen waardoor de sleepwet een fantastisch idee lijkt”, zegt schrijver en filosoof Désanne van Brederode. “Bijvoorbeeld nieuwsberichten over hoe terroristische acties zijn verijdeld dankzij digitale informatie, of hoe makers van kinderporno zijn opgespoord. Dan denk ik soms bijna: gelukkig, dankzij de sleepwet kunnen deze mensen gevolgd en gepakt worden.”
“Maar we moeten niet vergeten dat dit soort netwerken zo grootschalig kon worden dankzij het internet. Daardoor is het dweilen met de kraan open. Hoeveel werkelijke veiligheid die sleepwet voor ons brengt is ten zeerste de vraag. Die criminele organisaties vinden wel weer een nog slimmere manier, nog dieper op het web.”
“Toch zie je dat mensen vanwege angst steeds gemakkelijker worden met betrekking tot transparantie en het inleveren van privacy. Dat leidt af van het feit dat het bedrijfsleven steeds meer speelruimte krijgt om zijn klauwen uit te slaan in ons innerlijke leven. Want door die transparantie kunnen bedrijven nog meer data kopen van waar ik ben, wat ik lees, wat ik schrijf. Om mij daarmee online tot in de intiemste uurtjes te regisseren door advertenties te laten zien die daarbij aansluiten.”
Beïnvloeding
“Ik vind het niet erg als bedrijven veel over mij weten”, reageert Bas Haring, filosoof en bijzonder hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. “Vroeger wist de slager ook van alles over mijn moeder. Wat ze elke week aan vlees kocht, hoeveel weken ze zwanger was. Dat vind ik niet bedreigend.”
“Zodra kennis over mij gebruikt wordt om mij dingen te laten doen die ik eigenlijk niet wil, vind ik dat wel. Zo speelt Facebook sterk in op bepaalde menselijke eigenschappen, zoals het in contact willen staan met anderen en het krijgen van bevestiging. Daardoor keer ik steeds terug naar hun website, zelfs als ik dat eigenlijk niet wil. Sommige hotelwebsites doen iets soortgelijks. Bij het online bekijken van een kamer laten ze informatie zien als: ‘Drie andere mensen bekijken deze advertentie ook, nog maar twee kamers beschikbaar!’ Soms boek ik dan snel een kamer, maar heb ik daarna spijt – ik wilde die kamer niet echt.”
“Er is ingespeeld op de menselijke angst dat ik die kamer straks niet meer kan krijgen, waardoor ik die opeens juist wil. Dan rijst de vraag wat deze manipulatie met onze identiteit doet. Want als iemand anders die keuze voor mij heeft gemaakt, wie ben ik dan nog?”
Versmalling
Van Brederode: “Ik vind het wel eng als bedrijven allerlei zaken over ons weten. Niet alleen omdat er versmalling plaatsvindt – ik beland in een algoritme dat bepaalt welke informatie ik wel en niet zie – maar ook omdat ieder mens schaamtevolle eigenschappen heeft. Stel je voor dat je een lichte vorm van hypochondrie hebt. Daardoor heb je als je je niet lekker voelt misschien snel de neiging om te googelen op symptomen van kanker. Dan is het heel vervelend als je de dag erna allerlei advertenties op je telefoon krijgt voor medische check-ups.”
“En díe adverteerders zíe je dan nog. De bedrijven die niet adverteren, maar wel een notitie maken dat jij een niet al te beste gezondheid lijkt te hebben, zie je niet. Wat gaat daar in de toekomst mee gebeuren? Misschien wordt die informatie wel doorverkocht aan zorgverzekeraars, als dat nog niet het geval is. Datahandelaren doen alsof de hele mens te vangen is in data. Maar dat is niet zo, en dat idee kan gevaarlijk zijn.”
Enen en nullen
Haring: “Ik denk wel dat bijna alle eigenschappen van de mens in data uit te drukken zijn. Daarbij ben ik geïnspireerd door Alan Turing, de uitvinder van de informatica. Toen een goede vriend van hem overleed, vroeg hij zich af: ‘Had ik hem kunnen bewaren? Zijn essentie los van zijn lichaam kunnen vangen?’ Turing dacht vervolgens na over de essentie van de mens en kwam uit op twee componenten: het hebben van kennis en het kunnen manipuleren van kennis.”
“Diezelfde componenten hebben gediend als kern van de computer en daarmee als beginpunt van de informatica. Turing ging ervan uit dat alles wat de mens kenmerkt, gevangen kan worden in enen en nullen. Daar ben ik het in hoofdlijnen mee eens. Er is voor mij één uitzondering: het lichaam. Onze twee benen, oren en haren zijn kenmerkend voor wie wij zijn en zijn niet digitaal om te zetten. Lichamelijke activiteiten – yoga, eten, seks – vatten daarmee het deel van onze menselijkheid dat nooit in data kan worden uitgedrukt.”
Kwantificeerbare mens
Van Brederode: “Ik zoek die menselijkheid in het kunstzinnige denken. Zaken die jouw persoonlijkheid en handschrift dragen, zijn plekken waar het internet lastig beslag op kan leggen, zoals een kunstwerk of een handgeschreven brief. Niet alleen omdat die analoog zijn, maar omdat de eigen stijl waarmee mensen dingen doen volgens mij nooit helemaal te vangen valt. Dat maakt het idee van de kwantificeerbare mens onmogelijk.”
Bron: TROUW
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!